Het GLB lijkt op een mammoettanker die met veel steun van veel landbouwministers en Europarlementariers moeilijk van koers is te veranderen. Eind april wil Frans Timmermans met zijn “From Farm to Fork strategy” een poging doen om dit beleid bij te sturen, maar de huidige landbouwlobby’s wijzen erop dat ze nu tot de vitale sectoren van de maatschappij behoren. De Europese Christen Democraten in het Europees Parlement vragen – vanwege de Coronaproblemen – al om uitstel van die Farm to Fork strategie 2.

Business as usual
De Europese Rekenkamer pleit – met een verwijzing naar de Green Deal - voor een aanpassing van het GLB en schrijft: “In het algemeen voldoet de voorgestelde hervorming van het GLB niet aan de ambities van de EU inzake een groenere en robuustere op prestaties gebaseerde benadering”. Helaas krijgen rapporten van de Europese Rekenkamer in de Nederlandse media en politiek zelden de aandacht die ze verdienen.

De scepsis van de Europese Rekenkamer over de klimaateffecten van het GLB komt niet uit de lucht vallen. Reeds in 2016 maakte zij een beoordeling van het thans van kracht zijnde GLB voor de periode 2014-20203. “Er is geen sprake van een significante verschuiving in de richting van klimaatactie. Het is voornamelijk ‘business as usual”. De Commissie en de lidstaten moeten alle potentiële mogelijkheden verkennen en zorgen voor een echte verschuiving in de richting van klimaatactie”. Er zou volgens hen €30 miljard van het GLB budget (vergroening en plattelandsgelden) ten onrechte zijn aangemerkt als klimaatbeleid. Net zoals Mac van Dinther in de Volkskrant4 beschreef over de greenwash van de vergroening (biodiversiteit) van het GLB worden de klimaateffecten van het GLB sterk overschat.

Overigens is het niet alleen de Europese Rekenkamer die kritiek heeft op deze ‘greenwash’ praktijken van de Europese Commissie. Onderzoekinstituten 5,6, wetenschappers 7 en NGO’s 8 hebben zich de laatste jaren kritisch uitgelaten over de klimaatvoornemens voor het GLB van 2021-2027. Voor de komende periode 2021-2027 heeft de Commissie aangekondigd dat 40% van het budget gebruikt zal worden voor klimaatdoeleinden. Om een drietal redenen zal daar weinig van terechtkomen:

  1. De huidige GLB voorstellen zijn veel te vrijblijvend.

  2. De Commissie gebruikt een methodologie op een zodanige wijze dat een sterke overschatting van de klimaateffecten optreedt.

  3. In het GLB zitten nog steeds perverse subsidies die haaks staan op het klimaatbeleid.


Vrijblijvendheid
In de concept verordening ontbreken duidelijke financiële doelen voor de lidstaten hoeveel geld zij in hun op te stellen Nationaal Strategische Plannen moeten besteden aan klimaatdoelen. Het moet meer zijn dan in de huidige periode, maar het is niet duidelijk hoeveel meer. En mijn ervaring - als oud-Brussels ambtenaar - is dat als zaken niet duidelijk in de verordeningen zijn geregeld er weinig mogelijkheden zijn om dat van de lidstaten af te dwingen.

De wijze waarop de Commissie een internationaal erkende OECD methodologie toepast leidt tot een sterke overschatting van de klimaateffecten
Lidstaten zijn verplicht om boeren de mogelijkheden te bieden om deel te nemen aan een ‘Ecoscheme’ (maatregel voor klimaat of biodiversiteit), maar boeren zijn niet verplicht om daaraan deel te nemen. Veel van die maatregelen hebben een korte termijn karakter. Maar als boeren afspraken maken om CO2 op te slaan in de bodem en weiland te maken van bouwland, dan behoudt hij de vrijheid om na zes jaar weer het grasland te scheuren, waardoor de klimaatwinst in één keer weer verdampt kan zijn. Het gaat bij de gelden van het GLB vooral om een tijdelijke verandering van de gangbare landbouwpraktijk. Indien die betalingen stoppen is het afgelopen met het nuttig effect. Anders dan bij investeringen in zonnepanelen of windenergie die langjarige effecten hebben. Ook bosaanleg, als dat tenminste niet gebeurt in veenweidegebieden of natuurgebieden, kan een klimaatnuttige investering zijn omdat dit een blijvend effect heeft.

De Europese Rekenkamer heeft vorig jaar een beoordeling gepubliceerd van de nieuwe GLB voorstellen 9. “Doelstellingen zijn niet duidelijk omschreven en niet omgezet in gekwantificeerde streefdoelen. Bijgevolg blijft het onduidelijk hoe een groener GLB zou kunnen worden beoordeeld of gemeten. Het voorstel bevat niet de noodzakelijke elementen van een doeltreffend prestatiesysteem. Het nieuwe GLB zou meer prikkels voor prestaties moeten omvatten, alsmede doelstellingen die duidelijk gekoppeld zijn aan output, resultaten en impact”. Verder vreest de Europese Rekenkamer dat er minder verificaties en controles zijn. Ze wijst op het gebrek aan een robuust extern controlesysteem. Bovendien wordt de Commissie in de toekomst door de certificerende instanties van lidstaten minder geïnformeerd. Daardoor zal de Commissie minder verantwoording kunnen afleggen over de Europese gelden. Volgens de Europese Rekenkamer vindt in de nieuwe voorstellen een sterke verlaging van de sancties plaats 8. In het huidige GLB bedragen de boetes voor het niet naleven van b.v. de vergroeningsvereisen (zoals bv. vruchtwisseling) 50% van de vergroeningsbetaling. In de voorstellen voor de komende periode worden de boetes voor het niet nakomen van de voorwaarden die aan de inkomenstoeslagen worden gesteld teruggebracht tot 1%.

