Het was jarenlang bonje in Brabant. Nu is er een akkoord bereikt. Hoe boeren daar beesten moeten houden is eindelijk afgesproken. Zou het gaan werken?
"Alleen bedrijven die aantoonbaar duurzaam en maatschappelijk en landschappelijk inpasbaar zijn krijgen nog ontwikkelruimte en hebben dus toekomstperspectief." Dat, schrijft boerenblad Boerderij, is het resultaat van de driedaagse conferentie tussen de Brabantse boeren van ZLTO, de varkenshouders van de NVV, natuur- en milieuorganisaties, burgers en het provinciale bestuur. Of een bedrijf 'duurzaam' is wordt bepaald door een zogenaamde 'maatlat'. Maar wat als een burger het daar niet mee eens is? Dan heb je alsnog bonje met je buren én een proces. Een van de allereerste commentaren op De Boerderij merkt dat haarfijn op.
In Nederland kost het gemiddeld 8 jaar voor een boer toestemming krijgt om te bouwen. Het nieuwe beleid wordt van kracht in 2014. Dat betekent dat de eerste resultaten te verwachten zijn in 2022. De veehouderij in Brabant - waar het m.n. om varkens en kippen gaat - verkeert bancair in zwaar weer. Het financieel overbruggen van 8 jaar onzekerheid is dan ook een fors probleem.
Foodlog dook vorig jaar zelf in het probleem en kwam met een andere oplossing. Om onder onze Brabantse lezers de schijn te vermijden dat we iets te maken zouden hebben met het thans bereikte akkoord maken we ons (openbare) rapport voor iedereen gemakkelijk te raadplegen. Het bevat oplossingen zonder regels of maatlatten, met betrokkenheid van de buurt, snelheid in het proces én het opruimen van de rommel die 20 jaar gekonkelefoes met de Brabantse Reconstructie - het uit elkaar trekken van burger- en boerenbewoning van het platteland - hebben opgeleverd. De Reconstructie heeft grote sommen geld gekost en draaide uit op zijn tegendeel (een te grote verweving van burger- en boerengebruik van de openbare ruimte); falend beleid op het gebied van ruimtelijke ordening zorgde voor verlies van vertrouwen in bestuurders.
Het is de moeite waard om het er eens in alle openbaarheid over te hebben. De nieuwe maatlat loopt immers het risico de volgende Brabantse Reconstructie te worden. Waarom? Regels benadelen altijd iemand en zullen in een complexe en emotionele context gemakkelijk opnieuw tot onenigheid kunnen leiden. De conflicthaarden op het Brabantse platteland zijn zo nauw verweven met de directe belangen van individuele mensen dat alleen zijzelf hun specifieke belangentegenstellingen naar tevredenheid kunnen oplossen. Ondanks de brede vertegenwoordiging van opstellers, ligt er opnieuw een bestuurlijk akkoord dat over de hoofden van de daadwerkelijk betrokkenen dreigt heen te gaan.
Fotocredist: 'a couple relaxed pigs', uitsnede, Tambako the Jaguar
Dit artikel afdrukken
In Nederland kost het gemiddeld 8 jaar voor een boer toestemming krijgt om te bouwen. Het nieuwe beleid wordt van kracht in 2014. Dat betekent dat de eerste resultaten te verwachten zijn in 2022. De veehouderij in Brabant - waar het m.n. om varkens en kippen gaat - verkeert bancair in zwaar weer. Het financieel overbruggen van 8 jaar onzekerheid is dan ook een fors probleem.
Foodlog dook vorig jaar zelf in het probleem en kwam met een andere oplossing. Om onder onze Brabantse lezers de schijn te vermijden dat we iets te maken zouden hebben met het thans bereikte akkoord maken we ons (openbare) rapport voor iedereen gemakkelijk te raadplegen. Het bevat oplossingen zonder regels of maatlatten, met betrokkenheid van de buurt, snelheid in het proces én het opruimen van de rommel die 20 jaar gekonkelefoes met de Brabantse Reconstructie - het uit elkaar trekken van burger- en boerenbewoning van het platteland - hebben opgeleverd. De Reconstructie heeft grote sommen geld gekost en draaide uit op zijn tegendeel (een te grote verweving van burger- en boerengebruik van de openbare ruimte); falend beleid op het gebied van ruimtelijke ordening zorgde voor verlies van vertrouwen in bestuurders.
