Schulte’s onderzoek en de samenwerking tussen boeren, het Ierse ministerie van landbouw, NGO’s en de industrie maakte grote stappen in de broeikasgasreductie mogelijk. Ierland slaagde erin de carbon footprint van een liter melk of een kilo vlees met 15% omlaag te krijgen ten opzichte van het niveau in 1990. Ierland heeft nu een van de meest klimaatvriendelijke melk- en vleesproducties ter wereld in termen van CO2 uitstoot. De verwachting is zelfs dat die 15% zal toenemen tot 25% in 2030. Tegelijk blijkt ook de achteruitgang van de waterkwaliteit gestopt. Dat betekent minder vervuiling per liter of kilo voedsel.
Nog opmerkelijker is de gelijktijdige stijging van de melk- en vleesproductie in Ierland. Terwijl de Ierse veeboeren hun uitstoot en watervervuiling reduceerden, realiseerden ze meer liters en kilo’s. Zoiets is goed nieuws voor de voedselzekerheid. Ierland lijkt te laten zien dat milieumaatregelen niet gepaard hoeven te gaan met een teruggang in productie.
Het debat loopt vast op twee conflicterende doelen, klimaatverandering en voedselzekerheid.Hoe kan dat? Hoe kwamen de maatregelen tot stand? En wat mogen we verwachten van het werk dat de vakgroep agro-ecologie gaat realiseren? We vroegen het Schulte.
Vastgelopen debat
"Het debat loopt vast op twee conflicterende doelen, klimaatverandering en voedselzekerheid. Dat gebeurde ook in Ierland. De uitdaging is het oplossen van de spanning tussen de reductie van broeikasgassen en het vergroten van voedselzekerheid", zegt Schulte.
“De landbouw in Ierland was verantwoordelijk voor een derde van de broeikasgassen. Daar komt bij dat het land 90% van de melkproductie exporteert. Wie aan de nationale klimaatdoelstellingen wil voldoen, wil minder koeien. Wie wil bijdragen aan de voedselzekerheid in de wereld, en dus wil exporteren, juist meer. Omdat het aandeel broeikasgas uitgestoten door de landbouw in Ierland zo groot was en economisch afhankelijk is van melk en vlees, was duidelijk dat landbouw een onderdeel van de oplossing moest zijn en er iets moest gebeuren”.
Maar liefst een derde van het wereld landbouwareaal is niet geschikt voor akkerbouwSleutelvraag
“Om de impasse in het debat weer op gang te helpen moet je de juiste vraag op een hoger niveau stellen” zegt Schulte. Het komt aan op de sleutelvraag: “Wie heeft welk voedsel nodig en waar kunnen we dat het best produceren?"
“Je kunt herkauwers zoals koeien het best houden in gebieden die niet geschikt zijn voor akkerbouw” zegt Schulte. “Maar liefst een derde van het wereld landbouwareaal is niet geschikt voor akkerbouw. De Animal Production groep van Imke de Boer heeft daar een slimme metric voor opgesteld, de Land Use Ratio (LUR). Deze ratio geeft aan of akkerbouw of veeteelt meer voedsel oplevert op een bepaalde grond. Op permanente graslanden zoals in een groot deel van Ierland is die LUR ratio kleiner dan 1, wat betekent dat het beter is om vee te houden dan akkerbouw te bedrijven.”
Op permanente graslanden zoals in een groot deel van Ierland is die LUR ratio kleiner dan 1, wat betekent dat het beter is om vee te houden dan akkerbouw te bedrijvenMogelijke maatregelen
Welke concrete maatregelen maakten dat de Ierse melkveehouderij meer melk en vlees kon produceren en gelijktijdig de uitstoot van broeikasgassen kon verminderen? Schulte: “Er bestaat geen silver bullet en per situatie verschillen de maatregelen. In Ierland is dat bereikt door het verhogen van de zogeheten economic breeding index dat houdt in dat je in je veestapel selecteert op koeien die snel vruchtbaar zijn en meer bevleesd, dus niet uitsluitend op melkproductie. Ook het verkorten van het interval tussen het krijgen van een kalf van een koe van 13 naar 12 maanden dringt de broeikasgasemissies terug. Dat scheelt namelijk weer een maand methaanuitstoot, vertelt Schulte die tevens een sleutel ziet in een zo veel mogelijk gras-gevoerde kudde. "En vergeet diergezondheid niet. Zieke onproductieve koeien verhogen de emissies per liter melk of kilo vlees omdat ze wel eten en mest en urine produceren en dus voor uitstoot zorgen. Daarnaast kun je ook nog aan mestvergisting doen maar dat bleek niet haalbaar in Ierland”, zegt Schulte tot slot van zijn opsomming van mogelijke maatregelen.
