Volgens de sectoranalisten van Rabobank staat de Nederlandse varkensvleesverwerkende industrie voor even belangrijke strategische keuzes als varkenshouders. Kritische consumenten, prijsgedreven supermarkten en overcapaciteit in de sector hebben volgens de bank de marges bij een flink aantal bedrijven weggesnoept. Naar verwachting zal die trend nog jaren aanhouden.

Iets doen of verdwijnen
Bij verwerkers ziet Rabobank een sector die zich opdeelt in bedrijven die de markt snappen en daarmee om kunnen gaan en bedrijven die dat niet kunnen. De tweede groep is rijp om te verdwijnen of overgenomen te worden. De auteurs, Koen van Bergen en Albert Vernooij, noteren die trend in afstandelijke banktaal in hun vrijdag verschenen rapport. De margedruk die de markt gemiddeld laat zien "is niet evenredig verdeeld over alle spelers. Ondanks de lastige markt lukte het verwerkers die de markt actief benaderen en vooruitlopen in kostenbewustzijn, aankoop, operationele efficiëntie en innovatie, hun winstgevendheid te stabiliseren. Vooral de partijen die niet meekonden in deze succesfactoren hebben noodgedwongen ingeteerd op hun marges. Juist deze bedrijven zullen moeten kiezen; samenwerken, fuseren, investeren in efficiency of toch vraaggericht produceren? Niets doen is in ieder geval geen optie."

Duidelijke tweedeling
Volgens de marktanalyse van de bank zijn de marges in de vleesverwerkende sector gedaald met met 0,7 procent tot 3 procent. Die daling blijkt echter geheel voor rekening te komen van de slechtst presterende bedrijven in de markt. Hun marge is sinds 2007 gehalveerd tot 1,6 procent in 2013. Bij de rest van de verwerkers ging het in dezelfde periode veel beter. Hun marges blijken gestabiliseerd en bewegen zich tussen de 5 en 6 procent. "Er is een duidelijke tweedeling te zien”, schrijft de bank tussen bedrijven die met de markt om kunnen gaan en bedrijven die dat niet kunnen.

Daar komt nog eens bij dat verwacht moet worden dat de consumptie van varkensvlees in de EU zal dalen
Ondanks overproductie verdere productiestijging bij afnemende consumptie
Ondanks de reeds door de Nederlandse overheid en varkenshouders geconstateerde overproductie aan varkensvlees, verwacht Rabobank dat de productie verder zal stijgen. Daar komt nog eens bij dat verwacht moet worden dat de consumptie van varkensvlees in de EU zal dalen. Rabobank schrijft: "Het economisch herstel zal in de komende jaren leiden tot een beperkte toename van de consumptie van varkensvlees. Rabobank verwacht dat consumptie in de EU met 300.000 ton zal groeien naar 20 miljoen ton (+1,5%) in 2025 en dat die groei voornamelijk in Zuid-Europa (Spanje) en Oost-Europa (Polen) zal plaatsvinden (zie figuur 2). Dit is beduidend minder dan de verwachte toename van de productie van varkensvlees met 800.000 ton tot 22,8 miljoen ton (+4,0%) in 2025, met name als gevolg van de stijgende productiviteit.

rabo_varkens_productie_forecast_EU


Stijging exportafhankelijkheid met 20%
Waar zoveel vlees wordt gemaakt, zonder dat er vraag naar is, neemt de exportafhankelijkheid toe. Die constateert de bank dan ook. Volgens haar loopt de exportafhankelijkheid van de EU buiten het eigen verzorgingsgebied op met 20% van 2.5 miljard kilo vlees tot 3 miljard kilo vlees. Toen de EU eerder voor dit probleem stond, loste het overaanbod zich op richting Rusland. Zolang de EU zich verbonden acht met de VS en zijn ogen economisch en geopolitiek niet naar het Oosten richt, zal die markt definitief gesloten blijken. Rusland liet zijn landbouw na de val van de Soviet-Unie verslonzen. In de periode voor de MH-17 affaire zag het land daardoor zijn importafhankelijkheid voor voedingsmiddelen tot ongeveer 50% oplopen. Inmiddels wordt onder de nieuwe minister van landbouw Alexander Tkatsjov hard gewerkt aan grotere zelfvoorzienendheid, waaronder met name op het gebied van varkensvlees.
Omdat ze nalieten nadrukkelijk onderscheiden producten voor hun thuismarkten te maken, zorgde de productie die niet meer kon overlopen naar Rusland voor prijsbederf in de gehele thuismarkt
In de periode na de val van de Soviet-Unie werden de importen met name door EU-landen ingevuld. Zij verkochten vers product, waaronder varkensvlees, tot ver achter Moskou, en merkten niet op dat hun exporten een krakkemikkig veiligheidsventiel waren om de reeds bestaande overcapaciteit in hun kernverzorgingsgebieden te maskeren. Omdat ze nalieten nadrukkelijk onderscheiden producten voor hun thuismarkten te maken, zorgde de productie die niet meer kon overlopen naar Rusland voor prijsbederf in de gehele thuismarkt. Die bleef toen immers thuis rondhangen en onderscheidde zich niet, zodat ook de waarde van de grote volume-stromen die de EU zelf consumeert in de meeste gevallen onder de kostprijs daalde.