Het is de moeite waard om het er eens in alle openbaarheid over te hebben. De nieuwe maatlat loopt immers het risico de volgende Brabantse Reconstructie te worden. Waarom? Regels benadelen altijd iemand en zullen in een complexe en emotionele context gemakkelijk opnieuw tot onenigheid kunnen leiden. De conflicthaarden op het Brabantse platteland zijn zo nauw verweven met de directe belangen van individuele mensen dat alleen zijzelf hun specifieke belangentegenstellingen naar tevredenheid kunnen oplossen. Ondanks de brede vertegenwoordiging van opstellers, ligt er opnieuw een bestuurlijk akkoord dat over de hoofden van de daadwerkelijk betrokkenen dreigt heen te gaan.
Fotocredist: 'a couple relaxed pigs', uitsnede, Tambako the Jaguar
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Dick, ik ken de in's en out's van het akkoord (nog) niet, maar weet wel dat naast de duurzaamheidsmaatlat ( wat dat dan ook mag inhouden) de omgevingsdialoog onderdeel van het akkoord is, voor elke uitbreiding, ook binnen een reeds ter beschikking staand bouwvlak. Je conclusie is denk ik wat te voorbarig.
Goed dat in Brabant weer afspraken zijn gemaakt om te komen tot een duurzamere veehouderij. Het traject naar een duurzamere veehouderij gaat meestal met heel kleine stapjes die partijen samen moeten zetten. Twee kritische kanttekeningen bij de slotverklaring "zorgvuldige veehouderij".
Artikel 17 luidt: "Grondgebonden veehouderij achten wij voor veel ondernemers een kansrijk en duurzaam perspectief en zal worden verankerd binnen de maatlat en kan dan basis zijn voor uitbreidingen boven de 1,5 ha bouwblok." Omdat partijen niet graag grote stappen zetten, voeren we vaak en graag discussies over definities. Dan krijg je vragen als "Wat is duurzaamheid?" of "Wat is zorgvuldigheid?". Aan dit lijstje kunnen we nu toevoegen "Wat is grondgebondenheid?".
Alle veehouderij (in Nederland) is grond-gebonden, immers het voer wordt ergens ter wereld op de grond geteeld. Maar we bedoelen dat EEN DEEL VAN HET VOER geteeld moet worden BINNEN EEN NOG NIET BEPAALDE AFSTAND van de plaats waar de dieren worden gehouden. De onduidelijkheid over dit criterium in de slotverklaring zal de komende jaren de nodige discussie geven. Daarom stel ik voor om in plaats van "grondgebondenheid" het criterium "weidegang" te nemen. Dat criterium is de laatste jaren (in de melkveehouderij) duidelijk gedefinieerd, is controleerbaar EN weidegang draagt sterk bij aan een maatschappelijk gedragen veehouderij.
Het tweede punt heeft ook te maken met het maatschappelijke draagvlak voor de (melk-)veehouderij. In Brabant hebben veel veehouderijbedrijven vanwege 'ammoniak' nauwelijks ontwikkelingsruimte. Om te kunnen uitbreiden moeten bedrijven 'intern salderen', ofwel een lagere emissie per dier realiseren waardoor je meer dieren mag houden. Een maximale reductie van de ammoniakemissie kan door gebruik te maken van een luchtwasser. Het eerste 'gesloten' melkveebedrijf met luchtwasser is ondertussen gerealiseerd, waardoor dit bedrijf steeds meer de uitstraling van een intensief veehouderij bedrijf -met het bijbehorende imago- krijgen. En zeker in Brabant wordt dat beeld toch al steeds sterker, nu nog maar de helft van de koeien weiden.
