Verkeer en vervoer veroorzaken volgens het PBL voor ongeveer €12 miljard aan milieuschade. Landbouw is goed voor zo'n €6,5 miljard, waarvan rond de €5 miljard voor rekening van de veehouderij komt.

Daarnaast wordt een substantieel deel van de milieuschade geleverd door de sectoren 'industrie en raffinaderijen' en 'energie'. Consumptie en de dienstensector zorgen juist voor relatief weinig milieuschade.

Stikstof grootste boosdoener
De zeescheepvaart en het wegverkeer blijken veruit de grootste vervuilers. Net als de veehouderij telt ieder van beide activiteiten mee voor zo'n €5 miljard, €10 miljard in totaal. Vliegverkeer heeft volgens het PBL een geringe milieu-impact.

Stikstof blijkt de grootste boosdoener. Cijfermatig spoort die benoeming van het grootste kwaad met analyses zoals ook de duurzaamheidsrekenaar Johan Rockström die maakt.

Verreweg de grootste schade is volgens het PBL het gevolg van luchtvervuiling. Het grootste deel daarvan komt door de uitstoot van CO₂ die leidt tot klimaatverandering en stikstof in de vorm van stikstofoxiden en ammoniak (NH3) die onder meer kan zorgen voor schade aan de humane gezondheid en de natuur. Beide stoffen worden uitgestoten bij het verbranden van bijvoorbeeld benzine. Stikstof in de vorm van ammoniak komt daarnaast bijvoorbeeld ook vrij uit mest.

Andere stoffen in de lucht, zoals zwaveloxide, lachgas en fijnstof, zorgen in verhouding voor veel minder schade. Ook stoffen die bodem en water verontreinigen, leveren volgens de studie slechts een beperkte bijdrage aan de milieukosten.

Ongevaarlijke stoffen nu het probleem
Het PBL zegt dat 'relatief ongevaarlijke' stoffen de grootste milieuschade veroorzaken. Het zeer giftige lood veroorzaakt vrijwel geen milieuschade meer, omdat de uitstoot daarvan radicaal is teruggedrongen als gevolg van goed milieubeleid, aldus PBL in het rapport. Daarmee suggereert het bureau dat goed beleid ook de nu becijferde schade kan terugdringen. Toch is dat maar de vraag, aangezien de belangrijkste bron van die 'relatief ongevaarlijke' bronnen van vervuiling Nederlands grote energiebehoefte als doorvoerland - een belangrijke inkomstenbron - is. Als die behoefte niet door schone energie kan worden ingevuld, dan rest de keuze tussen het salderen van de kosten en de gevolgen ervan te slikken of naar nieuwe verdienmodellen voor ons land om te zien.

Landbouwkritische groeperingen wijzen op het aandeel van de landbouw in het rapport, maar bedoelen vermoedelijk de veehouderij die tekent voor 75% van de dure uitstoot van die sector. Niettemin constateert het PBL dat een minstens zo kritische houding moet gelden ten aanzien van het energiegebruik in ons land ten behoeve van met name (zakelijk) vervoer.




De cijfers hangen van vele aannames aan elkaar. De precieze effecten van stikstofoxiden op onze gezondheid zijn onbekend. Als een deel van de gezondheidsschade buiten beeld wordt gehouden, kan de totale schade dalen tot circa €25 miljard. Volgens het PBL varieert de berekende milieuschade tussen de €16 en €49 mrd. De eerder vastgestelde €31 miljard gaat echter met €6 miljard omhoog als de schade wordt gecalculeerd die Nederlandse bedrijven en consumenten in het buitenland veroorzaken.
Dit artikel afdrukken