Helder, maar niet scherp genoeg
De gesignaleerde stijging zal volgens Rabobank "de industrie dwingen nieuwe afzetmarkten te vinden. De Russische markt zal na heropening niet herstellen naar de historische volumes, vanwege de groei van de binnenlandse productie en de toename van de concurrentie. In Azië daarentegen, kan de verwachte toename van de vraag niet volledig worden gevuld door de groei van de binnenlandse productie en door concurrerende exporteurs als de VS, Canada en Brazilië. Echter, door de duidelijk lagere kostprijs in laatstgenoemde landen, zal de export naar Azië de varkensprijzen in de EU slechts beperkt ondersteunen."

Boeren zullen doorgaan tot hun gedwongen faillissement, zolang hun vermogen in hun nog (lang) niet afgeschreven bedrijven zit. Daarom kunnen ze niet stoppen, ook al zouden velen het graag willen
Daar staat een heldere, maar niet scherp genoeg geformuleerde conclusie. De EU kan op prijs niet concurreren met Brazilië, Canada en de VS die varkens kunnen produceren tegen kostprijzen die ver onder de kosten van de meest efficiënte Europese bedrijven liggen. Dat betekent dat de Europese export weliswaar economisch gewenst is, maar tevens een wensdroom blijft. Wie tussen de regels doorleest, ziet dat Rabobank noteert dat Europa kampt met een onoplosbare overproductie waarin niemand meer kan ingrijpen. De banken zullen het niet doen omdat ze vast zullen houden aan hun uitzettingen zolang hun kredietnemers het volhouden. Overheden kunnen het niet, stelde ik hier al eerder vast. Boeren zullen doorgaan tot hun gedwongen faillissement, zolang hun vermogen in hun nog (lang) niet afgeschreven bedrijven zit. Daarom kunnen ze niet stoppen, ook al zouden velen het graag willen.

Dominant scenario: stijging die tot daling leidt
Uit de analyse die de bank maakt, valt dan ook een dominant scenario af te lezen. De stijging van de productie die de bank signaleert, wordt ingezet. Later zal die worden gecorrigeerd tot een daling die de exportafhankelijkheid wegneemt en rekening houdt met de dalende consumptie in de EU. Die conclusie trekt de bank zelf niet, maar vormt een logisch scenario op basis van de cijfers en analyses die zij aanreikt.

Extra dreiging: vegetarisch vlees
Dierwelzijnsactivist Hans Baaij zette afgelopen vrijdag op FTM een extra dreiging voor de vleessector neer: vegetarische techfoods. Met name vanuit Silicon Valley komt inmiddels een groeiende stroom uitstekende veganistische imitaties van dierlijke producten die een groeiend publiek begint aan te spreken vanwege hun innovatieve en onderscheidende karakter.

Met name vanuit Silicon Valley komt inmiddels groeiend stroom uitstekende veganistische imitaties van dierlijke producten die een groeiend publiek begint aan te spreken vanwege hun innovatieve en onderscheidende karakter
Volgens Baaij zullen ze de vleesconsumptie verder doen dalen. Ze wekken sympathie. De gevestigde dierlijke eiwitsector lijkt die bovendien te versterken door bijvoorbeeld Just Mayo - een geheel veganistische mayonaise - tegen te werken. Dat zorgt voor gratis én positieve publiciteit rond het nieuwe merk. Ik zou in ieder geval graag eens zo'n pot willen hebben om ervan te kunnen proeven en zou die - als ik AH of Jumbo was - op het schap nemen.

