De onderzoekers legden statistische gegevens over de vruchtbaarheid van vrouwen (gemeten naar het aantal kinderen dat ze krijgen) en gezinsgrootte naast gegevens over het voorkomen van vele soorten kanker. De gegevens haalden ze uit het ruwe statistische materiaal van gezondheidsorganisaties van de Verenigde Naties.

Over de hele wereld, ongeacht sociaal economische status, leefomgeving, afkomst of andere externe factoren namen ze dezelfde trend waar. Vrouwen die meer kinderen baarden gedurende hun leven hadden een kleinere kans om kanker aan de eierstokken, de baarmoeder en de baarmoederhals te krijgen. Maar ook mannen die vader werden van een groot gezin liepen minder kans op het krijgen van kanker, van welke soort ook.

Het effect dat ze zagen, was sterker voor mannen dan voor vrouwen. Dat is opmerkelijk.

Psychologische, leefstijlgerelateerde en biologische factoren
Dat vrouwen die veel kinderen hebben gekregen, bij het ouder worden beter beschermd zijn tegen ‘vrouwelijke’ soorten kanker, is al langer bekend. Dat vaders kennelijk ook beschermd worden tegen kanker door een grote kinderschare, lijkt niet heel logisch. De onderzoekers zoeken verklaringen in drie soorten factoren: psychologische, leefstijlgerelateerde en biologische.

Hypothesevormend
Een met meerdere kinderen gezegend gezinsleven bevordert het levensgeluk en het welbevinden van de ouders, denken de onderzoekers. Het is bekend dat psychologische en psychiatrische problemen de lichamelijke gezondheid negatief beïnvloeden. Ook sterk negatieve ervaringen in het leven, zoals de dood van naasten, scheiding, verwondingen en ongelukken, of een gestresste leefstijl, depressie en angsten kunnen leiden tot het ontwikkelen van kanker. Het verzorgen van een schare kinderen zou het omgekeerde effect kunnen hebben.

Mogelijke biologische verklaringen zijn er ook, zeggen de onderzoekers. Als eerste noemen ze de grotere aanmaak van het ‘gelukshormoon’ oxytocine, zowel bij vrouwen als bij mannen. Oxytocine komt niet alleen vrij bij vrouwen die baren of borstvoeding geven (zoals voorheen werd gedacht), maar ook in de omgang van de ouders met de kinderen. Het maakt ouders gelukkig, stabiel en monogaam. Of het zelfs beschermt tegen de ontwikkeling van kanker, is echter maar de vraag. Een recent verkennend onderzoek naar de werking van oxytocine werpt nogal wat vragen dienaangaande op.

Hun tweede biologische verklaring is een evolutionaire. Een grote vruchtbaarheid kan erfelijk zijn en gepaard gaan met een geringere genetische aanleg voor het krijgen van kanker.

De onderzoekers benadrukken dat het verband dat zij vonden weliswaar significant is, maar dat dit soort ecologisch onderzoek geen enkel oorzakelijk verband aangeeft. Dergelijke studies worden gedaan om hypothesen te vormen die in nader onderzoek getest kunnen worden. Tot die tijd moeten de verklaringen die bij de uitkomsten worden gegeven als speculatief worden beschouwd.
Dit artikel afdrukken