Tot de dag van vandaag zijn premies en leveringsvoorwaarden gericht op omvang en aantallen. Meer hectares = meer toeslagrechten. Dat zet de wat kleinere boer die maar net het hoofd boven water houdt op achterstand. Hij krijgt een minimale toeslag uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De grotere boer krijgt gemakkelijk het dubbele, terwijl hij toch al goedkoper kan produceren. Dit systeem staat voortdurend te discussie. Maar hoe ruim je al die ingesleten overheidsprikkels tot schaalvergroting op?
Neem de verdeling van de GLB-pot grondig op de schop. Bouw de toeslagrechten in 10 jaar af naar een maximumtoeslag van €25.000 per bedrijf. Voer tegelijk met de start van de overgangstermijn een aan voorwaarden gekoppelde ‘Basisvergoeding’ in. De voorwaarden voor die basisvergoeding zijn een minimale omvang en een set aan resultaatsverplichtingen. De jaarlijkse basisvergoeding is gelijk aan de maximumtoeslag - €25.000 - en wordt jaarlijks geïndexeerd.
Boeren doen vrijwillig mee doen aan de voorwaarden om de basisvergoeding te ontvangen. Doen ze dat niet dan ontvangen ze wel de hectaretoeslag tot het gestelde maximum.
Wat zijn de voorwaarden?
Je bewerkt als boer minimaal 10 hectare als ondergrens. Dit is nodig om een bepaalde mate van minimum bedrijfsomvang te hebben om aan de voorwaarden te kunnen voldoen. Van die 10 hectare - de meeste bedrijven zullen meer dan 10 hectare in gebruik hebben - is minimaal 5 hectare blijvend kruidengrasland. Akkerbouwers kiezen een relevant gewas dat aan dezelfde doelen beantwoordt, namelijk het vastleggen van CO2 en het bevorderen van biodiversiteit. Daarnaast plant en onderhoud je op je bedrijf minimaal 250 inheemse bomen en 1.000 inheemse struiken. Dat kan bijvoorbeeld door een bospartij, rijen bomen, bosplantsoen of hagen. Hiermee bevorder je eveneens de biodiversiteit en het vastleggen van CO2.
Let wel, het blijft vrijwillig. Wie niet meedoet, heeft gewoon recht op een hectaretoeslag tot het gestelde maximumOok zorg je voor een 'overtollige' waterbergende capaciteit van minimaal 2.500 m3. Bijvoorbeeld door een sloot te vergroten of een poel aan te leggen. Deze tijdelijke waterberging kan zorgen voor verlaging van de concentraties stoffen in oppervlaktewater en eventueel benut worden tijdens droge periodes. Tot slot gebruik je op je bedrijf geen kunstmest en geen chemische gewasbeschermingsmiddelen (pleksgewijs uitgezonderd) wat ook weer ten goede komt aan biodiversiteit, bodem en oppervlaktewater.
Dit zou de set voorwaarden kunnen zijn. Hiermee wordt voor een flink deel tegemoetgekomen aan doelen op het gebied van biodiversiteit, waterberging, uitstoot en afspoeling, CO2-opslag en stikstofbinding. Er wordt tegemoet gekomen aan de lagere opbrengst per hectare en een stabiele basis gelegd waar ook kleinere bedrijven mee uit de voeten kunnen. Natuurlijk kan de basisvergoeding uitgebreid worden met specifieke landschapspakketten zoals botanisch hooiland, agro-forestry, akkerranden of bijvoorbeeld een uitgestelde maaidatum.
Let wel, het blijft vrijwillig. Wie niet meedoet, heeft gewoon recht op een hectaretoeslag tot het gestelde maximum.
Globaal gerekend kunnen met de huidige GLB-gelden aan deze regeling zo’n 30.000 boeren meedoen. Dat is ruim voldoende. Natuurlijk zal dit systeem op weerstand stuiten bij boeren die verder willen met schaalvergroting en het GLB als welkome aanvullende financiering daarvan zien. Dat begrijp ik, maar ik kies voor het collectieve belang om meer Nederlandse boeren een stabiel perspectief te bieden.
