De geluiden van mijn jonge jaren: op de radio het BRT Jazzorkest en de slotkoersen van de termijnmarkt (“Texaco werd nog niet genoteerd”). Op de achtergrond het tss-tss-tss-tss van de snelkookpan van mijn moeder, op volle druk.
De snelkookpan, mijn moeder zwoer bij dit toestel. Alles wat plantaardig was, werd erin klaargemaakt: compote, confituur, artisjokken, bloemkool, witloof. Ook hutsepot. Alleen geen aardappelen! Die vonden mijn ouders te delicaat. In een andere familie ging het omgekeerd: de preskassuul werd alleen voor aardappelen gebruikt. Maar wel elke dag. In nog andere gezinnen stonden er twee tegelijk op het gasvuur te sissen. In Franse damesbladen is het gebruik van de cocotte minute niet weg te denken. Er staan reacties op het net die aantonen dat Franse huisvrouwen niet meer weten hoe iets moet gekookt worden zonder casserole à pression.
Maar in de kookrubrieken van ons taalgebied wordt het tuig haast doodgezwegen. Wie het over de drukpan heeft, wordt meewarig aangekeken. Culi’s gebruiken hem niet, of houden het verborgen.
Het was nochtans allemaal zo mooi begonnen. Denis Papin was een beloftevolle Franse wetenschapper, geboren in 1647. De man blijft een beetje mysterieus, hij heeft ook niet echt veel geluk gehad.
Papin komt uit een protestantse familie, studeert af als arts en maakt een snelle carrière in de wetenschappen. Wanneer het te warm wordt onder de voeten van de protestanten, wijkt hij uit naar Londen. Fysica is dan een opkomende discipline en samen met Boyle en Leibniz gaat hij zich toespitsen op de druk in gassen en vloeistoffen. In 1680 stelt hij zijn ‘digestor’ voor. In zijn snelkookpannen kookte hij een volledig banket voor de leden van de Royal Society, onder wie de koning. John Evelyn, lid van de Society, noteerde in zijn dagboek: “Deze namiddag naar een maaltijd geweest waar alle bereidingen in Mr. Papin’s digestors waren klaargemaakt. Zelfs de beenderen van rund en schapen waren zo zacht als kaas, zonder toegevoegd water of andere vloeistof en met gebruik van slechts zes ons kolen, waarbij een fantastische hoeveelheid rijke saus en uitstekende gelatine werd gevormd, de heerlijkste die ik ooit proefde.”
Papins uitvinding loste twee grote problemen van die tijd op: de dure keukenbrandstof en het gebruik van het “vijfde kwartier”, het vel en de benen van slachtdieren waaruit men trachtte goedkoop volksvoedsel te bereiden. Papin vond later nog een stoommachine uit en voer in Duitsland met zijn eigen stoomschip op de rivier de Fulda, maar hij was zijn tijd veel te ver vooruit. Hij stierf waarschijnlijk te London, totaal vergeten want niemand weet wanneer. Zijn stoomboot en snelkookpan overleefden in verhalen over duivelse uitvindingen.
Pas anderhalve eeuw later haalt dat andere Franse genie, Nicolas Appert, de pot van Papin weer boven om er zijn conserven in te steriliseren. De Autoclaaf, zoals het ding tegen dan heet, wordt populair in de voedingsindustrie en gaandeweg ook in de geneeskunde, zo gauw men daar het belang van steriel werken heeft begrepen (de dokter leerde hier weer eens iets van de kok).
Het is pas na de Eerste Wereldoorlog, in de jaren ’30, dat de snelkookpan ook als dagelijks keukeninstrument zijn intrede doet, zoals Papin het had bedoeld. Men kan er zeer spaarzaam mee koken, en snel ook. Maar de Franse gastronomie pruttelde tegen. “De resultaten kunnen niet tippen aan die van de traditionele kookmethodes,” sneert de Larousse gastronomique uit 1938. “De vitamines worden volledig vernield”. Modern onderzoek zal uitwijzen dat dat laatste niet waar is, integendeel. Door de kortere kooktijd en het weinige water daarbij nodig, is het verlies kleiner dan bij gewoon koken, één bron meent zelfs dat het beter is dan microgolven.
Vooral de Angelsaksische wereld is vandaag nog heel erg bang van de pressure cooker, een “most terrifying kitchen item”. Dat komt door de gevaarlijke rommel die vooral in de VS werd verkocht na de Tweede Wereldoorlog. De pannen waren zo slecht gemaakt dat er nu en dan een explodeerde. Vandaag is de (ingestorte) markt er ingenomen door degelijke Europese modellen.
Mijn moeder had een aluminium ‘Miss Mary’, en die heeft een eeuwigheid meegegaan. Het merk leeft nog voort, maar enkel in India, waar de snelkookpan waanzinnig populair blijkt. Het is evident in een tropisch klimaat: de inhoud is gesteriliseerd en kan, indien onaangeroerd, dagenlang goed blijven, alsof hij uit een blikje kwam.
