De omzet van supermarkten stijgt minder hard dan de inflatie. Dat betekent dat ze minder volume omzetten. Voor speciaalzaken is dat fenomeen nog veel groter.

In het tweede kwartaal van 2023 steeg de omzet van supermarkten met 10,6%, terwijl de omzet van voedingsspeciaalzaken met maar 3,2% toenam. Het verkoopvolume (omzet gecorrigeerd voor prijsstijgingen) van supermarkten nam af met 2,4%, terwijl het verkoopvolume van voedingsspeciaalzaken met 6,5% af nam, meldt het CBS. De inflatie lag dan ook ver boven de omzetstijgingen in beide kanalen.

We kopen minder eten en betalen er meer voor. In de hele foodsector nam de omzet met 9,7% toe en daalde het volume met 2,9%.

Tijdens de coronacrisis was er nog sprake van een wederopstanding van de speciaalzaak. De omzetten van de bakker, slager en groenteman stegen nog harder dan die van de supermarkten. Inmiddels kiezen consumenten weer eieren voor hun geld gezien de inflatie die al 2 jaar huishoudt.

In non-food is de stijging van de omzet met 3,5% kleiner dan in de foodsector. De daling van het volume van de verkopen is met 4,6% groter en zichtbaar in bijna alle branches. Voor een aantal branches is een groter dan gemiddelde daling in de verkoop te zien. Doe-het-zelf-winkels, winkels in consumentenelektronica en witgoed en kledingwinkels zetten in het tweede kwartaal zo’n 8% minder volume om dan in dezelfde periode een jaar eerder. Alleen drogisterijen en winkels in recreatie-artikelen zagen een kleine (minder dan 1%) stijging van het verkoopvolume.

De totale detailhandel (waar dus de foodsector en de non-foodsector onder vallen) had in het tweede kwartaal van 2023 6,2% meer omzet dan in dezelfde periode een jaar eerder. Het verkoopvolume was 3,8% lager. Hogere verkoopprijzen zijn al 5 kwartalen lang de oorzaak van de omzetstijging van detailhandelaren. Het laatste kwartaal dat er ook daadwerkelijk meer verkocht werd vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder was het eerste kwartaal van 2022.
  • Deel
Druk af