Terwijl marketeers op dit moment het liefst alles 'natuurlijk' noemen, gaat Baaij zover de schoonheid van high tech food aan te prijzen omdat hij aanvoelt dat de tijd daar rijp voor begint te zijn. Baaij: "Dat deze producten ver van de natuur staan, is evident. Het betreft op industriële schaal te produceren artificieel voedsel, dat veel mensen tegen zal staan omdat het niets meer met het traditionele boerenbedrijf van doen heeft. Het staat volledig los van de natuur. De vraag is: is dat erg? De vee-industrie is met zijn doorgefokte, vaak ongezonde dieren, levend op krachtvoer en overeind gehouden met medicijnen, de band met de natuur ook volledig kwijt. Sterker nog, de vee-industrie zorgt voor ongekende schade aan de natuur." Aan zijn denklijn voegt hij dan ook toe dat de middelen die de overheid nu ter beschikking stelt om de crisis in onder meer de varkenshouderij op te lossen, veel beter aan dit soort initiatieven in ons land kan worden gegeven. Wij ontwikkelen die volgens Baaij te weinig en lopen straks het risico ook op dat gebied onder de voet gelopen door niet alleen Amerikaanse en Braziliaanse varkenshouders, maar ook nog eens door Silicon Valley.
Het is niet ondenkbaar dat de saaie, want onvoldoende marktgerichte vleesverwerkende sector juist door vegetarische vleesinnovaties opleeft. De voorbeelden daarvan zijn er al. Of hun ontwikkelingspotentieel al voldoende in de cijfermatige schattingen van Rabobank zijn verwerkt, kan alleen de toekomst leren.

Het is niet ondenkbaar dat de saaie, want onvoldoende marktgerichte vleesverwerkende sector juist door vegetarische vleesinnovaties opleeft
Werken op kostprijs, kwaliteit en innovatie, zegt Rabo
Volgens Rabobank moeten vleesverwerkers drie dingen doen:

1. Verlagen kostprijs door verhogen capaciteit en efficiency
De bank schrijft: "De meest voor de hand liggende optie is het verlagen van de kostprijs door kostenbesparing en het verbeteren van de operationele efficiency. Bestaande locaties kunnen geoptimaliseerd en gemoderniseerd worden. Mogelijke ingrepen zijn: het verbeteren van de routing, het moderniseren van de koeling om dripverlies te beperken en het rendement te verhogen, of zelfs het vergroten van de capaciteit door uitbreiding van het aantal shifts, of investering in nieuwe lijnen voor slachten, uitsnijden, verpakken, etc. Is uitbreiding op de huidige locatie niet mogelijk, dan kan het een optie zijn om te investeren in een nieuwe locatie."
Daar staat: snij zo diep mogelijk in je kosten door meer te maken en investeer daar desnoods in als je het niet in je huidige fabriek kunt realiseren.

2. Optimaliseren capaciteitsbenutting door sluiten locaties
De bank schrijft: "In regio’s met stevige concurrentie voor grondstoffen, vleesvarkens of varkensvlees en zonder noemenswaardige productietoename, kunnen bedrijven zich het beste toeleggen op het verhogen van de capaciteitsbenutting door herstructurering van het aantal locaties. Dit verbetert niet alleen de concurrentiepositie door lagere transportkosten en hogere efficiëntie mogelijk te maken, het versterkt ook de aan- en verkooppositie. Als herstructurering niet mogelijk is moet gezocht worden naar M&A- kansen voor versteviging van de concurrentiepositie op de lange termijn."
Daar staat: neem zwakkere concurrenten over om efficiënter en goedkoper te worden

3. Verbeteren ketenpositie door verticale investeringen
De bank schrijft: "De positie van het bedrijf kan ook worden versterkt door het starten van activiteiten in voorgaande of opvolgende schakels. Naast de potentiële extra marge door betere afstemming van de capaciteit kan door optimalisatie en integratie van de activiteiten de positie dicht bij de uiteindelijke consument worden verstevigd. Bijkomend voordeel is dat beter kan worden ingespeeld op de marktvraag en/of specifieke concepten, wat kan leiden tot een versterking van de marktpositie."
Daar staat wat ook conculega bank ABN Amro onlangs ook al voorstelde: zorg voor partnerships die vorm krijgen vanuit het eindproduct dat maximale waarde moet hebben voor de consument. Creëer daarin als toeleverende keten afhankelijkheid van elkaar op basis van de deal dat je door je stinkende best te doen om het samen te rooien en de consument het best mogelijke te bieden. Zo maak je je los van afhankelijkheden in export omdat je werkt aan onderscheidend vermogen. Daarom beveelt Rabobank ook varkenshouders aan een keuze te maken voor dergelijke ketenverbanden en de onderscheiden concepten die daarin gestalte zullen krijgen. Dat is de manier waarop naast de efficiency-adviezen innovatie moet plaatsvinden.