In een boekje over koken en zeilen (Cuisine et cambuse, 1981) rangschikte wereldreiziger Lise Claris-Lafourcade de cocotte minute onder de belangrijkste navigatie-instrumenten aan boord. Naast het koken en bewaren van voedsel maakte zij er ook yoghurt in, ze bakte er brood mee (zonder het tegengewicht), en voor wie vergeetachtig is: men kan er diepvries mee koken zonder te ontdooien of droge bonen in garen zonder te laten weken. En dat allemaal zonder elektriciteit!
Is er dan iemand die mij kan uitleggen wat er scheelt met dat ding? Tot dan... Smakelijk.
Dit artikel verscheen eerder gepubliceerd op BrusselNieuws.
Dit artikel afdrukken
Maar in de kookrubrieken van ons taalgebied wordt het tuig haast doodgezwegen. Wie het over de drukpan heeft, wordt meewarig aangekeken. Culi’s gebruiken hem niet, of houden het verborgen.
Het was nochtans allemaal zo mooi begonnen. Denis Papin was een beloftevolle Franse wetenschapper, geboren in 1647. De man blijft een beetje mysterieus, hij heeft ook niet echt veel geluk gehad.
Papin komt uit een protestantse familie, studeert af als arts en maakt een snelle carrière in de wetenschappen. Wanneer het te warm wordt onder de voeten van de protestanten, wijkt hij uit naar Londen. Fysica is dan een opkomende discipline en samen met Boyle en Leibniz gaat hij zich toespitsen op de druk in gassen en vloeistoffen. In 1680 stelt hij zijn ‘digestor’ voor. In zijn snelkookpannen kookte hij een volledig banket voor de leden van de Royal Society, onder wie de koning. John Evelyn, lid van de Society, noteerde in zijn dagboek: “Deze namiddag naar een maaltijd geweest waar alle bereidingen in Mr. Papin’s digestors waren klaargemaakt. Zelfs de beenderen van rund en schapen waren zo zacht als kaas, zonder toegevoegd water of andere vloeistof en met gebruik van slechts zes ons kolen, waarbij een fantastische hoeveelheid rijke saus en uitstekende gelatine werd gevormd, de heerlijkste die ik ooit proefde.”
Papins uitvinding loste twee grote problemen van die tijd op: de dure keukenbrandstof en het gebruik van het “vijfde kwartier”, het vel en de benen van slachtdieren waaruit men trachtte goedkoop volksvoedsel te bereiden. Papin vond later nog een stoommachine uit en voer in Duitsland met zijn eigen stoomschip op de rivier de Fulda, maar hij was zijn tijd veel te ver vooruit. Hij stierf waarschijnlijk te London, totaal vergeten want niemand weet wanneer. Zijn stoomboot en snelkookpan overleefden in verhalen over duivelse uitvindingen.
Pas anderhalve eeuw later haalt dat andere Franse genie, Nicolas Appert, de pot van Papin weer boven om er zijn conserven in te steriliseren. De Autoclaaf, zoals het ding tegen dan heet, wordt populair in de voedingsindustrie en gaandeweg ook in de geneeskunde, zo gauw men daar het belang van steriel werken heeft begrepen (de dokter leerde hier weer eens iets van de kok).
Het is pas na de Eerste Wereldoorlog, in de jaren ’30, dat de snelkookpan ook als dagelijks keukeninstrument zijn intrede doet, zoals Papin het had bedoeld. Men kan er zeer spaarzaam mee koken, en snel ook. Maar de Franse gastronomie pruttelde tegen. “De resultaten kunnen niet tippen aan die van de traditionele kookmethodes,” sneert de Larousse gastronomique uit 1938. “De vitamines worden volledig vernield”. Modern onderzoek zal uitwijzen dat dat laatste niet waar is, integendeel. Door de kortere kooktijd en het weinige water daarbij nodig, is het verlies kleiner dan bij gewoon koken, één bron meent zelfs dat het beter is dan microgolven.
Vooral de Angelsaksische wereld is vandaag nog heel erg bang van de pressure cooker, een “most terrifying kitchen item”. Dat komt door de gevaarlijke rommel die vooral in de VS werd verkocht na de Tweede Wereldoorlog. De pannen waren zo slecht gemaakt dat er nu en dan een explodeerde. Vandaag is de (ingestorte) markt er ingenomen door degelijke Europese modellen.
Mijn moeder had een aluminium ‘Miss Mary’, en die heeft een eeuwigheid meegegaan. Het merk leeft nog voort, maar enkel in India, waar de snelkookpan waanzinnig populair blijkt. Het is evident in een tropisch klimaat: de inhoud is gesteriliseerd en kan, indien onaangeroerd, dagenlang goed blijven, alsof hij uit een blikje kwam.
