Wilbert van de Kamp wil schoolklassen op excursie naar slachterijen. ‘Confronteer kinderen op jonge leeftijd al met de gevolgen van de verspillingsmaatschappij waar we in leven.’
Een paar weken geleden was ik voor het eerst in mijn leven in een slachterij. Wat mij betreft zou elke schoolklas hier een rondleiding moeten krijgen.
Bij de vestiging van het bedrijf dat ik bezocht worden zo’n 25.000 varkens per week geslacht. Dat is een kleine 10 procent van de 300.000 varkens die er landelijk per week geslacht worden.
De plastische details van een dagje in een slachthuis
De rondleiding startte aan de koude en schone kant. Koud, omdat het dier hier al koud is, en schoon, omdat het dier hier al helemaal ‘schoongesneden’ is. Ongelofelijk efficiënt: elk dier is hier een nummer. En elke persoon heeft één taak. Klusjes zoals het afknippen van de poten met een soort pneumatische schaar. Het rook er vooral schoon, met af en toe een klein beetje geur van verbrand haar, omdat er nog wat laatste restjes haar afgeschroeid werden.
Iets verderop stond een man van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Na hem een slager die de door de NVWA-keurder vastgestelde fouten in de nog warme varkens (een ontsteking, vervuiling) opknapte. Want dat stond er op de knop die hij indrukte na het ‘repareren’ van het dode varken: opgeknapt.
Tot slot kwamen we nog bij het deel waar de varkens vanuit de vrachtwagen aankwamen. Er lagen er een hoop rustig te wachten totdat ze op een soort baan met schotten gebracht zouden worden. Dat gebeurde met het knappende geluid van een plastic zak. 'Een mooi rustig beeld', noemde de vrouw die ons rondleidde het.
Dieren die met een wilde blik aan een paar plastic speenden knaagden waren 'leuk aan het spelen'. Schotje voor schotje werden de varkens richting het gondeltje geduwd waarmee ze negen meter naar beneden met koolstofdioxide verdoofd zouden worden. Eenmaal verdoofd werden ze aan een achterpoot opgehangen en kwamen met één snee aan hun eind.
Het was een van de efficiëntste bedrijven die ik ooit zag. Weinig verspilling, duidelijke protocollen en in staat om enorme hoeveelheden vlees te produceren. Ik besloot om niet langer varkensvlees te eten dat op deze manier is geslacht. Een ander maakt misschien een andere keuze. Maar waar het mij om gaat: ik kan die keuze nu bewust maken, omdat ik weet hoe het er aan de achterkant uit ziet.
Zo’n keuze eerlijk maken is pas mogelijk als je ergens een relatie mee aangaat, en hoe meer zintuigen erbij komen kijken, hoe beter. Ik vond voedselverspilling bijvoorbeeld nooit erg, totdat ik met een aardappelboer sprak over verspilling van zijn product en de frustratie en pijn zag die dat tot gevolg had. Ik hoorde het, zag het, voelde het en het veranderde me.
En dat is misschien wel wat het grootste manco in ons voedselsysteem (maar ook breder in duurzaamheid) is: we worden niet meer geconfronteerd met de gevolgen van de keuzes die we überhaupt al niet meer maken. We willen goedkoop vlees eten, niet zelf in een vleesfabriek werken – dat doen arbeidsmigranten – en zijn trots op onze Nederlandse kennis op het gebied van slachten.
Daarom zou ik hier voor pleiten: stuur schoolklassen naar slachterijen, vertel ze het eerlijke verhaal. En doe dat ook met vuilnisbelten. Confronteer kinderen op jonge leeftijd al met de gevolgen van de verspillingsmaatschappij waar we in leven. Laat ze praten met een boer. Laat ze met hun handen in de klei wroeten. Herstel de band tussen waar iets vandaan komt en wat zij er van vinden. Geef ze de mogelijkheid om een eigen, eerlijke keuze te maken over hoe zij willen dat hun wereld eruitziet.
Wilbert van de Kamp richtte onder andere Omapost op, is de drijvende kracht achter Wongema (‘herberg aan het einde van de wereld’) in Hornhuizen en maakt zich sterk voor lokaal en duurzaam eten. Ook presenteert hij de talkshow HELP!? en de podcast De Linkse Mannen Lossen Het Op. Afwisselend schrijven Wilbert van de Kamp en Rutger Middendorp iedere maand een essay over een thema dat te maken heeft met duurzaamheid voor Dagblad van het Noorden.
Dit artikel verscheen eerder in Dagblad van het Noorden.
Dit artikel afdrukken
Bij de vestiging van het bedrijf dat ik bezocht worden zo’n 25.000 varkens per week geslacht. Dat is een kleine 10 procent van de 300.000 varkens die er landelijk per week geslacht worden.
