Terwijl de nodige landbouwministers van de Europese Unie zich distantiëren zich van de geplande reductiedoelstellingen en het verbod op gewasbeschermingsmiddelen, is de Duitse Özdemir (die Grüne) uitdrukkelijk voorstander van strenge en bindende reductiedoelstellingen. Een flink aantal landbouwministers vindt dat de doelstelling om alle landen de helft minder te laten gebruiken niet eerlijk uitpakt voor landen die hun middelengebruik al fors hebben beperkt. De Europese Commissie stelt nu voor om daar gemiddeld 35% minder voor de gehele EU van te maken. Maar ook dat vinden ze oneerlijk, omdat de inspannings- en resultaatsverplichtingen daarmee niet per se eerlijk worden opgelost. Er moet beter naar de context worden gekeken: wie kan nog veel doen en wie niet meer zoveel?

Özdemir noemt het "goed en juist om de Europese wetgeving inzake gewasbescherming te harmoniseren en een duidelijke en ambitieuze doelstelling voor de vermindering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen vast te stellen". Hij ziet de behoefte aan verdere verbetering, maar vindt ook dat zijn Duitse boeren niet mogen worden benadeeld voor de reducties die ze al hebben gerealiseerd.

Groene circulaire meststoffen
De facto steunen alleen Duitsland, Denemarken en Nederland de Green Deal-plannen van de Europese Commissie voor de reductie van gifstoffen in de landbouw. Maar ook Nederland laat waarschuwende geluiden horen. Waarnemend minister van LNV Carola Schouten liet weten dat beperking van chemische middelen zonder oogstbeperkingen nieuwe veredelingstechnieken zoals Crispr-Cas en groene circulaire meststoffen vereisen. De Europese Commissie moet wat Schouten betreft "het onderscheid tussen het gebruik van kunstmest en hoogwaardige meststoffen uit herwonnen bron wegnemen". Daarmee zet de waarnemende minister een agenda die de EC nog niet heeft.

In het algemeen vinden de lidstaten dat de doelen van de Commissie vaag zijn: van welke maat willen zij de helft?
Vaagheid moet worden opgelost
In verordeningen over onvoldoende duidelijk gedefinieerde 'kwetsbare gebieden' vindt Özdemir dat de nadruk moet liggen op beschermde gebieden uit hoofde van de EU-wetgeving. Het aanzicht van beschermde nationale landschappen moet worden uitgesloten, zegt hij. Dat is een interessant punt omdat het in Nederland bijvoorbeeld het Overijsselse coulissenlandschap, dat deels door de veehouderij wordt bepaald, zou kunnen vrijwaren van effecten op Natura-2000 gebieden.

In het algemeen vinden de lidstaten dat de doelen van de Commissie vaag zijn: van welke maat willen zij de helft? Het maakt nogal verschil of je de helft neemt van kilo's werkzame stof, van als het meest risicovol beoordeelde stoffen, van gebruik per hectare of per kilo geoogst product per hectare (zodat intensieve teelt gemakkelijk wegkomt met puntdruk). In de EU-lidstaten varieert de gebruikte jaarlijkse hoeveelheid werkzame stof tussen 0,5 en 9 kilo per hectare. In onderhandelingen tussen de Commissie, ministerraden en het Europees Parlement moet een eerlijke oplossing worden gevonden, zei EU-landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski al begin dit jaar.

Nutri-score toch door?
Als minister van voedingsbeleid sprak Özdemir met Eurocommissaris Kyriakides ook over de komende Europese regelgeving inzake voedingswaarde-etikettering op verpakkingen. Ondanks zwaar en vals Italiaans protest, kondigde Kyriakides een voorstel aan dat gebaseerd zal zijn op de Nutri-Score die in Frankrijk, België, Spanje en Duitsland al wordt ingevoerd; in Nederland bleef de invoering tot op heden onzeker omdat ons land wacht op Europese besluitvorming en intern te maken heeft met wetenschappelijk protest.
Dit artikel afdrukken