In een boekje over koken en zeilen (Cuisine et cambuse, 1981) rangschikte wereldreiziger Lise Claris-Lafourcade de cocotte minute onder de belangrijkste navigatie-instrumenten aan boord. Naast het koken en bewaren van voedsel maakte zij er ook yoghurt in, ze bakte er brood mee (zonder het tegengewicht), en voor wie vergeetachtig is: men kan er diepvries mee koken zonder te ontdooien of droge bonen in garen zonder te laten weken. En dat allemaal zonder elektriciteit!
Is er dan iemand die mij kan uitleggen wat er scheelt met dat ding? Tot dan... Smakelijk.
Dit artikel verscheen eerder gepubliceerd op BrusselNieuws.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Wat er scheelt met het ding? In mijn ogen weinig, echter:
- het imago van ontploffen blijft nog steeds hangen, gek genoeg ook bij vrienden van mij die er nog nooit eentje in werking hebben gezien (tot ze bij mij thuis komen). Dat ik mijn vriendin uitlegde wat de veiligheidsfuncties van de pan zijn (en hoe je ze schoon houdt) had eerder een averechts effect, al durft ze er nu alweer langs te lopen.
- Het langzame koken (stoven) is niet meer populair helaas - ook al kan dat met de hogedrukpan makkelijker dan veel mensen weten.
- Met de magnetron kan je veel (maar zeker niet alles) ook versnellen in de keuken, en men kiest daar vaak liever voor.
-Het aanbod in de supermarkt (maar ook deels op de markt) is aangepast aan het snelle koken, het is bijna lastig om ingrediënten voor de snelkookpan te kopen, en als ze er al zijn kennen mensen de bereiding niet meer (wat in het geval van bloemkool mij een zege lijkt).
Maar dit gezegd hebbende, ik gebruik de pan vaak, zeker doordeweeks als ik weinig tijd heb maar toch 'snel' vlees wil garen. In de oven of braadpan gaat het veel gecontroleerder maar dat kost uren die ik dan niet heb.
Dit weekeinde staat appelmoes in de planning (een van de buren heeft een appel overschot) waarvoor ik 'm ook ga proberen.
Gasten die er bij mij uit eten zijn allemaal enthousiast, maar (op één na) weet ik er van géén die er eentje gekocht heeft. Ik ben bang dat het toch een imago probleem is en blijft. Wat jammer is, net zoals een gehakt molen; wie heeft die en gebruikt die nu nog (ik dan nagelaten) - dat is teveel moeite, terwijl een snelkookpan je zoveel tijd geeft. (nou is die laatste vraag niet representatief voor dit forum, maar meer voor het gemiddelde huishouden).
P.S.: als zeiler had ik al eens van het broodbakken gehoord, moet ik me toch weer eens in verdiepen. Dank voor je artikel.
Ik gebruik 'm tot nu toe alleen om bouillon in te maken.
Maar het vlees kun je daarna echt weggooien, zit geen smaak meer aan. Heel fijn voor de bouillon, maar het weerhoudt me ervan om er iets anders in klaar te maken. Bang dat daar ook de smaak van verdwijnt. Bovendien denk ik ook echt dat het beter is om lang, langzaam en op juist lagere temperatuur te garen dan kort en krachtig. In de snelkookpan kook je alles letterlijk kapot, dat is toch iets anders dan gaar.
Maar zat er toevallig laatst wel over te denken om er eens zoiets als een varkensschouder in te bereiden.
Dit artikel verscheen op 15 september in de krant. Ondertussen heb ik een snelkookpan cadeau gehad van een lezer!
Robin, het is niet waar dat alles "kapot kookt", je moet de pan kort genoeg kunnen gebruiken. Mijn moeder maakte perfecte groenten in het ding. Veel meer smaak omdat er heel weinig water bij gebruikt wordt. En wat de bouillon betreft, mijn vader zei het zo: "als je vlees kookt, moet je kiezen, goede bouillon of goede bouilli. De twee samen is onmogelijk".
en deze: http://missvickie.com/index.htm
Aardappelen uit de snelkook smaken beter. Ik schil ze nooit tevoren, ik pel ze als het moet. Bonen (gedroogde) gaan uitstekend. Taaie kippen worden makkelijker mals. Hachee!
Drukpannen koken geweldig en wie elektrisch kookt weet dat hij er kwartjes per dag mee bespaard. Combinatie van inductie en drukpan is ideaal.
De snelkookpan! Zeker twintig jaar niet meer aan gedacht.
Inderdaad, in de jaren zeventig standaard in veel keukens. Samen met de minder dagelijks gebruikte Römertopf, (die al wel een bescheiden comeback heeft gemaakt?)
Ik herinner me van thuis een aluminium Prestige met schommelend overdrukventiel.
Over de turbo-eigenschappen en energiebesparendheid worden veel claims gedaan.
http://www.recinfocenter.com/aspx/news.aspx?newsid=1197
http://missvickie.com/library/investment.html
Als je die leest krijg je de indruk dat de snelkookpan de spaarkop met douchecoach van de keuken is: als iedereen 'm braaf gebruikt gaan we procenten van onze emissies aftikken. Zou het?