Het toont het vrijblijvende karakter aan van de huidige voorstellen.

Methodologie
De wijze waarop de Commissie een internationaal erkende OECD methodologie10 toepast leidt tot een sterke overschatting van de klimaateffecten. Het gaat hier om de zogenoemde 'Rio-indicatoren' waarbij klimaatcoëfficiënten van 0 %, 40 % en 100 % worden toegepast op de EU-uitgaven. Als een bepaalde maatregel uitsluitend voor klimaatdoeleinden wordt ingezet, wordt het financiële bedrag voor 100% toegerekend aan klimaat. Indien een bepaalde maatregel een neveneffect heeft voor klimaat wordt het budget daarvan voor 40% toegerekend aan klimaat. Deze methodologie wordt gebruikt voor het huidige GLB en voor de nieuwe GLB voorstellen. Voor het huidige GLB zou 20% van het budget gebruikt worden voor klimaat. In een rapport van de Europese Rekenkamer uit 2016 wordt aangegeven dat de gebruikte methodologie tot een zeer sterke overschatting heeft geleid van het klimaateffect 3.

Voor de nieuwe periode wordt wederom met dezelfde – door velen bekritiseerde - methodologie gewerkt. De directe inkomenssteun zou dan voor 40% ten goede komen aan klimaatdoelen. Als rechtvaardiging verwijst de Commissie naar de zgn. ‘conditionaliteitseisen’; dat zijn de voorwaarden waaraan boeren moeten voldoen om in aanmerking te komen voor inkomenssteun. Maar die voorwaarden zijn voornamelijk gebaseerd op bestaande Europese wetgeving (6). Bestaande landbouwpraktijken worden als klimaatvriendelijk beschouwd. Een voorbeeld maakt de overschatting duidelijk: “It is hard to understand why payments to a maize farmer growing maize silage for animal feed using conventional chemicals and fertilisers are assumed to contribute to climate action with a coefficient of 40%” schrijft het Institute of European Environmental Policy, een gerenommeerd onderzoekinstituut 5.

Voor beheersovereenkomsten voor biodiversiteit wordt 100% van het budget toegerekend aan klimaat, maar als een Nederlandse melkveehouder 10 hectare van zijn 50 ha gebruikt voor agrarisch natuurbeheer hoeft dat niet te leiden tot minder koeien die minder methaan uitstoten en hoeft dat niet direct een positief effect te hebben op klimaat. In feite zou een percentage van 40% eerder op zijn plaats zijn.

Een van de voorwaarden die mogelijk gunstig uitwerkt, betreft de eis om geen verdere peilverlaging in veenweidegebieden toe te staan. Het gaat hier om een nieuwe voorwaarde omdat het verlies van veenweidegebieden een sterke uitstoot van broeikasgassen met zich meebrengt. Maar het is de vraag hoe of de betreffende lidstaten gaan zorgen voor een passende uitwerking van deze maatregel.

De Europese Rekenkamer is buitengewoon kritisch over de wijze waarop het GLB wordt aangepakt
Perverse subsidies
De Europese Rekenkamer is buitengewoon kritisch over de wijze waarop het GLB wordt aangepakt 9: “In het bijzonder zou het grootste deel van de begroting blijven bestaan uit rechtstreekse betalingen aan landbouwers op basis van een bepaald aantal hectaren grond die de landbouwers gebruiken of waarvan ze eigenaar zijn. Volgens de Europese Rekenkamer “is dit instrument niet geschikt om talrijke milieu- en klimaatgerelateerde problemen aan te pakken en evenmin de efficiëntste wijze om steun te bieden met het oog op een leefbaar landbouwbedrijfsinkomen”.

Daarnaast zitten in het GLB nog perverse subsidies, niet alleen voor de marketing van vleesconsumptie (“Kip, het lekkerste stukje vlees”), maar vooral ook door de zogenoemde gekoppelde betalingen. Dat zijn betalingen voor boeren die steun krijgen als ze veehouderij blijven uitoefenen. Dat betekent dus een belemmering om over te schakelen op een meer plantaardige productie en een rem op de noodzakelijke eiwittransitie die Europa nodig heeft. Momenteel bedragen die gekoppelde betalingen voor dierlijke productie €3 miljard per jaar 11.

Terecht wijzen ook experts als Alan Mathews en de Europese Rekenkamer er op dat de komende tijd - met de vertraging van de besluitvorming over het GLB – gebruikt moet worden om de GLB voorstellen meer in lijn te brengen met de Green Deal en de nog uit te brengen “From farm to fork strategy” 7.

Als reactie op de Europese Christen Democraten heeft de Europese Landbouwcommissaris Wojchiechowski, toevallig afkomstig van de Europese Rekenkamer, laten weten dat het herstel van de landbouw na de Coronacrisis groen en duurzaam moet zijn13.

Noten
1. Rapport Europese Rekenkamer 2020:
2. Europese Christen Democraten vragen om uitstel van de FF2FS
3. Rapport Europese Rekenkamer 2016
4. de Volkskrant, artikel over de vergroening van het GLB, Mac van Dinther
5. Institute of European Environmental Policy: IEEP
6. Alliance Environnement / Ricardo
7. Alan Matthews
8. Ariel Brunner van Bird Life
9. Rapport Europese Rekenkamer 2019
10. OECD
11. Slide 11 of presentation
12. Alan Mathews, maart 2020
13. Interview met de Europese Landbouwcommissaris, Euractiv
Dit artikel afdrukken