Om de koe uit de beklaagdenbank te krijgen, luidt het advies: korter maaien, meer weiden, minder voer van veraf aanvoeren, fokkerijgerichte selectie van koeien die minder methaan uitstoten, mest vergisten, 3NOP (een methaanemissies beperkend additief aan het voer van koeien dat werd ontwikkeld door DSM) voeren, enzovoort.

Hoewel er goede adviezen tussen zitten, zoals minder krachtvoer voeren en meer weidegang, zie ik de ontwikkelingen met pijn in mijn hart aan. De eenzijdige focus op reductie van broeikasgassen maakt dat het grote plaatje vergeten wordt. Het plaatje van koe, voer en mest in balans met bodem en biodiversiteit. Daarbij vraag ik mij steeds vaker af, mag de koe eigenlijk nog wel koe zijn?

We vergeten de basis: het extensieve bedrijf, waarin de uitstoot van broeikasgassen hooguit een resultante is van de koe die natuur en mens in balans dient
De koe, die al eeuwenlang doet waar ze het beste in is, gras omzetten in melk en vlees ten dienste van natuurbeheer, akkerbouw en begrazing op voor akkerbouw ongeschikte gronden, lijkt haar bestaansrecht te verliezen. Ze moet met haar, per liter berekende CO2 eq uitstoot, wedijveren met andere producten ter wereld. En dus moet ze meer melk geven. Fantastisch voor de footprint van de melkfabriek, dodelijk voor de extensieve bedrijven en het einde van de ten dienste staande koe in Nederland.

Om te reduceren komt er meer technologie aan te pas. Technologie waar de eigen levensduur, de delving van de grondstoffen voor het systeem en het onderhoud helemaal niet meegerekend worden. En dus klopt het op papier dat een hoogproductieve koe de laagste CO2 eq uitstoot per kilo (meet)melk heeft. Maar wie zit er te wachten op een papieren werkelijkheid?

Een extensief of natuurgericht bedrijf kan dan ook niets met de gangbare adviezen van eerder maaien of meer weiden

We vergeten het bedrijf in balans, het extensieve bedrijf, waarin de uitstoot van broeikasgassen hooguit een resultante is van het ten dienste staan van de koe. We vergeten de basis. En die is extreem: een extensief bedrijf zonder kunstmest met nagenoeg geen krachtvoer haalt ongeveer 7 ton droge stof opbrengst aan (ruw) voer per hectare en kan op basis van eigen voer 1 tot 1,2 melkkoe met vervanging aanhouden (+-1.5 gve). De melkproductie per hectare ligt dan rond de 5.000-6.500 kilo meetmelk, wat betekent dat de CO2 eq per kilo ongeveer op 1.100-1.400 gram uitkomt. Per hectare zorgt dit voor een lage totale CO2 eq uitstoot van ongeveer 7 ton. Een extensief of natuurgericht bedrijf kan dan ook niets met de gangbare adviezen van eerder maaien of meer weiden. Want de uitersten zijn vaak al bereikt. Terug naar 800 gram CO2 eq per kilo meetmelk, zoals Friesland Campina voor ogen heeft in 2030, gaat voor deze bedrijven dan ook nooit lukken. Alleen al omdat er bij deze bedrijven meer dan 800 gram CO2 eq per kilo meetmelk uit de pens (door methaan) ontstaat.

Of je nu reduceert door extensiever te worden of door per kilo melk minder uit te stoten, beide betekent reductie
Vijfennegentig procent van de melkveebedrijven heeft een andere balans dan de basis. De meeste bedrijven hebben een hogere veebezetting en dus een hogere CO2-uitstoot per hectare. Zij strooien kunstmest, kunnen hiermee hun opbrengsten verhogen en dus meer vee houden. Daarnaast wordt er krachtvoer aangevoerd, wat ruwvoer verdringt, zodat nog meer vee gehouden kan worden. Krachtvoer zit rond de 1.200-2.000 gram CO2 eq per kilo drogestof uit aanvoer en pensfermentatie. Dat is hoger dan een kilogram gras, maar omdat krachtvoer melkdrijvend werkt, verlaagt dit de CO2 eq per kilo meetmelk. De CO2 eq uitstoot per kilo meetmelk is bij een intensief bedrijf met ongeveer 900-1.200 gram dan ook ruim 200 gram lager dan bij het extensieve bedrijf (onderzoek op basis van 838 bedrijven). Echter per hectare stoten deze bedrijven met gemiddeld 18.000 kilo meetmelk 21 ton CO2 eq uit, het driedubbele van de basissituatie.

Als we ja zeggen op de vraag: ‘Mag de koe er eigenlijk nog wel zijn’ dan kan dat alleen maar als er ook recht gedaan wordt aan de extensief gehouden koe. Dus wat betreft het thema broeikasgasuitstoot niet alleen een CO2 eq getal per kilo meetmelk, maar ook een CO2 eq getal per hectare.

Een suggestie: laat bedrijven kiezen of ze reduceren via een norm per kilo melk of een norm per hectare. Of je nu reduceert door extensiever te worden of door per kilo melk minder uit te stoten, beide betekent reductie. Zet de norm per kilo meetmelk op 800-1.250 gram CO2 eq en zet de norm per hectare op 8 - 12,5 ton CO2 eq. Zo kan iedereen stappen zetten richting verlaging van broeikasgassen. Blijf daarnaast het grote plaatje van koe, voer en mest in het oog houden. Gebruik de diensten die de koe aanbiedt, dan is het reduceren van CO2 geen gebakken lucht.

Deze column van Harm Rijneveld verscheen eerder in Melkvee
Dit artikel afdrukken