Kunnen alternatieven voor vlees (en zuivel en eieren), zoals plantaardig vlees of kweekvlees, genoeg opschalen om te tornen aan de dominantie van conventioneel vlees? Julieta Cardenas schrijft op Vox dat daar geld voor nodig is, veel geld.

Het Good Food Institute (GFI) bracht recent een rapport uit over de publieke investeringen in ‘alternatieve eiwitten’. Het GFI schat dat de totale hoeveelheid geld die overheden in alternatieve eiwitten hebben gestopt nu meer dan $1 miljard (€0,92 miljard) bedraagt. Een groot deel daarvan werd opgebracht in 2022, toen overheden $635 miljoen (€584 miljoen) investeerden.

Volgens een Global Innovation Needs Assessment zou de alternatieve eiwitsector $1,1 biljoen (€1,01 biljoen) waard kunnen zijn in 2050 en 9,5 miljoen banen opleveren. Ter vergelijking: de vleesindustrie was in 2021 zo’n $897,5 miljard (€826 miljard) waard.

Het rapport stelt dat overheden jaarlijks $4,4 miljard (€4,05 miljard) in R&D moeten stoppen en $5,7 miljard (€5,25 miljard) in commercialisering om "alle voordelen van alternatieve eiwitten te zien." Door opgeteld $10,1 miljard (€9,3 miljard) per jaar in alternatieve eiwitten te investeren, zouden genoeg faciliteiten gebouwd kunnen worden om aan de groeiende vraag naar eiwit te voldoen.

In Nederland valt te horen dat kweekvlees nu echt moet opschalen. Tegelijk is het toch echt zo dat er in de wereld zo'n 1.000 start-ups zijn die het volgens de kapitaalmarkt echt wel gaan rooien. Wie een bedrijf start in kweek- of namaakvlees krijgt het geld niet meer automatisch en gratis naar zich toegegooid, legden we hier en hier onlangs uit.

Vox vergeet dat er behalve geld een markt voor nodig is en dat die zich niet sneller ontwikkelt dan de vraag. Dat hebben beleggers inmiddels door. Door aan gras te trekken, gaat het niet harder groeien. Zo is het met alternatief vlees ook.
  • Deel
Druk af