Al sinds 2009 verdienen Duitse melkveehouders structureel te weinig. Dat maakte de European Milkboard gisteren bekend. Volgens de laatst bekende cijfers (over afgelopen januari) maakt een boer in Duitsland slechts 77% van zijn kosten goed.

Dat blijkt heugelijk nieuws, want het kan nog veel slechter. In 2016 bleef de meter steken op 62% En al was dat een dieptepunt, het was geen uitzondering. In 2009 bleef de meter steken op 67%. Topjaren waren 2011 en 2014. Toen maakten de Duitse boeren respectievelijk 85% en 86% van hun kosten goed. Met andere woorden, toen leden ze slechts 15 en 14% verlies op hun productie.Tussen 2009 en nu maakte de gemiddelde boer geen cent winst. Hij schreef bovendien jaarlijks tussen de 14 en 38% verlies op de lat. Bij zijn bank uiteraard.

Het is dan ook een wonder dat banken de tekorten van zulke bedrijven op de lat blijven schrijven. Er is immers structureel onvoldoende geld om de leningen af te lossen. Toch is het logisch
Doormodderen
Uit België kwam afgelopen week het bericht dat één op de drie varkensboeren geen been meer ziet in de toekomst van het eigen bedrijf. Alleen heel grote bedrijven willen nog uitbreiden en zien daar toekomst in. De helft van de boeren blijkt van mening dat Vlaanderen teveel varkens produceert en dat onrendabele bedrijven zo snel mogelijk moeten verdwijnen. Dat blijkt alleen niet te kunnen. Achtentwintig procent van de Belgische varkenshouders zegt uitdrukkelijk te willen stoppen met hun varkensbedrijf. Dat kunnen ze alleen niet omdat ze dan hun schulden bij banken en voederleveranciers moeten aflossen. Werken in loondienst blijkt geen oplossing omdat hun bedrijf bij verkoop de restschulden niet oplevert en ze van een eventueel loondienstverband niet én hun schulden én hun levensonderhoud kunnen betalen. Daarom blijven ze doormodderen en blijven er teveel boeren teveel varkens maken die de prijs ook voor de grote verzieken. In een normale markt zouden ze verdwijnen en zouden de gezonde overblijven.


Rendement in de Duitse melkveehouderij, EMB


Onzekerheid
Uit Nederland kwam vanmorgen een bericht dat de Nederlandse industrie de afgelopen twintig jaar niet "zo afhankelijk geweest van is het buitenland als nu." Zo formuleerde BNR het. Uit cijfers van het CBS blijkt dat elke euro die de Nederlandse industrie verdient voor 70 procent uit het buitenland komt.
De Nederlandse industrie draait op export. Die exportafhankelijkheid is in twintig jaar tijd geleidelijk toegenomen.
"Is dat wijsheid, of maken we onszelf juist kwetsbaar in deze tijd van geopolitieke spanningen?" vraagt de zakelijke radiozender zich af. Kennelijk worden we wat bang voor overcapaciteit in een steeds onzekerder wereld waarin morgen zomaar een paar presidenten grenzen kunnen sluiten door hun onderlinge machtsspel.

EU-beleid en de banken
Nederlandse boeren vallen onder datzelfde risico. Meer nog dan België en heel veel meer dan Duitsland, is ook de Nederlandse boereneconomie afhankelijk van export. Weliswaar komt het grootste deel niet buiten de EU, maar niettemin gaat ook in die sector 70% de grens over. Onder meer naar België en Duitsland, waar regeringen constateren dat hun boeren al veel te veel maken om zelfs maar kostendekkende prijzen te maken.

Ook een bankier kan de tent niet sluiten om de bubbel te verlaten en voor een baas in de echte economie te gaan werken
U mag deze nieuwsberichten rustig als volgt lezen: Nederlandse varkens- en melkkoeienboeren zitten in een nog lastiger parket dan hun collega's in onze twee buurlanden. Het is dan ook een wonder dat banken de tekorten van zulke bedrijven op de lat blijven schrijven. Er is immers structureel onvoldoende geld om de leningen af te lossen. Toch is het logisch: banken kunnen er net zo min mee stoppen als de Belgische varkensboer. Als ze dat doen, blijven ze net als hij met een gapend schuldengat zitten.

Om die reden kunnen boeren zolang in het rood draaien. Denk niet dat onze buurlanden om onze banken ter wille te zijn, het de hunne wat moeilijker zullen maken door pijnlijke afschrijvingen te verlangen. Een overheid die dat doet, zal zelf het gat moet dichten. De EU heeft besloten om dat niet te doen. De banken moeten de overschotten fixen. Om die reden zult u dit soort cijfers en verhalen nog een hele tijd blijven horen. Ook een bankier kan de tent niet sluiten om de bubbel te verlaten en voor een baas in de echte economie te gaan werken.
Dit artikel afdrukken