Jammer dat in de slotverklaring voor de melkveehouderij de 'koe in de wei' niet is opgenomen als belangrijk criterium voor een zorgvuldige, maatschappelijk gedragen veehouderij. Is dit voorbehouden aan de uitwerking het komende jaar?
Jos, ik weet het en je hebt gelijk: de omgevingsdialoog maakt deel uit van de afspraken en voornemens. Ik weet ook dat ik daar zelf mede een rolletje in heb gespeeld en dat soortgelijke processen op andere plekken er samen voor hebben gezorgd dat dat belang ook echt serieus wordt genomen. Ik schrijf in mijn laatste zin het woord 'dreigt' en niet dat het niet 'zal' gaan werken.
Ik ben zo'n hork omdat ik (zie het gelinkte rapportje) aan den lijve heb ondervonden:
1. hoe groot het wantrouwen tegen provinciale, gemeentelijke en boerenbestuurders is
2. hoe groot het wantrouwen tegen boeren is: 'die worden uiteindelijk toch door afspraken geholpen'
3. iedere regel (zoals die maatlat) die je gebruikt om toch iets voor elkaar te krijgen waar de buurman niet blij van wordt, zich tegen het proces van maatschappelijke inpassing keert (kijk alvast waar Frits mee komt, en toch moet dat mogen; het backfire is alweer ingebouwd)
4. een radicale omgevingsdialoog zonder regels snel tot verrassende oplossingen kan leiden (tot een algemene consensus voor het bouwen van een megastal op een plek waar nu geen bouwbestemming op zit aan toe - op voorwaarde dat er elders bedrijven opgeruimd worden)
Oké Dick, laat ik dan zeggen dat ik het jammer vind dat je in je artikel doet voorkomen of dat de maatlat alles bepalend is, de nuance in de laatste zin is erg minimaal.
Maar terzake: ik heb je gelinkte rapportje gelezen en alhoewel bepaalde passages die voor mij vanwege de schrijfstijl/gebruikte terminologie "koeterwaals"zijn, deel ik je analyse.
Daarom punt 4 van je reactie#3 : de omgevingsdialoog want daar gaat het voor lokaal draagvlak om, in relatie tot de maatlat.
1.Je moet buren beschermen met minimale eisen. Want, hoe vreemd het ook klinkt in deze tijd, er zijn er ook die in principe meer goed vinden dan goed voor ze is, de verhoudingen liggen beslist niet overal zo slecht.
2. je moet boeren beschermen tegen "onredelijke"buren. Hoe ver kun je gaan in de omgevingsdialoog? Wat is redelijk, wanneer is het onredelijk, moet er altijd consensus zijn?
3. idd. Frits van der Schans "vervuilt"de discussie door gewenste ontwikkelingen voor een breed maatschappelijk draagvlak als argument voor lokaal draagvlak te benoemen. Trouwens in de provinciale definitie van grongebonden landbouw staat opgenomen dat een bedrijf met weidegang grondgebonden ís. Daar is geen discussie over, alleen over bedrijven zonder weidegang, daar staan een aantal randvoorwaarden ter discussie.
Jos / Dick,
Misschien 'vervuil' ik de discussie door een zorgvuldige veehouderij op onderdelen in te vullen. Maar laat ik het omdraaien met een vraag. Welk percentage van de melkveehouders met koeien in de wei en welk percentage van de intensieve veehouders heeft draagvlak in zijn directe omgeving? Ik denk dat ook hier de 80 / 20 regel op gaat. Ofwel, laten we het probleem oplossen waar het is begonnen, bij de veehouderij die alle dieren op stal is gaan houden en daardoor grote aantallen dieren op één locatie kon houden. Instrumenten als een maatlat 'zorgvuldige veehouderij' hebben tot nu toe veel teveel tot 'end of pipe' maatregelen geleid. Mijn eerdere pleidooi was erop gericht om (door de verdergaande intensivering -koeien op stal- van de grondgebonden melkveehouderij) de kraan niet verder open te draaien. Dat is relevant voor de sector als geheel en voor elke individuele melkveehouder.