Voor het eerst kwam in 2021 wereldwijd meer elektra uit schone bronnen dan uit kolen. Zon, wind, waterkracht, nucleair en bioenergie leverden in 2021 38% van de opgewekte hoeveelheid elaktriciteit; kolen bleven steken op 36%. In 50 landen, waaronder China en Japan, werd vorig jaar meer dan 10% van de elektra uit zonne- en windenergie gehaald. In 2020 was dat in 43 landen het geval.
Dat blijkt uit het derde elektra rapport van denktank Ember, dat data presenteert over 75 landen die 93% van de wereldwijde energievraag vertegenwoordigen.
Zon- en windenergie waren de snelst groeiende schone bronnen, met een groei van respectievelijk 23 en 14%. Nederland, Australië en Vietnam zagen het aandeel zon en wind met 10 procentpunten stijgen en zijn daarmee de snelste groeiers.
De Nederlandse situatie steekt nog altijd bleekjes af bij de landen die al meer dan een kwart van hun elektra uit die twee bronnen halen. Koploper wereldwijd is Denemarken met 52%, gevolgd door Luxemburg (43%) en Uruguay (47%). Het Midden-Oosten en Afrika zagen de minste groei.
Volgens Ember zou de opwarming van de aarde tot 1,5°C boven het pre-industriële niveau haalbaar zijn op voorwaarde dat het tienjarig gemiddelde van een samengestelde groei van 20% tot 2030 kan worden vastgehouden, aldus de Financial Times. De productie van hernieuwbare energie raakt in een stroomversnelling naarmate de kosten dalen. Daar staat tegenover dat ook de energieproductie via kolencentrales vorig jaar met 9% toenam, de grootste stijging sinds 1985. Dat houdt verband met de grote vraag naar elektriciteit om uit de coronacrisis te komen. De CO2-uitstoot van de elektriciteitssector steeg dan ook naar een recordniveau, nog 3% hoger dan in 2018.
Hoewel zonne- en windenergie dubbele groeicijfers konden laten zien, bleef de ontwikkeling van andere schone bronnen achter: waterkracht daalde met 2%, nucleair groeide met 4% en bioenergie met 6%. Bij bioenergie (energie opgewekt door verbranding of vergisting) kun je je overigens afvragen hoe 'schoon' die is: afhankelijk van de gebruikte bronnen kan daar veel CO2-uitstoot mee gemoeid zijn.
Dat blijkt uit het derde elektra rapport van denktank Ember, dat data presenteert over 75 landen die 93% van de wereldwijde energievraag vertegenwoordigen.
Zon- en windenergie waren de snelst groeiende schone bronnen, met een groei van respectievelijk 23 en 14%. Nederland, Australië en Vietnam zagen het aandeel zon en wind met 10 procentpunten stijgen en zijn daarmee de snelste groeiers.
De Nederlandse situatie steekt nog altijd bleekjes af bij de landen die al meer dan een kwart van hun elektra uit die twee bronnen halen. Koploper wereldwijd is Denemarken met 52%, gevolgd door Luxemburg (43%) en Uruguay (47%). Het Midden-Oosten en Afrika zagen de minste groei.
Volgens Ember zou de opwarming van de aarde tot 1,5°C boven het pre-industriële niveau haalbaar zijn op voorwaarde dat het tienjarig gemiddelde van een samengestelde groei van 20% tot 2030 kan worden vastgehouden, aldus de Financial Times. De productie van hernieuwbare energie raakt in een stroomversnelling naarmate de kosten dalen. Daar staat tegenover dat ook de energieproductie via kolencentrales vorig jaar met 9% toenam, de grootste stijging sinds 1985. Dat houdt verband met de grote vraag naar elektriciteit om uit de coronacrisis te komen. De CO2-uitstoot van de elektriciteitssector steeg dan ook naar een recordniveau, nog 3% hoger dan in 2018.
Hoewel zonne- en windenergie dubbele groeicijfers konden laten zien, bleef de ontwikkeling van andere schone bronnen achter: waterkracht daalde met 2%, nucleair groeide met 4% en bioenergie met 6%. Bij bioenergie (energie opgewekt door verbranding of vergisting) kun je je overigens afvragen hoe 'schoon' die is: afhankelijk van de gebruikte bronnen kan daar veel CO2-uitstoot mee gemoeid zijn.
De belangrijkste cijfers uit Ember-rapport samengevat:
-10% van de opgewekte elektriciteit komt van wind en zon
- 50 landen halen percentage al
- 38% van de opgewekte energie komt uit 'schone bronnen' (lees: wind, water en zon plus biomassa en nucleaire energie)
- de vraag naar elektra steeg met 5%
- het aandeel van zon en wind in de productie van energie groeide met 29%
Daartegenover staan 7% meer CO2-emissies om elektra op te wekken en een 5% grotere vraag naar elektra.
-10% van de opgewekte elektriciteit komt van wind en zon
- 50 landen halen percentage al
- 38% van de opgewekte energie komt uit 'schone bronnen' (lees: wind, water en zon plus biomassa en nucleaire energie)
- de vraag naar elektra steeg met 5%
- het aandeel van zon en wind in de productie van energie groeide met 29%
Daartegenover staan 7% meer CO2-emissies om elektra op te wekken en een 5% grotere vraag naar elektra.
Ai, je hebt volkomen gelijk Enno! Dit artikel schreef 'energie' waar natuurlijk 'elektra' moet staan. Dat is een veel voorkomende, maar daarom niet minder onvergeeflijke fout.
Het is gecorrigeerd.
Het goeie nieuws is dat het aandeel zon en wind stijgt (hoewel: de vraag is tot hoever dat kan), maar op een klein aandeel in de totale energiemix blijft de bijdrage beperkt. Het is een kwestie van perspectief: aan de hand van welke noemer wil je een cijfer de wereld in slingeren?
Zoals Ember ook aangeeft: de elektriciteitssector stootte meer in plaats van minder CO2 uit en dat komt onder meer door de groeiende vraag.
Kun je groei groen maken? Dat is de eeuwige vraag, met als intuitief common sense antwoord 'nee'.
Het verhaal is anders dan dit artikel suggereert.
Allereerst: het aandeel fossiel (kolen + gas) in de opgewekte hoeveelheid ELECTRICITEIT (= niet hetzelfde als ENERGIE) is volgens het bron artikel 58% (36% kolen+ 22% gas). Het aandeel electriciteit in het totale energiegebruik bedraagt ongeveer 15%. Van de totale hoeveelheid gebruikte energie is dus ongeveer 6% afkomstig uit niet-fossiele bronnen.