Het commentaar van de VS, geleverd in het kader van een publieke consultatie van de Europese Commissie, stelt dat het EU-verbod een bedreiging vormt voor de trans-Atlantische handel, en 4,4 miljard dollar aan Amerikaanse export op de tocht zet, met name export van groente en fruit. Ook zou de wetgeving strijdig zijn met regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).
Opvallend is dat het document van de Obama-regering meerdere argumenten tegen de wetgeving in stelling brengt die ook staan in een analyse die pesticide-lobbyclub CropLife liet opstellen door advocatenkantoor Sidley Austin; MO* mocht het vertrouwelijke document inzien.
Wetgeving: van groot belang
De Commissie is al sinds 2009 bezig met het opstellen van regels voor hormoonverstorende pesticiden. Aanleiding is dat steeds meer wetenschappers blootstelling aan hormoonverstorende stoffen in verband brengen met een toename aan vormen van kanker, en ontwikkelingsstoornissen als verminderd IQ. De pesticide-wet is van groot belang omdat het in de EU een standaard zal zetten voor hoe hormoonverstorende chemicaliën in de toekomst zullen worden gereguleerd. Dat gaat om honderden, zo niet duizenden stoffen, aanwezig in producten als cosmetica, plastic en elektronica.
Deze brede toepassing maakt dat de wet al jaren doelwit is van een invloedrijke lobby. Grote chemische bedrijven als BASF en Bayer, maar ook handelspartners als de VS, hebben de Commissie keer op keer laten weten niets te zien in een verbod. Het is onder druk van deze lobby dat de Commissie in 2013 besloot het verbod voor hormoonverstorende pesticiden uit te stellen. De Commissie startte vervolgens een impactstudie. De publieke consultatie vormt daar onderdeel van.
Met deze impactstudie - een kosten-batenanalyse om tot de beste regelgeving te komen - heeft de Commissie opties geïntroduceerd die gehoor geven aan waar de chemische industrie al in 2013 om vroeg. Zo wordt nu een aanpak overwogen waarbij hormoonverstoorders bij (veronderstelde) beperkte blootstelling niet worden verboden. Dat is ook de aanpak die in de VS wordt gehanteerd.
In het commentaar stelt de VS dat deze, wat wel wordt genoemd 'risico-gebaseerde benadering', tot voorbeeld voor de EU zou moeten dienen. "Er is geen reden te veronderstellen dat een risico-gebaseerde aanpak voor het reguleren van hormoonverstoorders [voor de EU] onhaalbaar is. Europese wetenschappelijk experts achten het mogelijk, en Amerikaanse handhavers hebben er al twintig jaar praktijkervaring mee. In de ervaring van de VS is het mogelijk om regels op te stellen die de hoogste vorm van bescherming bieden, en die in lijn zijn met onze handelsverplichtingen."
Vanwege het ontbreken van een serieuze aanpak in de Verenigde Staten kijkt Kwiatkowski met veel interesse naar de EU.‘Geen bescherming in VS’
Maar hoeveel bescherming biedt het Amerikaanse systeem werkelijk? Carol Kwiatkowski is directeur van de Amerikaanse NGO Endocrine Disruption Exchange. Volgens haar bar weinig.
"In de VS bestaat geen wetgeving die hormoonverstorende chemicaliën reguleert", zegt ze via een Skype-verbinding vanuit Paonia, Colorado. Kwiatkowski noemt het Endocrine Disruptor Screening Program van milieuagentschap EPA; het programma dat volgens het Amerikaanse commentaar dit al twintig jaar zou doen. "Het Endocrine Disruptor Screening Program is slechts een onderzoeksprogramma. Doel is om hormoon-actieve stoffen te identificeren."
Volgens Kwiatkowski zouden in theorie de resultaten van het EPA-programma in de toekomst gebruikt kunnen worden om maatregelen te nemen. Echter, het programma - dat volledig afhankelijk is van industrie-studies - werkt zo traag dat nog geen enkele stof volledig is onderzocht.
Kwiatkowski: "Het programma startte in 1996 naar aanleiding van twee wetten die het Amerikaanse Congres aannam. Er kwam vervolgens een adviescommissie die ging nadenken over de opzet. Daarna gebeurde er tien jaar helemaal niks. Pas richting 2010 werden de eerste studies opgevraagd bij de industrie."
Het EPA-programma kent twee fasen: eerst wordt gekeken of stoffen interactie aangaan met het hormonaal systeem; vervolgens wordt gekeken of dat gevaarlijk wordt geacht. Nu pas, na bijna twee decennia, komen de resultaten van de eerste fase naarbuiten, vertelt Kwiatkowski. "De EPA sleutelt op dit moment nog aan de onderzoeksmethoden voor fase twee."
Vanwege het ontbreken van een serieuze aanpak in de Verenigde Staten kijkt Kwiatkowski met veel interesse naar de EU. "Europa lijkt de enige plek waar dit probleem serieus wordt aangepakt."
Maar sinds de TTIP-onderhandelingen in juli 2013 van start zijn gegaan is ook het proces in de EU in het slop geraaktEU beweegt richting VS
Maar sinds de TTIP-onderhandelingen in juli 2013 van start zijn gegaan is ook het proces in de EU in het slop geraakt. De wetgeving, die er december 2013 had moeten zijn, raakte vertraagd. Europa lijkt ondertussen richting VS te bewegen. Sinds oktober 2014 wordt door de Commissie met de EPA gesproken over het 'harmoniseren' van aanpak inzake hormoonverstoorders. Het is een feit waarover MO* al eerder berichtte, en dat nu expliciet in het commentaar van de VS wordt bevestigd.
