De brief maakt duidelijk dat LTO Nederland voorzitter Marc Calon wel degelijk uit het Landbouw Collectief wilde stappen, toen dat enkele weken geleden nog werd ontkend. De Volkskrant drukte een interview af, waarin hij aangaf los van het Collectief te willen gaan opereren. Later werd door LTO ontkend dat hij die uitspraak zou hebben gedaan.

Met het besluit van vanmiddag blaast LTO het Landbouw Collectief definitief op. De overheid krijgt weer te maken met een diversiteit aan gesprekspartners en moet besluiten of LTO - van oudsher veruit de grootste landbouwbelangenbehartiger - voor een voldoende grote achterban staat om er in de Nederlandse polder zaken mee te kunnen doen.

Uit een enquête die werd gehouden door landbouwuitgever Agrio, zou blijken dat 83% van de LTO-leden vindt het Landbouw Collectief moet worden voortgezet. Tachtig procent zou bovendien willen dat de gezamenlijke belangenbehartiging verder moet gaan dan stikstof alleen.

De brief van de voorzitters komt op een moment dat minister Schouten duidelijk maakt dat haar ministerie het stikstofdossier eigenhandig en zonder overleg oplost. Een niet langer bestaand boerenfront komt haar goed uit; het maakt minder zichtbaar dat polderoverleg niet erg hoog op de agenda staat.

In boerenkringen is het een publiek geheim dat LTO Nederland grote moeite had met de dominante rol van de Farmers Defence Force (FDF) binnen het Collectief. Keer op keer zorgden botte optredens van de nieuwe boerenorganisatie voor grote spanningen. De sympathie voor de nieuwe boerenorganisatie onder boeren is echter groot, zodat LTO een gok neemt door zich met het genomen besluit de facto definitief van de FDF te distantiëren.


De brief

Beste leden,

In de afgelopen tijd hebben veel partijen hun mening gegeven over het Landbouw Collectief. Als bestuur vinden we het belangrijk om jullie rechtstreeks en transparant te informeren over de positie van LTO.

Ontstaan van het Landbouw Collectief
Het Landbouw Collectief is eind vorig jaar ontstaan als tijdelijk samenwerkingsverband tussen dertien landbouworganisaties. Groot en klein; de krachten werden gebundeld voor het stikstofdossier. Als LTO hebben we onze verantwoordelijkheid genomen door, net als een beperkt aantal andere partijen, de kennis en capaciteit van onze werkorganisatie ter beschikking te stellen. Dat hoort bij de rol en verantwoordelijkheid die we als belangenbehartiger hebben.

Ondanks dat de resultaten van de gezamenlijke lobby niet zijn wat we ervan gehoopt hebben, zijn er zeker stappen gezet. Bovendien roept het Landbouw Collectief bij veel boeren het gevoel van eenheid en gezamenlijkheid op. Dat gevoel is begrijpelijk. ‘Samen sterk’ is vanuit de coöperatieve wortels van de sector een diepgewortelde wens die we als LTO-organisaties delen.

Diversiteit
Tegelijkertijd is het geen geheim dat er zowel voor als achter de schermen van het Landbouw Collectief veel discussie heeft plaatsgevonden. Over inhoud, toon, accent en stijl. Dat is geen verrassing. Er zijn niet voor niets meer dan dertien verschillende landbouworganisaties. De visie op hoe agrarische belangenbehartiging moet worden vormgegeven verschilt vaak fundamenteel.

Als LTO hebben we een kenmerkend profiel waar onze leden bewust voor kiezen; verbindend, op de inhoud en vanuit een groot netwerk dat in de afgelopen jaren is opgebouwd. Uiteraard leren we ook van het verleden. We beseffen ons dat we soms scherper en duidelijker moeten zijn, ook wanneer het compromis het hoogst haalbare is gebleken.

Eenheid in verscheidenheid
Na het verschijnen van de stikstofbrief hebben alle deelnemende partijen nagedacht over de toekomst van het Landbouw Collectief. Een aantal deelnemers is van mening dat er dwingende afspraken moeten komen onder regie van het Landbouw Collectief, waardoor de ruimte voor andere meningen en eigen accenten beperkt is. Verschillende andere partijen zoals LTO Nederland kiezen voor een lossere en meer informele samenwerking. Niet voor niets zijn er 13 verschillende landbouworganisaties met hun eigen dynamiek en diversiteit. Het gaat niet werken om die diversiteit in één keurslijf te persen. Wij zijn ervan overtuigd dat in een dergelijke samenwerking iedere organisatie optimaal zijn eigen rol kan vervullen binnen de agrarische belangenbehartiging. Met 19 verschillende dierlijke en plantaardige sectoren is het voor LTO Nederland noodzakelijk om ook samen te werken met ketenorganisaties en andere werkgeversorganisaties.

Voor LTO Nederland, LLTB, LTO Noord en ZLTO betekent dit dat de huidige samenwerkingsvorm in het landelijke Landbouw Collectief niet op deze manier kan worden voortgezet. Wel willen we blijven samenwerken met alle partijen die constructief en op basis van gelijke doelen en waarden zich inzetten op het stikstofdossier. Zoals we dat bijvoorbeeld de komende maanden met tal van organisaties in verschillende provinciehuizen van Nederland zullen doen.

Aan het werk
De afgelopen periode is veel goeds gebeurd. We hebben als landbouwpartijen echter ook veel tijd verloren aan interne dynamiek en turbulentie. Het is het tijd om de bakens te verzetten en te doen waarvoor alle belangenbehartigers zijn opgericht; leden vertegenwoordigen in de ‘buitenwereld’. Van parlement tot ministerie, van ketenpartijen tot consumenten. Dat doen we samen!

Met vriendelijke groeten,
Marc Calon, LTO Nederland, Dirk Bruins, LTO Noord, Wim Bens, ZLTO, Léon Faasen, LLTB
Dit artikel afdrukken