“We leven niet in een tijdperk van verandering maar in een verandering van tijdperk.” Aan die woorden van Jan Rotmans moet ik vaak denken de afgelopen maanden.

We staan op de drempel van een nieuw tijdperk, zeker in de landbouw. Het vorige tijdperk werd ingeluid door de aan Sicco Mansholt toegeschreven mantra ‘nooit meer honger’. Op basis daarvan hebben we de landbouwproductie exceptioneel verhoogd, is de kwaliteit van ons voedsel buitengewoon goed geworden en is het ook nog eens letterlijk spotgoedkoop geworden. Dit alles hebben we kunnen bereiken door schaalvergroting, intensivering en specialisering. De overheid zette daar door onderzoek, onderwijs en een dienst landbouwvoorlichting fors op in; leergierige en ondernemende boeren zorgden voor de rest.

De onrust die veel van mijn collega’s op dit moment voelen over de toekomst van hun bedrijven zit voor een groot deel in de onduidelijk blijvende eisen aan het bedrijf van de toekomst
Inmiddels kennen we ook de schaduwkant van dit succes. De Nederlandse manier van boeren heeft een grote impact op het landschap, de biodiversiteit, het milieu en ook de waterkwaliteit. Voeg daar nog bij de klimaatverandering en de gevoelens over dierenwelzijn en je kunt rustig concluderen dat boeren voor een grote uitdaging staan.

Model voor de toekomst
Gelukkig heeft Nederland eindelijk weer een minister van landbouw met visie. Een minister die zegt dat we de landbouw weer in overeenstemming moeten brengen met de draagkracht van de aarde. Volgens haar kunnen we dat bereiken door te streven naar een kringlooplandbouw; een landbouw die ook nog inzet op biodiversiteit en landschap voeg ik daar zelf nog aan toe. Die combinatie noem ik natuurinclusieve landbouw, het model voor de toekomst.

Op dit moment wordt de discussie over de toekomst van de agrarische sector in Nederland volledig overschaduwd door de stikstofcrisis. Daardoor zijn we alweer niet bezig met het echte, achterliggende probleem. Ons huidige landbouwsysteem is niet toekomstbestendig. De problemen van nu en de nabije toekomst lossen we niet op met verdere schaalvergroting, intensivering en specialisering. We zullen op zoek moeten naar een nieuw landbouwmodel. 

Onzekerheid, onrust en onmacht
En zeg nu zelf, als jij een plek op de wereld mocht uitkiezen om aan de slag te gaan met de landbouw van de toekomst, welk land zou jij dan kiezen? Dan kies je toch voor dat piepkleine landje dat de tweede voedselexporteur ter wereld is, waar de beste landbouwuniversiteit staat, waar de voedselindustrie toonaangevend is en waar ze de beste boeren hebben? Dat is de beste plek om die nieuwe landbouw te gaan uitvinden, ontwikkelen en die kennis vervolgens te gaan verkopen aan met de rest van de wereld. De onzekerheid, onrust en soms ook onmacht die veel van mijn collega’s op dit moment voelen over de toekomst van hun bedrijven zit voor een groot deel in de onduidelijk blijvende eisen aan het bedrijf van de toekomst. Haagse beleidsnotities staan op dit moment vaak haaks op de wet- en regelgeving waar we als boeren dagelijks mee te maken hebben op onze bedrijven.

Als minister Schouten een duidelijk en praktisch werkbaar speelveld definieert, doen wij boeren de rest
Duidelijk speelveld
Om uit deze absurde spagaat te komen, is een even radicale als consistente keuze nodig. Daarom roep ik de minister op duidelijk te kiezen voor natuurinclusieve landbouw en de consequenties daarvan in alle wet- en regelgeving door te voeren. Dan weten alle boeren van nu en hun opvolgers wat er van hen verwacht wordt. Alleen zo kunnen ze daar hun strategie en bedrijfsvoering op richten. Zonder een duidelijk richtinggevende, sturende en faciliterende overheid gaat dat niet.

Mansholt zag een probleem en creëerde een oplossing. Hij koos ervoor om keihard aan die oplossing te gaan werken waarbij de overheid, als uitvoeringsorgaan namens de maatschappij, een grote verantwoordelijkheid nam om die oplossing ook mogelijk te maken.

Nu staan we weer op de drempel van een grote uitdaging en opnieuw moet de overheid, namens de maatschappij, haar verantwoordelijkheid nemen om die nieuwe landbouw vorm te geven. Leergierige en ondernemende boeren zullen de handschoen dan zeker oppakken en met vertrouwen aan de slag gaan. 2020 wordt dan het eerste jaar van het nieuwe tijdperk! Maar de eerste zet is nu aan minister Schouten. Als zij een duidelijk en praktisch werkbaar speelveld definieert, doen wij boeren de rest.
Dit artikel afdrukken