Die gedachten behoeven nu nadere uitwerking, onder meer in samenhang met het rapport van de Taskforce Landbouwmarkten dat in opdracht van de EU werd opgesteld onder voorzitterschap van de Nederlandse oud-minister van Landbouw Cees Veerman.
Strategische zelfstandigheid landbouw boven mededinging
De Slowaakse minister Gabriela Matečná, huidig voorzitter van de Landbouwraad, verwacht er veel van, schrijft Vilt: “De strijd tegen oneerlijke handelspraktijken is een nieuw tijdperk ingetreden. Dankzij de eensgezinde steun van de Raad komt er een nauwlettend Europees toezicht.” De lidstaten tonen zich positief over de gedachte van de Europese Commissie om boeren aan te zetten tot de vorming van producentenorganisaties (PO’s).
De rechter vroeg waarom een producentenorganisatie zijn verkoopprijzen en in omloop te brengen hoeveelheid product niet zelfstandig vast mag stellen, terwijl een groot bedrijf dat wel magHet verslag verwijst ook naar de aanbevelingen van de Taskforce Landbouwmarkten. In een presentatie voor het Vlaamse parlement maakte voorzitter Cees Veerman afgelopen week duidelijk dat Europese regelgeving reeds nu voldoende mogelijkheden biedt om krachtiger gecombineerde productie- en afzetorganisaties te vormen. Volgens hem hoeven boeren niet bang te zijn voor mededingingswetgeving (met de Nederlandse suikerbietenmonopolist Cosun als voorbeeld) omdat landbouwbelangen vóór mededinging gaan en het Europees Hof van Justitie zich verder in hun voordeel lijkt te gaan uitspreken. In een Franse zaak tegen andijvietelers die samen een blok vormden, besloot de Franse rechter dat geen sprake was van overtreding van de Mededingingsregels. Omdat de Franse Mededingingsautoriteit tegen de rechterlijke uitspraak in verweer kwam, stapte de Franse rechter naar het Europees Hof in Luxemburg. Hij vroeg waarom een producentenorganisatie zijn verkoopprijzen en in omloop te brengen hoeveelheid product niet zelfstandig vast mag stellen, terwijl een groot bedrijf dat wel mag. De rechter vraagt dus of er een verschil is in hun hoedanigheid als strategische zakelijke eenheid. De uitspraak moet nog komen, maar Veerman verwacht dat het Hof de rechter zal steunen in zijn uitspraak.
In het Europese Parlement bestaat steun voor het bevorderen van samenwerking tussen boeren vanuit regelgeving. Deze voorkeursbehandeling van de landbouwsector moet verdere twijfel over de interpretatie of beperkende werking van mededingingsregels wegnemen. De landbouwministers vragen de Europese Commissie daar nadrukkelijk verder aan mee te willen werken.
Pootje bijtrekken
De Slowaakse minister Matečná volgde op 1 juli jongstleden de Nederlandse staatssecretaris Van Dam op als voorzitter van de Europese Landbouwraad.
Zij lijkt een belangrijke stap te hebben kunnen zetten in de omgang met de boerencrisis in Europa. Zelfs heel grote boeren zijn te klein om strategisch zelfstandig op de markt te kunnen opereren tegenover de omvang die handel, verwerking en verkoop vertegenwoordigen. Daarom moet het niveau waarop hun marktvolume is georganiseerd een pootje bijtrekkende emancipatie worden toegestaan voorzover wet-en regelgeving dat nog niet zouden toestaan.
De Nederlandse boer raakte steeds verstrikter in de innovatie-boodschappen die op hem worden afgevuurd'Innovatie'
Van Dam zette onder zijn EU-voorzitterschap nadrukkelijk in op 'innovatie', een begrip dat al decennia vanuit Den Haag te horen valt. Het heeft boeren, als gevolg van extra investeringen, vooral veel extra kosten en lagere opbrengsten bezorgd. Ons land gebruikte innovatie tot ver in de negentiger jaren om meer van hetzelfde te kunnen produceren tegen lagere kosten. Daarmee bereikte het een zodanige overdekking van de behoeften van de Nederlandse markt dat boeren vergaand afhankelijk werden van export naar, aanvankelijk, omliggende landen en, inmiddels, Azië.
Grosso modo kan gesteld worden dat het product van Nederlandse agrarische ondernemers op dit moment voor 70-80% zijn weg naar het buitenland moet vinden. Na 2000 ging innovatie in ons land verduurzaming betekenen; er moest meer product met minder milieudruk gemaakt worden. Dat beleid leverde voor boeren niets op omdat het hun kosten verhoogde, maar hun opbrengsten niet verbeterde. Het product bleef immers hetzelfde terwijl het aanbod toenam.
Na 2010 kwam innovatie meer te staan voor onderscheid. Omdat de markt voor onderscheidende boerenproductie nauwelijks bestaat en onderscheid voornamelijk in de rest van de keten wordt gemaakt, raakte de Nederlandse boer steeds verstrikter in de innovatie-boodschappen die op hem worden afgevuurd. Het opvoeren en verduurzamen van de productie hielp hem niet in zijn inkomen, terwijl commerciële innovatie afhankelijk is van het functioneren van aan elkaar gewaagde schakels binnen hechte ketenorganisaties. Hoewel bijvoorbeeld ABN Amro dat het afgelopen jaar bij herhaling duidelijk maakte, is dat besef bij het Nederlandse beleidscluster nog weinig ontwikkeld.