Een duurzame melkveehouderij is voor Schulte niet noodzakelijk hetzelfde als een klimaatvriendelijke melkveehouderijVeengronden
“In Ierland is ook de hoeveelheid broeikasgasuitstoot verlaagd door beter landmanagement” zegt Schulte. “Een deel van het Ierse areaal beslaat veengrond. Op deze gronden wordt het grondwaterpeil kunstmatig laag gehouden om het gras beter te laten groeien. Hierdoor oxideert het veen en wordt opgeslagen koolstof uit het veen in CO2 omzet. In veel grotere mate zelfs dan eerst werd verondersteld. Door het grondwaterpeil te verhogen en de boeren te compenseren voor hun economische verliezen kan de Ierse overheid grote stappen maken om de klimaatdoelstellingen te halen. Dat zou ook Nederland kunnen doen voor boeren op veengronden.”
Klimaat versus dierenwelzijn
Een duurzame melkveehouderij is voor Schulte niet noodzakelijk hetzelfde als een klimaatvriendelijke melkveehouderij. “Klimaatefficiënt geproduceerd voedsel en duurzaamheid gaan eerst hand en hand maar op een gegeven moment lopen ze uiteen. Als je namelijk vanaf een bepaald punt de efficiëntie nog verder wilt verhogen, dan moeten de koeien de stal in.
"Klimaatefficiënt geproduceerd voedsel en duurzaamheid gaan eerst hand en hand maar op een gegeven moment lopen ze uiteen."Daar kun je hun voeropname en de emissies verder optimaliseren. Dat kan ten koste gaan van dierenwelzijn wat ook een onderdeel van duurzaamheid is. Daarom moeten we als samenleving bepalen hoe we met dieren willen omgaan en welk soort duurzaamheid we precies voor ogen hebben.”
Pixelcropping
Een andere vorm van landbouw die opdoemt aan de horizon is pixel cropping. “Sinds de uitvinding van de ploeg door de Romeinen staat landbouw in het teken van mechanisatie. Daarom hebben we nu rechthoekige velden.” zegt Schulte. “We staan op het punt van een technologische doorbraak en een omslag. We begrijpen de ecologische processen veel beter en kunnen daardoor af van de vierkanten monoculturen. De eerste stap in die richting is strokenteelt. Daar zijn we nu concreet mee bezig. In een vierkant veld kan een plaag of ziekte kwadratisch uitbreiden. In stroken gebeurt dat lineair; dat beperkt de schade. Daarnaast kan je gebruik maken van natuurlijk bestrijding. We kennen allemaal het voorbeeld van de wortel en de ui die elkaars plaaginsecten op afstand houden”. Maar, zegt Schulte “we gaan zelfs nog een stap verder. Mijn groep is in gesprek met de vakgroep Farm technology en Plant Sciences. Zij werken aan robotteams. Je zet een plant op een plek waar die het best kan groeien en de robots doen de oogst. ”Pixel cropping.” noemen we dat. In plaats van dat de techniek de plantconfiguratie bepaalt, bepaalt dan de ecologie de configuratie. Dan ga je een soort permacultuur nabouwen. Het beste van ecologie en technologie.”
"Perspectief creëren en samenwerken. Daar zijn boeren mee geholpen."Geen brandjes blussen
Wat is het geheim achter het Ierse succes? “Samenwerken”, antwoordt Schulte meteen. “Geen brandjes meer blussen maar een perspectief creëren en samenwerken. Daar zijn boeren mee geholpen. De financiële ruimte of het speelveld van boeren is bekend. Je kunt ze een bepaalde richting op dwingen maar dan vallen ze van het speelveld af en gaan ze failliet. In Ierland hebben we onderzocht waarom boeren oorspronkelijk de sprong naar low carbon farming niet konden maken. Daar bleken drie redenen voor. Ze zaten met een informatieachterstand, de marketing in de keten was onvoldoende afgestemd en het beleid was er niet op ingericht. Toen dat duidelijk werd, hebben de boeren, de industrie, NGO’s en overheid samen een oplossing gevonden. Door samenwerking kon Glanbia, de grote Ierse zuivelverwerker, anticiperen op de toegenomen melkstroom en investeren in extra droogcapaciteit. Omdat de boel goed op elkaar was afgestemd kwamen de boeren niet met melk te zitten die ze niet kwijt konden.”
