Vergeleken met volwassenen, zijn kinderen en jongeren minder gevoelig voor zoete smaken. Ze hebben 40% meer suiker (sacharose) nodig in een oplossing om de smaak van suiker op te sporen. Dat blijkt uit Amerikaans onderzoek gepubliceerd in Nutrients.
Zowel kinderen als adolescenten vonden een zoete smaak lekkerder dan volwassenen, overeenkomstig met eerdere studies. Volwassenen gaven de voorkeur aan een concentratie van acht suikerklontjes (32 gram) in een glas met 230 milliliter water. Dat is iets meer dan een glas cola. Kinderen en adolescenten dronken het liefst 12 suikerklontjes (48 gram) per glas. Deze twee uitkomsten, zoetgevoeligheid en -voorkeur, waren onafhankelijk van elkaar. Dat levert volgens de onderzoekers verder bewijs dat veranderingen in het lekker vinden van zoet niet samenhangen met het herkennen van de zoete smaak.
Voor beide bevindingen geven de onderzoekers dan ook verschillende verklaringen. Ze denken dat de verandering van smaakwaarnemingen tijdens de adolescentie het gevolg is van ontwikkelingstrajecten met verschillende onderliggende mechanismen. De verandering in smaakgevoeligheid zou kunnen voortvloeien uit veranderingen in de anatomie van de mond en speekselsamenstelling. De tong groeit relatief meer dan de rest van het lichaam en speeksel bevat meer amylase (een koolhydraat-verteerder) naarmate we ouder worden. Daarnaast zou de voorkeursverandering een gevolg kunnen zijn van veranderingen in de activiteit en morfologie van het beloningssysteem in de hersenen.
FoodNavigator - Children and adolescents are ?less sensitive? to sweet taste: study
Zowel kinderen als adolescenten vonden een zoete smaak lekkerder dan volwassenen, overeenkomstig met eerdere studies. Volwassenen gaven de voorkeur aan een concentratie van acht suikerklontjes (32 gram) in een glas met 230 milliliter water. Dat is iets meer dan een glas cola. Kinderen en adolescenten dronken het liefst 12 suikerklontjes (48 gram) per glas. Deze twee uitkomsten, zoetgevoeligheid en -voorkeur, waren onafhankelijk van elkaar. Dat levert volgens de onderzoekers verder bewijs dat veranderingen in het lekker vinden van zoet niet samenhangen met het herkennen van de zoete smaak.
Voor beide bevindingen geven de onderzoekers dan ook verschillende verklaringen. Ze denken dat de verandering van smaakwaarnemingen tijdens de adolescentie het gevolg is van ontwikkelingstrajecten met verschillende onderliggende mechanismen. De verandering in smaakgevoeligheid zou kunnen voortvloeien uit veranderingen in de anatomie van de mond en speekselsamenstelling. De tong groeit relatief meer dan de rest van het lichaam en speeksel bevat meer amylase (een koolhydraat-verteerder) naarmate we ouder worden. Daarnaast zou de voorkeursverandering een gevolg kunnen zijn van veranderingen in de activiteit en morfologie van het beloningssysteem in de hersenen.
ps mijn zoon vond karnemelk dus altijd al lekker.... en olijven.... etc. op zijn 2e levensjaar al gek daarop.
Smaak wordt al bepaald door wat de moeder tijdens de zwangerschap consumeert. Het is ook 'aangetoond', dat als de moeder bijv. karnemelk consumeert dan, of 'bittere' producten, het kind karnemelk lekkerder vindt. Dat wordt verder bepaald tijdens het consumptiepatroon in het gezinsleven samen. Smaak is een leerproces.. zowel in negatieve als in positieve zin. Wat 'zoet' is is lang niet altijd ongezond. Suikerklontjes zijn dat wel.