Die koers van de Commissie is echter niet zonder risico. Het Europees Parlement heeft zich op 8 juli in een resolutie nog eens uitgesproken dat vrijhandelsverdrag TTIP onder geen beding invloed mag hebben op de aanstaande regels voor hormoonverstorende stoffen. De Commissie legitimeert de gesprekken met de VS door te stellen dat ze plaatsvinden ‘buiten de context van TTIP’.
De Commissie wil eind 2016 de impactstudie afronden. Tegen die tijd hopen Europa en de Verenigde Staten tevens het TTIP-verdrag te kunnen ondertekenen.
Wat zijn hormoonverstoorders?
Chemicaliën die het hormonaal systeem ontregelen. De afgelopen decennia identificeerden wetenschappers steeds meer stoffen met deze eigenschap. Een WHO-rapport uit 2012 spreekt van 'ongeveer 800 chemicaliën'. Het zijn stoffen die zitten in vele alledaagse producten: weekmakers in plastic, brandvertragers in meubels, BPA in blik, en bijvoorbeeld parabenen in shampoo. Wetenschappers linken blootstelling aan een toename in onvruchtbaarheid, genitale misvorming, hormoongerelateerde kankers en ontwikkelingsstoornissen als verminderd IQ en autisme.
Europese Commissie mist deadline en wijzigt koers
In 2009 neemt het Europees Parlement samen met de Europese Raad een wet aan die bepaalt dat pesticiden met hormoonverstorende eigenschappen in de EU moeten worden verboden. In die wet staat dat de Commissie voor eind 2013 'wetenschappelijke criteria' moet ontwikkelen om te bepalen welke pesticiden dit zijn. De Commissie mist echter de deadline en wijzigt koers, iets dat onderwerp is van een lopende rechtszaak bij het Europees Hof aangespannen door Zweden.
Dit artikel verscheen vorige week op OneWorld en MO*.
Fotocredits: 'TTIP concerns you too', March against Monsanto 2015, Amsterdam, Branko Collin
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dit is een zorgelijke vermenging van zaken. Handel en pesticiden zijn vaker een geliefde combinatie. Zo stelde Rusland enkele jaren plotseling eigen eisen aan residuen van pesticiden op fruit. Niet gebaseerd op wetenschappelijke informatie, maar met als effect dat Nederlands fruit van de Russische markt geweerd kon worden. Niet leuk, maar dat door TTIP het EU bestrijdingsmiddelenbeleid een stap terug zou moeten doen, is natuurlijk onverteerbaar. Dit EU beleid is al weerbarstig genoeg, maar zeker in vergelijking met landen buiten Europa, zijn de afgelopen jaren wel stappen gezet. Op diverse continenten van (Zuid-) Amerika, Azie tot Afrika mogen nog middelen worden gebruikt die we in de EU al een aantal jaren hebben verboden (vanwege schadelijkheid voor mens of milieu). Dus geen stap terug in de EU, maar stappen vooruit elders, ook in de VS.
Astrid, zo erg is het nou ook weer niet. Intratuin mag onder TTIP blijven inkopen en verkopen wat het wil, voor zover wettelijk toegelaten. TTIP wil het gedrag van private bedrijven (exporteurs, producenten, investeerders, handel) niet aan banden leggen, maar hen juist meer ruimte geven. Het gevaar zit ergens anders:
1. Om exporteurs en investeerders meer ruimte geven moeten OVERHEDEN aan banden worden gelegd. Stel dat de EU besluit om de regels voor bepaalde pesticiden aan te scherpen. Dan kan een bedrijf dat in die pesticiden heeft geïnvesteerd, een procedure tegen de EU starten. Als het aan de EU ligt kunnen ze dan aankloppen bij de onafhankelijke rechter, als het aan de Amerikanen ligt bij een panel dat bestaat uit een vertegenwoordiger van de EU, een vertegenwoordiger van het bedrijf en een derde persoon. Daar wordt nog over onderhandeld. Het Amserikaanse voorstel is ondemocratisch, want het parlement en de nationale rechter staan buiten spel. Maar ook het Europese voorstel zal overheden kopschuw maken om regels aan te scherpen.
2. Een bedrijf als Intratuin kan worden geconfronteerd met Amerikaanse producten die goedkoper zijn omdat bij de teelt pesticiden mogen worden gebruikt die in de EU zijn verboden. En het is maar de vraag of de EU de Amerikanen kan dwingen om dat op de verpakking te vermelden. Zo wordt de consument verleid om minder duurzame producten te kopen.
Kortom: TTIP ontkracht bestaande Europese milieuregels en belemmert aanscherping daarvan. De producenten van neonicotinoïden en andere verdachte middelen zullen reikhalzend naar TTIP uitkijken. Dat is zeer verontrustend en reden voor groot alarm.
Ja, zo gaat het he, wetten en regels hier in strijd met het TTIP, dan moeten die maar afgeschaft worden, anders kan je het TTIP er niet door krijgen. Als Intratuin daarna besluit om toch geen round-up te verkopen, zijn ze dan volgens het TTIP en vooral ISDS verplicht om het toch af te nemen van monsatan anders krijgen ze een proces aan hun broek?
Dit is dus ook weer 1 van de vele redenen waarom er zoveel mensen tegen het TTIP zijn, er zitten veel te veel haken en ogen aan waar wij, de consument, de dupe van worden.