Kuypers verklaart zich niettemin voorstander van stadstuinen. Hij prijst het educatieve aspect. Hoeveel kinderen weten niet beter dan dat een komkommer in een plastic jasje zit? Door ze weer zelf in een schooltuintje aan het werk te zetten, zullen ze makkelijker groenten en fruit gaan eten. Behalve natuurlijk als ze het zielig vinden.
Fotocredits: Anne Helmond, opening moestuin Bos en Lommer
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Stadsmensen wonen in die zelfde vieze lucht en op die zelfde vuile grond. Als die zich niet leent voor de productie van voedsel, leent die zich dan wel om er als mens te wonen?
Dankzij initiatieven zoals stadslandbouw worden mensen zich juist meer bewust van de leef- en teeltomstandigheden. Dat is een goede stap om mensen ook meer milieubewustzijn aan te leren. En milieubewustzijn kan weer leiden tot milieubewust gedrag en minder vervuiling. Dat is een cirkel die je op deze manier sluit. En kringlopen sluiten hebben we als mensen nodig om met beide benen op de grond te staan. Grond, mooie grond, vruchtbare grond, echte grond. Niets minder mooi dan tuinieren op mooie aarde. Dat geeft meer waarde dan alleen voedsel. Het geeft kwaliteit van leven.
@Jack: inzake innovatieve stadslandbouw wordt deze Hollandse club al internationaal geprezen http://www.plantlab.nl/4.0/
@Jack dank voor je reactie.
Stadgrond is overal even duur en het valt te bezien of die -ondanks zonlicht & vocht- overal even vruchtbaar is. Armoede/werkeloosheid is een van de belangrijkste redenen dat mensen in niet-westerse landen om 'stadslandbouw' bedrijven. Een achterliggende reden is de na-oorlogse (globale) volksverhuizing van het platteland naar de stad. Grote steden konden en kunnen die groei niet aan, er gaan alom ter wereld stemmen op, om arme migranten -vaak kleine boeren- terug te verhuizen naar het platteland. Want zonder familie en/of ander sociaal netwerk zijn arme migranten in de stad vele malen slechter af dan op het platteland. In Brazilië bijv. bestaan al initiatieven.
Nederland is een land dat van oudsher over veel agrarische kennis en mogelijkheden beschikt. Voor een heel klein land exporteren we, in vergelijking tot de meeste landen, ontzettend veel landbouwproducten, we staan daarmee internationaal in de top-tien en zijn daarbij een groot verdiener inzake land- en tuinbouw.
Inzake 'stadslandbouw' zijn ons kennisniveau, de middelen en mogelijkheden vele, vele malen groter dan in het gemiddelde derde-wereldland waar de meeste mensen die stadslandbouw bedrijven beschikken over zeer beperkte kennis en middelen. Vooralnog is het mijn indruk dat 'stadslandbouw' hier vooral om sociaal-maatschappelijke, educatieve en andere redenen en niet uit bittere noodzaak wordt beoefend.
Verstandig ofwel duurzaam 'stadstuinieren' betekent goed management van alle benodigde factoren. Zeker weten met onze kennis en kunde is het mogelijk om bijv. de Randstad binnen de korste keren internationaal tot de top-tien van de landbouwsteden te laten horen. Helemaal wanneer we ons serieus gaan richten op innovatieve projecten die andere steden kunnen gaan inspireren.
Karin, van die 350 miljoen mensen die afhankelijk zijn van stadslandbouw, leven 349 miljoen mensen in gebieden waar er voldoende zonlicht, vocht en betaalbare ruimte is om 'stadslandbouw' te bedrijven. Laten we het eens vertalen naar de NL situatie: stel dat een consument per dag 2 ons groente en fruit eet. Op jaarbasis (afgerond) 70 kg. Stel dat we een schamele 1 miljoen NL consumenten via stadslandbouw willen beleveren. Dat is 70 miljoen kg. Ik schat dat je maximaal 20 kg groenten en fruit per jaar kan produceren op 1 vierkante meter stadsboerderij. Dan heb je 3,5 miljoen vierkante meter oppervlakte nodig. In of vlakbij een stad kost de (siertuin)grond ongeveer 200 euro per vierkante meter. Alleen de grondkosten bedragen 700 miljoen euro. Tel daar bij op de kosten van de nVWA controle van een paar duizend bedrijfjes, de transportkosten en emissies (of denk je echt dat de consument zijn AGF gaat afhalen bij de stadsboerderij ?), etc, etc. en dan begrijp je dat ik sceptisch ben. En voorlopig blijf. Maar ik laat mij graag overtuigen.
Alleen al omdat praktijkonderwijs een ondergeschoven kindje is geworden, verdient elke vorm van bewust tuinieren en landbouw in steden ondersteuning. Sterker, en ongeacht de vaderlandse wetgeving -die komt er op neer dat scholen grotendeels zelf verantwoordelijk zijn voor hetgeen ze onderwijzen- ben ik een groot voorstander van de invoering van verplicht (school)tuinieren, en daar kun je niet jong genoeg mee beginnen.
Uit ervaring: op de basisschool hebben alle bovenbouw leerlingen interesse in wat groeit en bloeit, maar wat ze in de schooltuin leren is (helaas) grotendeels afhankelijk van de interesse en het enthousiasme van degenen die ze tijdens het schooltuinieren begeleiden.
Meer (praktijk)kennis zal de inhoudelijke discussie(s) over het voedselsysteem ten goede komen. Tegengesteld aan Steel ben ik van mening dat de transitie in ons voedselsysteem al plaats heeft gevonden.
Millstone & Lang (2008) stellen dat van de 800 miljoen stadsbewoners wereldwijd, 350 miljoen mensen (in met name niet-westerse steden) grotendeels afhankelijk zijn (geworden) van stadslandbouw. Als voorbeelden geven ze de uitbraak van het influenza-virus in Hong Kong in 1997 toen bleken in de stad meer dan 1 miljoen kippen te wonen. Daarnaast stellen ze dat (arme) mensen die van het platteland naar de grote steden verhuizen het kwestbaarst zijn en in tijden van politieke en economische crises stadslandbouw gaan bedrijven. Logisch, want vaak is dat de enige kennis/kunde waarover ze beschikken.