image Gistermiddag kreeg ik een droef makend mailtje van Diny Schouten, auteur van 'Het spek van slager Blom'.

De ondertitel van het boek luidt: 'over wat er nog te eten is.' Een boek dus over de laatste paar goede producten die er in Nederland nog te krijgen zijn.

Heel lezenswaardig en aan te bevelen!

Het boek was wellicht zijn tijd vooruit, want inmiddels zie je ze overal: trotse getuigenissen dat we weer Hollands Eten of meldingen dat we zo graag lekker thuis onze échte boerentasjes met groentenpakketten van de koude grond afwachten om er dan zo heerlijk authentiek mee te gaan kokkerellen.

Maar waar gáát dat over? Over die paar opperdoezen of pastinaken? Da's goedkope grachtengordel-bio of de valse romantiek van stadsmensen en andere ont-aarden (waaronder ik me zelf voor het gemak maar meereken). 'Over wat er nog te eten over is' is bijna letterlijk een veel 'aardser' vraagstuk. Én net zo hard een luxe vraagstuk: les extrêmes se touchent! Met de boeren, verdwijnen nl. al die producten die nog smaak hebben. Het jongste nummer van Elle zegt het schijnbaar heel vanzelfsprekend: ‘We hebben spijt,’ schrijft de redactie van Elle Eten. ‘Van de jaren dat we carpaccio en gamba’s verkozen boven rookvlees en Hollandse garnalen. […] Nu zijn we wijzer geworden. We kweken weer kropsla, aardbeien en knaloranje worteltjes in onze moestuin.'

Prachtig! Maar wat doen we hiermee? 'Vergeten groenten' telen en in groentenpakketen stoppen? Maar daar begint het verhaal pas.
Al vergeten groenten telend en distribuerend, zijn er groenten en fruitsoorten die we in onze onkunde snel de vergetelheid inhelpen, ondanks hun smaak en kwaliteit. Ik citeer Diny:

"Ik was voor een verhaal over iets echts Noordhollands op bezoek bij twee telers van Eerstelingen, alias de Andijker alias de Langendijker Muizen, ook 'Skotsen' genoemd, want het ras is plm 1910 naar het schijnt uit Schotland gehaald. Het is een vroege zomeraardappel, net als de Opperdoezer maar volgens de liefhebbers is het de eerste die niet alleen maar vast is, maar ook mooi groot ovaal en glad, en die kruimiger is en veel smaak heeft.

Het is een handgeoogste (zomer-) aardappel, wegens het dunne schilletje dat niet mag beschadigen. Moet/kan dus ook niet gewassen worden, en dus is er alleen bij een enkele groentewinkel nog interesse voor. Zoals je begrijpt is het oude ras verdrongen door meer resistente rassen met gietijzeren eigenschappen en smaken zoals Nicola en Frieslander.

De ene teler zit bij Andijk/Grootebroek. Teelde ze in zijn kas. Heeft ze al niet meer, want is met pensioen, kent in de buurt nog maar 1 teler waar hij ze haalt, maar die houdt binnenkort ook op. De kas is afgebroken, want zijn zoon heeft bedrijf overgenomen en specialiseerde zich in witlof en broccoli (wel heel verrassend goede broccoli & witlof, trouwens). De oud-teler had op zijn bedrijf 15 gewassen (aardbeien, ook bloemen, gladiolen). Net als met gladiolen: als ze geplukt worden als ze op het punt staan om uit te komen, brengen ze geen prijs meer op (want ze moeten HOUDBAAR zijn omdat de handelslijnen zo lang zijn). Dat de eindgebruiker er geen donder plezier meer van heeft, doet er niet toe. Dus hetzelfde verhaal over alle groente en alle fruit: voor rijpe pluk is geen geld, & wil je iets hebben dat smaak heeft, dan moet je het dagvers bij een hobbytuinder halen. [...] Einde verhaal in zicht."


De productie van deze aardappelboeren is zo klein dat een paar Amsterdammers van de Prinsen- en Herengracht samen met een handjevol verdwaalde Durgerdammers de hele productie al zouden absorberen. Toch verdwijnt die omdat de teelt van deze aardappel onvoldoende rendabel is. De werkelijkheid is dat het product top-of-the-bill is, zeer onderscheidend is aan tafel en dus een price premium verdient! Maar zelfs wij weten niet eens dat ze bestaan!

Zo blijken we de facto would-be culi's die groentenpakketten kopen in gezellige groenlinkse trendy tasjes. Daar is niks mis mee, behalve dan dat we denken dat het 'the real thing' terwijl de échte spullen nou juist onder onze neus verdwijnen. Die moet je gaan hálen bij die paar laatste boeren.

In de Porsche of de Landrover Sport? Immers, zodra ze ontdekt zijn, worden het schaarse artikelen en kunnen die jongens en gezellige meiden zeggen dat ze weer iets hebben gevonden wat niemand anders heeft. Daar gaat het tenslotte om als je ook een La Cornue of Lacanche in je keuken hebt ;-)

En Diny, die blijft op zoek naar die échte spullen en die echte boeren: het wordt een Grand Tour die je straks kunt gebruiken als een winkelgids om écht te gaan 'boerenshoppen' (Yeck!).

Een schitterend project: zo komen er misschien wel weer échte boeren met échte producten bij en kun je er na verloop van tijd zelfs met de Peugeot 307 break SW langs!
Dit artikel afdrukken