Het Voedingscentrum meldt op zijn website:

8 van de 10 jongeren zegt invloed te hebben op wat ze thuis eten. Liefst zouden ze zien dat ook hun ouders beter letten op dierenwelzijn en milieu bij het boodschappen doen.

73% van de jongeren vindt het belangrijk dat het vlees dat ze eten komt van dieren die goed behandeld zijn. Nog eens 23% is het met die stelling een beetje eens. Verder vindt 43% van de jongeren dat het belangrijk is dat bij de productie van eten rekening is gehouden met het milieu, en 46% is het daarmee ‘een beetje eens’.

Ruim de helft van de ondervraagden (54%) wil graag tips krijgen hoe ze door kleine veranderingen in hun dagelijkse eetgewoonten het milieu en dierenwelzijn kunnen verbeteren. De jongeren geven ook aan welke informatie en tips ze zouden willen hebben: ‘Hoe worden dieren geslacht, met of zonder pijn?’,‘Merkt een kip wel of hij binnen of buiten rondloopt?’, ‘Hoe krijg je toch eiwitten binnen als je geen vlees eet?’ en ‘Wat heeft het voor nut als ik minder vlees zou gaan eten?’.


Duurzaam blijkt nog altijd een diffuus begrip. Een diervriendelijk dier is nog geen duurzaam dier. Bij de huidige definities gebruikt het meer ruimte en heeft het een ongunstigere eco-footprint dan een 'ondiervriendelijk' dier.

Het belangrijkste nieuws van het onderzoek sneeuwt onder: jongeren willen iets weten over hun eten. Het huidige beleid is vooral gericht op dommige voorlichtingscampagnes met een eenduig handelingsperspectief. Zo is het begrip duurzaam vlees synoniem geworden met diervriendelijk vlees.

De jeugd is wijzer dan de voorlichter. Die wil gewoon informatie en zelf beopalen wat ze daarmee doen. Duurzaamheid betekent je eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Het is verheugend dat de jeugd daar net zo over lijkt te denken.

Wat de redactie van dt medium betreft ontbreekt onder het onderzoek de zin: 'we stellen voor nader onderzoek te doen naar dat aspect."


Dit artikel afdrukken