Maatschappelijke wensen veranderen snel, en zijn vaak gebaseerd op stemmingmakerij en onderbuikgevoelens. Het huidige GLB-systeem verdeelt subsidies zonder relatie tot het inkomen van de boer. Het ligt zwaar onder vuur en zal steeds verder aangepast worden. Wat vinden jullie, biedt de Basisvergoeding samen met de Noord-West Europese ketenproductie waar ik eerder over schreef ons als boeren meer perspectief en stabiliteit?
Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en Boerenbusiness.
Op 29 januari krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dat beleid en erfbetreders hebben bijgedragen aan schaalvergroting zal ik niet ontkennen. Maar was dat echt de grootste drijvende kracht? Ik denk toch eerder dat het de wens is geweest van de agrarische ondernemers een inkomen te verwerven dat gelijke tred houdt met de rest van de maatschappij. En dat betekent dat de minder efficiënte producenten (want meer kosten dus lager inkomen) het veld moeten verlaten, of bijvoorbeeld geen opvolger hebben omdat de opvolger op de achterkant van een sigarendoosje kan uitrekenen dat buiten de landbouw een beter inkomen te behalen valt met minder uren werken. Het GLB heeft in die zin juist ook vertragend gewerkt op de schaalvergroting, door inefficiënte bedrijven in de benen te houden. Zie de ontwikkelingen in de glastuinbouw en intensieve veehouderij, waar de structuurontwikkeling - lees schaalvergroting - vele malen sneller is gegaan en het aantal bedrijven ook veel sneller is afgenomen dan in de grondgebonden sectoren die via het GLB worden ondersteund.
Overigens kan het een bewuste keuze zijn om bedrijven in de benen te houden, prima. Beleid/politiek mag die keuze maken. Bv omdat ze een gebied beheren en dat via de boeren simpeler en goedkoper kan dan via een TBO. Of om sociale redenen, of wat dan ook. Als het maar duidelijk is waarom die steun dan wordt gegeven.
#8 Eens EJ, er is niet zoveel ruimte in het huidige beleid, toch wordt ondernemingsvrijheid vaak naar voren gebracht. In hoeverre een boer ondernemer is blijf ik sowieso een interessante vraag vinden...
Qua invulling ben ik het met je eens, al kan duidelijkheid ook te verkiezen zijn boven complexiteit en uitzonderingen.
#6 Welke vrijheid ervaar je in het huidige beleid nog??
Ik kijk vooral naar het principe van het plan hij vult het nogal raar in.
#5 Ik zie het verband niet zo tussen dit plan en wel of niet groeien ik zie meer een verschuiving van een platte vergoeding waar je steeds een nieuw kunstje voor moet doen en wat om de haverklap wordt uitgelegd als zijnde een soort uitkering naar een vergoeding voor geleverde diensten.
Er zijn op dit moment organisaties die miljoenen aan vergoeding opstrijken zoals bv waterschappen.
Voor degenen die vinden dat de bedrijven eeuwig groter moeten groeien is het misschien iet helpend maar ik schaar me niet onder die groep ik vind dat je ook met minder dan 100 koeien een inkomen moet kunnen verdienen akkerbouw zit ik te weinig in om daar een uitspraak over te doen.
Dit is wel een stevige herziening van het landbouwbeleid, ik denk vooral: 'van dik hout zaagt men planken'', het is niet zo specifiek voor regio's en benut kansen die er ook zijn niet.
Om dat het idee zo radicaal anders is moet ik er wel even aan wennen, maar ik zie het als een optie.
Ik vind het sterk dat het een compleet en holistisch idee is. Wel kan het lastig zijn om echt een verdienmodel te bieden dat meer dekt dan enkel de kosten.
Vrijheid en ondernemerschap hebben nu volop de ruimte in de landbouw, dat is sterk maar heeft ook een prijs. Is de autonomie van de boer gewaarborgd of wordt je soort slaaf van het systeem? Daar zit een spanningsveld wat ik niet uit het artikel kan halen en is iets wat ik niet zo zie zitten (dat staat los van de vrijheid om wel of niet mee te doen).