1. Wat willen de boeren?
Boeren uit de verschillende EU-landen willen steun. Ze kunnen hun rekeningen niet meer betalen. Dat komt doordat de opbrengstprijzen voor hun product onder hun kostprijs zijn gedaald. Ze hebben onvoldoende reserves om de overbrugging naar betere tijden te kunnen financieren. Banken zijn weinig genegen hun verliezen langdurig te financieren.

2. Hebben ze allemaal hetzelfde probleem?
Nee. Twee voorbeelden.

Britse melkboeren zijn in crisis omdat ze nauwelijks melkverwerkers hebben die er kaas, roomboter, Vifit, Actimel of lang houdbare melkpoeder van maken. Een beetje teveel verse melk leidt dan ook meteen tot een overaanbod. De Britten brengen het teveel normaal naar het vaste land, maar daar wil niemand hun melk meer omdat de productie groter is dan verwerkers kunnen verkopen.
In Nederland is het crisis omdat boeren zich te zwaar gefinancierd hebben omdat ze wilden profiteren van het wegvallen van het melkquotum. Ze hebben flink geïnvesteerd in grotere stallen en aantallen dieren. Dat zorgt voor zware financieringslasten die opeens niet meer kunnen worden opgebracht. Daarbij komt dat ze hun stallen hebben gefinancierd op zulke grote aantallen dieren dat die niet eens zijn toegestaan. Ze zitten met deels waardeloos geworden stallen.

Nederlandse varkensboeren maken zoveel varkens dat ze ca. 70% van ieder varken moeten exporteren. Om het kwijt te komen, dumpen ze dat op buurmarkten. Franse boeren kunnen in beginsel het hele varken in eigen land kwijt en hoeven niet te exporteren. Omdat wij - samen met de vooral de Duitsers en Spanjaarden en nog wat Denen (die allemaal veel meer varkens maken dan hun thuismarkt op kan) - bij hen ver onder onze kostprijs onze varkens aanbieden, gaat hun varkenshouderij op de fles. In ons eigen land gaan de varkenshouders kapot omdat ze te weinig op onze thuismarkt kunnen verkopen en al jarenlang teveel moeten dumpen.

Als je iemand hoort zeggen 'ik ga een auto kopen' dan vraag je 'wat voor eentje?' Als iemand je vraagt 'wil je een schouderkarbonaadje voor me kopen?' dan vraag je niet 'wat voor eentje?', maar zeg je 'OK, doe ik'.
3. Wat wil Europa?
Het beleid in Europa is gericht op marktwerking. Dat betekent dat boeren net als bijvoorbeeld autofabrikanten niet meer auto's moeten maken, dan de markt vraagt. Automodellen die niet lopen, verdwijnen immers ook gewoon van de markt. Modellen die het wel doen, blijven. Zo krijg je nooit heel veel meer auto's dan kopers. Als een fabrikant geen mooie maakt zodat hij ze niet kwijtraakt, staakt hij de productie. Andere nemen zijn klanten over met modellen die wel lopen. De crisis is echter veroorzaakt door het feit dat boeren dat mechanisme niet kennen en gewoon doorgaan met produceren, terwijl er al teveel is.
Dat heeft een reden. Als je iemand hoort zeggen 'ik ga een auto kopen' dan vraag je 'wat voor eentje?' Als iemand je vraagt 'wil je een schouderkarbonaadje voor me kopen?' dan vraag je niet 'wat voor eentje?', maar zeg je 'OK, doe ik'. Een karbonaadje is immers niet meer dan 'een karbonaadje'. Boeren moeten van de EU onderscheid leren maken, maar dat hebben ze tot op heden nog niet goed onder de knie. Boeren maken steeds meer karbonaadjes in de hoop die te kunnen verkopen onder de prijs van de buurboer. Autofabrikanten gaan een ander model ontwikkelen en kijken of dat wel verkoopt.

4. Wat wil de EU desondanks doen?
De EU begrijpt dat ze dat nog niet kunnen en zal daarom wat geduld tonen. Er zullen dus wat middelen op tafel komen die zelfs zullen blijven zorgen voor overaanbod 'vanwege het gewoon karbonaadjes maken' in plaats van onderscheiden karbonades zoals een Peugeot, Dacia, VW en BMW van elkaar verschillen. Op termijn zullen boeren echter aan hun lot worden overgelaten, maar ze verdienen wat de EU betreft eerst nog een extra kans.

5. Wat wil Nederland?
Staatssecretaris Dijksma heeft de EU laten weten niet teveel ruimte te willen laten aan dat 'gewoon karbonaadjes' maken. Dat zegt ze niet omdat ze onaardig wil zijn voor boeren, maar omdat onze boeren excelleren in het teveel maken in een heel klein land. Dat brengt onze boeren extra in problemen. Daarom is de PvdA-politica Dijksma wat strenger dan Brussel en zelfs aanmerkelijk strenger dan de liberale VVD die normaal gesproken juist voor marktwerking is.

6. Wat willen de Nederlandse boeren?
Zolang ze niet weten hoe ze Peugeot-, VW- en BMW-karbonades moeten maken, willen ze doorgaan zoals ze tot op heden deden. Anders houden ze het niet vol. Daarom vragen ze om zowel steun, hulp bij (dumpende) export en lastenverlichting als het terugdraaien van kostenverhogende maatregelen. Omdat met name Frankrijk nogal getroffen is door de overproductie uit andere landen is het denkbaar dat de EU middelen zal vrijmaken die voor wat lastenverlichting zullen zorgen. Die zullen dan voor alle landen in de EU gelden. Volgens de huidige EU-voorzitter (Luxemburg) is dat een vorm van maatwerk. Het is echter ook een vorm van solidariteit en gelijkheid en daarmee van eenheid in plaats van de door de EU gewenste differentiatie.

Fotocredits: Bretonse boeren op weg naar Parijs, Sylvaine Salliou, France 3
Dit artikel afdrukken