Op 10 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#8 Tom de Fries, duurzaamheid omvat veel thema's waarvan mineralen-efficientie op bedrijfsniveau er slechts een is. Kijk je wel naar mineralen, dan dien je de gehele keten te overzien. Als een melkveehouder zijn koeien voer geeft dat in essentie elders is geproduceerd (bijv. gebaseerd op soja, maïs, tapioca, citrus, etc), is hij medeverantwoordelijk voor behoud van de bodems waar die producten zijn verbouwd. Een deel van zijn mest dient daarvoor naar die gebieden terug te gaan. Het daadwerkelijk (zoveel als mogelijk) sluiten van kringlopen is een belangrijke opgave in het kader van duurzaamheid. Daaraan dragen aspecten als grondgebondenheid en eigen eiwitproductie sterk bij.
Weet je dat de productie van een rantsoen met veel gras mogelijk is met een veel lager gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dan een rantsoen met veel maïs en wat sojaschroot. Je dient immers niet alleen naar je eigen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te kijken, maar ook naar dat elders in de wereld.
De veenbodems die wij nu gebruiken of 'verbruiken' dragen aanzienlijk bij aan de emissie van broeikasgassen. Er dient drooglegging te zijn voor melkveehouderij, maar door heel geheel Nederland varieert deze tussen ca. 30 cm in de natste delen van Groene Hart / Laag Holland tot meer dan een meter in Friesland. Boeren op die natste gronden is een grote uitdaging, maar voor 'gemakkelijk en goed boeren' is meer dan een halve meter echt niet nodig.
Wat betreft de genetica van dieren, kunnen veel NLse melkkoeien onder goede omstandigheden meer produceren dan ze nu doen. Er is op veel bedrijven een aanzienlijke niet benutte genetische potentie voor melkproductie. Daardoor is het mogelijk om in de fokkerij meer te selecteren op andere relevante kenmerken zoals gezondheid.
Sommige bedrijfssystemen zijn over het geheel aanzienlijk duurzamer dan anderen. Om dat te kunnen zien, dien je de beoordeling van alle bedrijfssystemen goed te doen en zeker niet te focussen op een of enkele onderdelen. Maar dat hoef ik jou niet te zeggen.
Dit vind ik zeer uitdagende inzichten, vol met '' hogere lagen'' en een flinke mate van totaal overzicht in de melkveesector. Rogier Schulte schetst vergezichten, kansrijk , die mij wel tot vragen leiden binnen ons bedrijf
Wie kan mij feitelijk uitleggen hoe duurzaamheid toeneemt met een groot aandeel gras in de voeding, ik ga er van uit dat krachtvoer input dan erg laag moet zijn. De N-benutting ( ureum-getal) wordt een zware uitdaging.
Worden de melkrassen genetisch verlaagd in melkpotentie, maar anderzijds wordt de sterkere melkkoe ieder jaar gevraagd te kalven om de melkgift in de benen te houden, wie kan uitleggen waar we dan naar streven? .
De drooglegging van veengrond verminderen. Dit heeft tot gevolg dat de terecht als belangrijk benoemde gezondheid verslechtert ( gewaskwaliteit en leverbot).
Wiebren, als je het zegt, lok je de vraag uit: wat concludeerde het gezelschap op weg terug naar huis?
Saillant detail, ik denk dat we in 2011 als vakgroep melkveehouderij (bestuurders en adviseurs) een studiereis hebben gedaan in Ierland. Oa om de plannen van overheid en sector te bestuderen. Mede met het oog op einde melkquota
Een vraagje van een koeienleek; zijn die Ierse melkveehouders niet compleet afhankelijk van gelden uit het GLB voor hun bedrijfsvoering?
(Niet dat ik dat erg vind overigens, als het gewaardeerd wordt is dat ook prima.)