De plastische details van een dagje in een slachthuis
De rondleiding startte aan de koude en schone kant. Koud, omdat het dier hier al koud is, en schoon, omdat het dier hier al helemaal ‘schoongesneden’ is. Ongelofelijk efficiënt: elk dier is hier een nummer. En elke persoon heeft één taak. Klusjes zoals het afknippen van de poten met een soort pneumatische schaar. Het rook er vooral schoon, met af en toe een klein beetje geur van verbrand haar, omdat er nog wat laatste restjes haar afgeschroeid werden.
De nog warme varkens dropen nog van het bloed, grote schalen met ingewanden rolden over een lopende band en er waren allerlei arbeidsmigranten met allemaal één taakDaarna in het warme deel. De nog warme varkens dropen nog van het bloed, grote schalen met ingewanden rolden over een lopende band en er waren allerlei arbeidsmigranten met allemaal één taak. De bijzonderste taak? De ‘sniffer’, een vrouw die haar hele shift met een gasbrander een klein stukje rugvet verwarmde om te kijken of er ‘beergeur’ in het vlees zit. Een beer (een mannelijk varken) verspreidt bij verwarming een geur die door de consument vaak wordt ervaren als vies.
Iets verderop stond een man van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Na hem een slager die de door de NVWA-keurder vastgestelde fouten in de nog warme varkens (een ontsteking, vervuiling) opknapte. Want dat stond er op de knop die hij indrukte na het ‘repareren’ van het dode varken: opgeknapt.
Tot slot kwamen we nog bij het deel waar de varkens vanuit de vrachtwagen aankwamen. Er lagen er een hoop rustig te wachten totdat ze op een soort baan met schotten gebracht zouden worden. Dat gebeurde met het knappende geluid van een plastic zak. 'Een mooi rustig beeld', noemde de vrouw die ons rondleidde het.
Dieren die met een wilde blik aan een paar plastic speenden knaagden waren 'leuk aan het spelen'. Schotje voor schotje werden de varkens richting het gondeltje geduwd waarmee ze negen meter naar beneden met koolstofdioxide verdoofd zouden worden. Eenmaal verdoofd werden ze aan een achterpoot opgehangen en kwamen met één snee aan hun eind.
Het was een van de efficiëntste bedrijven die ik ooit zagEen bewuste keuze dankzij kennis
Het was een van de efficiëntste bedrijven die ik ooit zag. Weinig verspilling, duidelijke protocollen en in staat om enorme hoeveelheden vlees te produceren. Ik besloot om niet langer varkensvlees te eten dat op deze manier is geslacht. Een ander maakt misschien een andere keuze. Maar waar het mij om gaat: ik kan die keuze nu bewust maken, omdat ik weet hoe het er aan de achterkant uit ziet.
Zo’n keuze eerlijk maken is pas mogelijk als je ergens een relatie mee aangaat, en hoe meer zintuigen erbij komen kijken, hoe beter. Ik vond voedselverspilling bijvoorbeeld nooit erg, totdat ik met een aardappelboer sprak over verspilling van zijn product en de frustratie en pijn zag die dat tot gevolg had. Ik hoorde het, zag het, voelde het en het veranderde me.
Confronteer kinderen al jong met de gevolgen van de verspillingsmaatschappijManco van ons voedselsysteem
En dat is misschien wel wat het grootste manco in ons voedselsysteem (maar ook breder in duurzaamheid) is: we worden niet meer geconfronteerd met de gevolgen van de keuzes die we überhaupt al niet meer maken. We willen goedkoop vlees eten, niet zelf in een vleesfabriek werken – dat doen arbeidsmigranten – en zijn trots op onze Nederlandse kennis op het gebied van slachten.
Daarom zou ik hier voor pleiten: stuur schoolklassen naar slachterijen, vertel ze het eerlijke verhaal. En doe dat ook met vuilnisbelten. Confronteer kinderen op jonge leeftijd al met de gevolgen van de verspillingsmaatschappij waar we in leven. Laat ze praten met een boer. Laat ze met hun handen in de klei wroeten. Herstel de band tussen waar iets vandaan komt en wat zij er van vinden. Geef ze de mogelijkheid om een eigen, eerlijke keuze te maken over hoe zij willen dat hun wereld eruitziet.
Wilbert van de Kamp richtte onder andere Omapost op, is de drijvende kracht achter Wongema (‘herberg aan het einde van de wereld’) in Hornhuizen en maakt zich sterk voor lokaal en duurzaam eten. Ook presenteert hij de talkshow HELP!? en de podcast De Linkse Mannen Lossen Het Op. Afwisselend schrijven Wilbert van de Kamp en Rutger Middendorp iedere maand een essay over een thema dat te maken heeft met duurzaamheid voor Dagblad van het Noorden.
