De sector sloeg alarm en protesteerde op het Malieveld. Van Veldhoven beloofde een ruimere norm, per 1 december. In de aanloop daartoe heeft ingenieurs- en advies bureau Sweco een 'hittekaart' gemaakt van de mogelijke probleemlocaties in Nederland. Voor het eerst is daarmee een totaaloverzicht beschikbaar van de problematiek. "De belangrijkste vraag wordt straks: op welke plekken komen ze in zulke concentraties voor dat je er echt wat mee moet," zegt projectmanager bodem en ondergrond Cees Maurits van Sweco in Het Financieele Dagblad.
Sweco heeft geen bodemonderzoek gedaan, maar "alle beschikbare data bij elkaar geschraapt" om de risicoprofielen te bepalen. Zo zijn er 396 locaties vastgesteld waar het risico op stevige verontreiniging met pfas groot is. Daarnaast zijn er nog 4.700 locaties met een beperkt risico. De hoogrisico-locaties zijn industrieterreinen waar pfas zijn geproduceerd of gebruikt (bijvoorbeeld in de galvanische industrie), brandweeroefenlocaties, vliegvelden of plaatsen waar stevig is geblust.
De verwachting is dat met de ruimere norm gericht per locatie gekeken kan worden naar de beste aanpak. "De situatie gaat dan lijken op klassieke verontreinigingssituaties zoals met gechloreerde koolwaterstoffen (tri en PER), waarbij gericht wordt gekeken wat echt gesaneerd moet worden en waar er eigenlijk geen issue is," aldus de krant. Met pfas vervuilde grond is lastig schoon te maken. Vooralsnog is opslaan de eerste aangewezen oplossing. En, uiteraard, de productie van pfas aan banden leggen, in Europees verband. "Anders blijft het dweilen met de kraan open." zegt Maurits.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Bij PFAS is toch wat anders aan de hand. Het ministerie heeft niet goed doorgehad wat het RIVM daadwerkelijk heeft geadviseerd. De artikelen van Dennis Zeilstra zouden ook voor de ambtenaren nuttig zijn op het ministerie alsmede wat beta-achtergrond.
Het RIVM heeft in het rapportaan de hand van de internationaal geaccepteerde methoden aangegeven dat de detectielimiet van de stoffen ligt op 0.1 ug/kg
"Geadviseerd wordt om de chemische analyse te baseren op deze methoden waarbij rekening gehouden wordt met de minimale detectiegrenzen van 0,1 μg/kg ds voor grond en 0,1 μg/l voor grondwater."
De norm is nu op de detectielimiet gesteld ipv naar het daadwerkelijk risico te kijken en de norm daarop te baseren, wat veel ellende zou hebben bespaard. Gelukkig hebben gemeenten door dat ze mogen afwijken hiervan en doen dat nu ook steeds massaler. Het word daarmee voor de overheid weer moeilijker om een algemene norm in te voeren.
Dan is dus de vraag: wie bepaalt om welke reden dat een norm de norm moet zijn?
Dat lijkt verdacht veel op het vraagstuk dat ook ligt onder de vraag waarom vlees (on)gezond is, want dat is een feit. Wat de norm is niet.
Op het terrein van stikstof stelt wethouder Vreugdenhil van de gemeente Ede een soortgelijke vraag en geeft meteen ook een antwoord, al vinden sommigen dat niet helemaal duidelijk: bepaal nou eens samen wat je redelijk vindt. Normen zijn geen science, maar een keuze.
Zie ook:
Martijn Katan, liever een zandwagen dan een zonnebank.
Hee, dat is een goed idee. Ik ken nog zo'n probleem waarbij gewoon de norm verhogen al wonderen doet.