Met name in de provincie Noord-Brabant is een concentratie aan varkens ontstaan die milieutechnisch en qua ruimtelijke ordening al een decennium voor spanningen zorgt. De provincie staat voor de vraag hoe om te gaan met deze marktinformatie waaruit te leren valt dat de varkensproductie nog verder zal doorgroeien
Op zoek naar de staart
ABN Amro verbond een getal aan het volume dat via Rabo's derde strategische advies zijn weg naar de Europese markt zal kunnen blijven vinden: 40%. Dat heeft implicaties waar beleidsmakers zich over moeten buigen.

Met name in de provincie Noord-Brabant is een concentratie aan varkens ontstaan die milieutechnisch en qua ruimtelijke ordening al een decennium voor spanningen zorgt. De provincie staat voor de vraag hoe om te gaan met deze marktinformatie waaruit te leren valt dat de varkensproductie nog verder zal doorgroeien. Omdat daardoor de overproductie wordt voortgezet, zal het boereninkomen onder even zware druk blijven staan als nu en gefinancierd moeten worden door banken. Pas uiteindelijk zullen de te grote dieraantallen wegvallen. Onderwijl zullen ze slechts voor milieulast, persoonlijk leed voor boeren, ergernis bij buren en kapitaalvernietiging bij banken zorgen. En dat terwijl er mogelijk ruimte is voor een betere boerenboterham als ze maar voor onderscheid in een ketenverband zouden zorgen. Dat geldt zowel voor niches gebaseerd op smaak en ras waar Nederlandse retailers volgens Rabobank voor gaan kiezen, als voor bedrijven die efficiënt en ruim binnen de milieunormen blijven produceren én ervoor zorgen dat voedselveiligheid en dierenwelzijn gelijk opgaan. Die ruimte is er alleen niet voor allemaal, want het gezamenlijke teveel verpest de markt en zorgt voor al die lasten. Dat teveel holt ook de sterke bedrijven uit, zodat de gewenste vernieuwingen en marktgerichtheid uitblijven.
Wat opdoemt, is het levensgrote risico van een race to the bottom waarin na de laatste ronde de laatsten het licht uit mogen doen.

Rabobank maakt duidelijk hoe het ervoor staat, maar trekt die finale conclusies nèt niet. Datzelfde geldt volgens de Brabantse boerenbestuurder Hans Huijbers (ZLTO) voor het rapport van ABN Amro. Hij vertelde me vorige week: "ook in het ABN Amro-rapport zit nog veel hoop en wensdenken, de werkelijkheid ziet er zwarter uit." En inderdaad, ook ABN Amro ziet nog steeds ruimte voor 60% van het volume dat op internationale bulkmarkten zal moeten opereren. En, zegt Huijbers, "kom maar eens met onderscheidende concepten als boer; geven supermarkten je nu echt de ruimte en zijn de nieuwe retailers al op sterkte?" Er moeten keuzes gemaakt worden door varkenshouders en vleesverwerkers, om zinloze lasten en nodeloos leed de pas af te snijden. In werkelijkheid moeten die keuzen echter al zo'n 10 à 15 jaar gemaakt worden. Zoals Rabobank met haar cijfermatige projecties de facto scherp laat zien, zullen ze ook nu door tevelen niet gemaakt worden.

In werkelijkheid moeten die keuzen echter al zo'n 10 à 15 jaar gemaakt worden. Zoals Rabobank met haar cijfermatige projecties de facto scherp laat zien, zullen ze ook nu door tevelen niet gemaakt worden
De varkensvleesmarkt is op zoek naar zijn staart en heeft die nog altijd niet te pakken, terwijl zo duidelijk is waar die zit.

Denk mee met de Brabantse 'minister van Landbouw'
Over precies dit vraagstuk organiseert Foodlog, met ondersteuning van het Transitieteam Brabantse Agrofood van de Provincie Noord-Brabant en ABN Amro, donderdagavond 8 oktober een sessie voor publiek aan de HAS in Den Bosch (inloop 19.30h, start 20h). Die sessie is voor de Brabantse 'minister van landbouw' Anne-Marie Spierings een belangrijk moment in haar bepaling van het beleid in dé varkensprovincie van Nederland. In de zaal en op het podium zitten boeren (heel grote en heel kleine), vleesverwerkers, slimme marketeers, supermarkten, nieuwe retailers, Wakker Dier, Milieudefensie, lokale milieuorganisaties, burgers én Robert Hoste (LEI), het rekengeweten van de Nederlandse varkenssector. Dit is de finale analyse in De Kwestie 'hoe maak je omfietsvarkens?'
Wie het mee wil maken: er zijn nog 50 plaatsen beschikbaar. Schrijf HIER in (print je bevestiging meteen uit; het is je toegangsbewijs).

Fotocredits: Big zonder staart, dorineruter
Dit artikel afdrukken