Organisatie is een aanmerkelijk belangrijker sleutelwoord dan innovatie. Innovatie is doodgewoonNieuwe harmonie
Ik hield de afgelopen maand een drietal besloten lezingen over dit onderwerp. Daarin hanteerde ik een positieve toon aan over het rapport Veerman. Een boerenbestuurder vertelde me dat hij het met teleurstelling had gelezen als diens zoveelste advies om alweer een Vion of Greenery te maken. Beide bedrijven stammen immers uit oudere adviezen van Veerman, maar zijn mislukkingen gebleken. Wie echter door het gebrek aan commerciële organisatiegraad van die bedrijven heenkijkt en Veerman denkt vanuit de detailhandel en de onderling verschillende productspecificaties waarop supers en nieuwe detaillisten zich moeten onderscheiden om uit hun onderlinge prijsoorlogen weg te komen, ziet oplossingen voor een beter functionerend zakelijk ecosysteem. Daarin kunnen landbouw, verwerking, retail en zelfs handel (voor het wegwerken van overschietende restvolumes naar de wereldmarkt) in commerciële harmonie komen tussen vraag en aanbod, zonder elkaar uit te wonen.
Organisatie is een aanmerkelijk belangrijker sleutelwoord dan innovatie. Innovatie en commercie zijn doodgewoon. Wie daar niet aan doet, blijft achter in het verleden. Wie zich niet organiseert voor de toekomst, heeft echter geen zakelijke basis om aan innovatie te beginnen.
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Behave autonomie levert de georganiseerde boer ook het 'recht' in om te klagen als het tegen zit.
Jur en Wouter, Ik denk dat voor jullie beiden geldt: lees wat hieronder al gezegd is.
Zonder ondernemers wordt het inderdaad nooit wat. Met vele tienduizenden in zgn. perfect competition elkaar vanuit een volumestrategie tegenwerkende productiechefjes wordt het zeker niets.
Jur, RFC is waarschijnlijk een PO. Maar wat dat precies is, zul je de EU straks moeten vragen. Het is in ieder geval niet iets dat de boer helpt om door te gaan met wat hij nu doet: kostprijsgedreven produceren zonder vanuit vraag en relevantie ten opzichte van alternatief aanbod te denken (daarom mislukten Greenery en Vion).
RFC bestaat idd nog. Veel van de leden doen de directie van het bedrijf ongetwijfeld verlangen naar een positie als onderneming (wat het trouwens al deels heeft gerealiseerd; ik herinner me dat we het daar al eens uitgebreid over gehad hebben) in plaats van als coöperatie. De coöperatie moet immers goed geld achter de overproductie van haar boeren aangooien. Dat past niet binnen de doelstelling.
Dick #43, ik probeer een voorstelling te maken van "als er kaders gemaakt worden die hun ondernemerschap faciliteren". Hoe moet ik dat zien en gaat dat wel werken? Moeten de erkende producentenorganisaties, zoals dat bijvoorbeeld tuinbouwveilingen die dat nu al zijn, dit met EU-geld nu gaan doen. Dergelijke organisaties blinken nu niet echt uit in ondernemerschap waarom juist nu gevraagd wordt. Het bestuur en de ledenvergaderingen die binnen producentenorganisaties het beleid moeten maken en voorgenomen beslissingen moeten goedkeuren vertegenwoordigen de leden die hier als "boeren die geen marketeers zijn" worden betiteld. Ik ben nog niet enthousiast over deze nieuwe lijn maar laat me graag overtuigen dat het anders is.
Ik kom er wat laat in maar het artikel en de discussie zijn voor mij alsnog aanleiding voor een paar klemmende vragen.
Wat is eigenlijk de precieze definitie van een 'producentenorganisatie'. Uit het artikel: "De rechter vroeg waarom een producentenorganisatie zijn verkoopprijzen en in omloop te brengen hoeveelheid product niet zelfstandig vast mag stellen, terwijl een groot bedrijf dat wel mag". Maar is dat zo? Ik bedoel, FrieslandCampina is een boerencoöperatie oftewel een organisatie van producenten, en kan/mag wel degelijk zelf prijzen vaststellen en bepalen hoeveel product ze in omloop brengen.
Kennelijk is er - en ik heb nooit begrepen hoe dat precies zit, vandaar de klemmende aard van mjn vraag - een subtiel wettelijk onderscheid tussen een producentenorganisatie en een coöperatie. En als een coöperatie allemaal dingen mag die een producentenorganisatie (nog) niet mag, zou ik het als boer wel weten en voor een coöperatie kiezen. Dan heb je de marktmacht die je als producentenorganisatie (kennelijk) ontzegd wordt. .
En nou we toch bij FrieslandCampina zijn: Dick #2, je schreef dat RFC door de boeren werd opgeblazen. Wat bedoel je precies? RFC bestaat toch nog steeds?
's Nederlands best export product is ....Foodlog.
Ik vroeg me al eens vaker af of er ook vergelijkbare sites bestaan in de Engelstalige wereld...
Voordat Foodlog geëxporteerd kan worden zit het met een (ver)taal probleem.
De uni is al druk bezig met verengelsen. Waar iemand vroeger daar bij een Instituut voor Dierhouderij werkte, heet het nu Livestock Research.
Een aardappel of tomaat hoeft niet vertaald te worden. Die verkoopt zichzelf.
Een boer wel. Die heeft een gebruiksaanwijzing, en daar gaat het over als je de vrije boer in het organisatieharnas probeert te hijsen.