Dit artikel verscheen eerder in Dagblad van het Noorden.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
ps Erik van Dam . Mijn moeder (92) huilde bij ieder varken dat op de deel geslacht werd. Varkens die een geweldig leven hadden.. met vrije uitloop maar de modderpoel (en waar ze mee speelde).
Ze wilde daarom nooit met een boer trouwen (gemengd bedrijf toen de norm).
Maar wel nu nu (centrale catering zonder keuze) bio-industrie vlees etend.... met alleen maar ellende voor de dieren.
De wederzijdse Darweniaanse mens-dier relatie is zoek.
De massaslacht (transport) vergroot de stress van het dier... wat niet wil zeggen dat een lokale slagerij daar altijd beter in is... Er is ook een verschil met de kippen misschien. Stress tijdens hun bestaan in de bio-industrie veel langduriger dan bij de slacht... wordt daar les over gegeven? (excursie naar een trotse megastal eigenaar? én naar een trotse melkveehouder met alle respect voor en band met zijn dieren? )
De verspilling ligt op een ander niveau. Van natuurlijke bronnen. Te beginnen bij de Amazone.... tot onze bodem (oppervlakte/ drinkwater/natuur). Lessen daarover ook gewenst. De verspilling van voedsel dat gebruikt wordt voor dieren ipv voor mensen (wat hieronder ook gezegd wordt over - bespoten - aardappelschillen kringloop en zo... Kipster - en een lokale scharrelvarkenshouder, lams(schapen)vlees i.h.a. , de enige die mij overtuigen naast biologisch rundvlees).
De verspilling/ vervuiling inzichtelijk maken iets anders dan een slachterij.
De 'werkelijkheid' leren zien - aan de hand daarvan je keuzes leren maken - de gemeenschappelijke factor. En dat is een taak van het onderwijs.
ps
op mijn lagere school ging iedere 6e klas naar de slachterij. Ik vond het met name geen pretje te zien hoe er 'gestunt' werd met die elektrodepinnen in de varkenskop krijgen... dierenmishandeling! Waarom geen kopschot... als bij het rund? Of neksnit? Elektrificatie - daarnaast - uiterst pijnlijk, en duurt een aantal seconden (ieder kent wel die films met executies in de US).
Toch eet ik nog steeds vlees. Met mate en bewust.
Rondom mij zijn diverse kleinschalige varkensbedrijven te vinden. Zij verkopen hoofdzakelijk aan klanten in de Randstad, zoals ook te zien is bij de clientèle van Norbert Mergen en een biologische varkensboer vlakbij mij, die vlees aan Brandt & Levie levert. Men betaalt zonder al teveel problemen graag de hoofdprijs voor het vaak anonieme vlees van de Keurslager (want dan weet je tenminste wat je hebt) of de potten van HAK, want daar stond vroeger een fabriek van hier in de buurt. Wij leven in een tijd dat er meer discussie is over uit welke pot de lekkerste mayonaise komt, dan te ontdekken dat je die met simpele spullen uit de keukenkast, zelf kunt maken in een paar minuten tijd.
Ik nam overigens vroeger mijn dochter regelmatig mee naar de slachterij om vlees te kopen.
Erg interessante Britse serie: Blood Sweat, And Luxuries S1 EP3.
Ook ik ben geen fan van de hedendaagse bulkproductie.
Helaas is die grotendeels ontstaan door wet en regelgeving die voor kleine ambachtelijke bedrijven onbetaalbaar bleken.
Wet en regelgeving vaak gestoeld op basis van onderbuikgevoelens van mensen die weinig of geen practische kennis hebben en alles maar zielig vinden.
De meeste klagers en activisten over deze grote bedrijven moet eens bij zichzelf ten rade gaan of ze hier niet, bewust of onbewust aan meegeholpen hebben.
De schaalvergroting gaat trouwens in de hele agrarische sector nog steeds gestaag door.
En niet omdat dat een wens van de agrarische sector is.
Ik begrijp niet zo goed waarom men bezwaar zou kunnen hebben tegen de dingen te laten zien zoals ze zijn. Het argument dat je dan alles moet laten zien is onzin. Je moet immers ergens beginnen.
Ik snap wel dat het laten zien hoe dieren 'verdingd' worden in de vleesindustrie best eens negatief zou kunnen uitpakken voor de vleesconsumptie. Als men daar bang voor is dan zou dat tot nadenken moeten stemmen, lijkt me.