In 1863 schreef Ludwig Andreas Feuerbach al 'Der Mensch ist, was er ißt'. In goed Nederlands, 'je bent wat je eet'. Hoe kunnen schelpdieren onderdeel uitmaken van een duurzaam verantwoord menu? Het potentieel van schelpdieren is nog onderbenut.
Alternatieve eiwitbronnen
Eiwitten zullen we nodig blijven hebben. Het zijn de bouwstenen voor het menselijk lichaam en ook voor dieren. De laatste decennia is de mens steeds meer dierlijke eiwitten gaan eten zoals vlees, vis, ei, melk en kaas. Op dit moment zijn dierlijke producten de belangrijkste eiwitbron voor mensen. Een duurzaam en gezond voedselpatroon voor de toekomst wijst het produceren en eten van dierlijke eiwitten niet af. Maar meer afwisseling tussen plantaardige en dierlijke eiwitten is gewenst, omdat plantaardige eiwitten minder emissies hebben en er een tekort aan dierlijke eiwitten dreigt. Het zal nodig zijn alternatieve eiwitten te ontwikkelen, zoals insecten, zeewier, peulvruchten etc. Dat noemen we de eiwittransitie.
Is er een dierlijke eiwitbron die voedzaam is, een lage broeikasgastuitstoot heeft, niet vervuilend is en geen negatieve invloed heeft op de biodiversiteit wanneer deze verantwoord gekweekt wordt? Het antwoord ligt mogelijk in het kweken van schelpdieren, zoals mosselen. Mosselkweek heeft een relatief lage uitstoot van broeikasgassen, neemt geen land in beslag en verbruikt geen zoet water. Mosselen vormen een duurzame bron van hoogwaardige eiwitten, omega 3-vetzuren, fytosterolen en andere micronutriënten zoals vitamine B-12 en ijzer1.
Is er een dierlijke eiwitbron die voedzaam is, een lage broeikasgastuitstoot heeft, niet vervuilend is en geen negatieve invloed heeft op de biodiversiteit wanneer deze verantwoord gekweekt wordt? Ja, mosselenSchelpdieren hebben dus een unieke positie als het gaat om zo een laag mogelijke milieu-impact (footprint) vergeleken met andere dierlijke eiwitten. De Amerikaanse hoogleraar Ray Hilborn en collega’s hebben de milieubelasting van verschillende dierlijke voedselproducten vergeleken aan de hand van 150-250 zogenaamde levenscyclusanalyses (LCA’s). De titel van hun Amerikaanse studie luidt ‘the environmental cost of dinner’. Terecht stellen de onderzoekers dat ieder dierlijk voedselproduct een mate van milieu-belasting geeft. Schelpdierkweek en kleine pelagische visserij (o.a. haring, sardines etc.) komen als winnaars uit de bus2.
Rundvlees scoort in zijn geheel - alle indicatoren meewegend - het slechtst. De hoogste milieubelasting in de productie van dierlijke voedselproducten komt door de kunstmest die wordt gebruikt voor het maken van diervoeders, brandstof voor visserijschepen en watercirculatie in de viskweek. Schelpdierkweek scoort gunstig doordat er onder meer nauwelijks tot geen antibiotica, pesticiden, landgebruik, zoetwaterverbruik en erosie aan te pas komen.
Ook in uitstoot van het broeikasgas koolstofdioxide (CO2) scoren schelpdieren als mosselen positief vergeleken met andere dierlijke producten. Schelpdieren hebben een veel kleinere impact op het milieu dan andere bronnen van dierlijke eiwitten. Ter vergelijking: de productie van 1 kg eieren kost 4,5 kg CO2, terwijl de productie van mosselen slechts 0,6 CO2 kost per kg eetbaar product. De klimaatimpact is even laag als die van bijvoorbeeld kikkererwten. Rundvlees produceert ongeveer 19,0 tot 36,7 kg CO2 per kg eetbaar product.
Tabel 1. Een vergelijking van het eiwitgehalte en de uitstoot van broeikasgassen in kg CO2 per kg eetbaar product. Deze tabel is overgenomen van Yaghubi et al. (2021). De waarden die in de tabel staan wijken iets af van de waarden gevonden in het Nederlands Voedingsstoffenbestand (NEVO)3.
Meer eiwit uit zee oogsten
Wat ook in het voordeel van schelpdieren pleit, is dat de productie ervan niet concurreert met activiteiten op land. Door gebrek aan schaarse ruimte op land is er juist veel voor te zeggen meer eiwit uit zee te oogsten. Ongeveer 71% van het aardoppervlakte bestaat uit oceanen. Bij 'meer eiwit uit zee oogsten' zouden we overbevissing moeten vermijden door eerder lager in het voedselweb (laag trofisch) te oogsten. Schelpdieren behoren tot die lagere schakels in het voedselweb. Ook de productie van schelpdieren in windparken op zee wordt veelal genoemd als een kans 4.
De productie van 1 kg eieren kost 4,5 kg CO2, terwijl de productie van mosselen slechts 0,6 CO2 kost per kg eetbaar product. De klimaatimpact is even laag als die van bijvoorbeeld kikkererwtenKloof intentie en gedrag bij consument
Ondanks alle intenties om minder vlees te eten is de consumptie van alternatieve eiwitten zoals insecten, zeewier en peulvruchten niet toegenomen. Er is dus een kloof tussen intenties en gedrag. Vlees blijft voor de meeste Nederlanders met afstand de belangrijkste eiwitbron en staat ruim vijf keer per week op tafel. Kip wordt van alle soorten vlees het meest gegeten: bijna vier keer per week5.
Nederlanders eten gemiddeld te weinig vis en dus ook weinig mosselen. Volgens het Voedingscentrum eten Nederlanders gemiddeld eens per twee weken vis, schaal- of schelpdieren zoals oesters en mosselen. Dat is veel minder dan het gezondheidsadvies van eenmaal per week. Slechts 34% van de volwassenen haalt de aanbeveling van het Voedingscentrum om minimaal één keer per week vis te eten6.
Specifiek voor mosselen geldt dat de belangrijkste barrières om mosselen te kopen of te eten zijn: ze staan nauwelijks op de radar (zelfs in de supermarkt weinig tot onopvallend); consumenten hebben weinig kennis over bereidingswijzen; consumenten denken dat er te weinig variatiemogelijkheden zijn; en de bereidingstijd is lang7. Andere barrières zijn: afval, onhandig formaat verpakking en de angst om er ziek van te worden. Het blijkt ook dat er veel fabels en ouderwetse inzichten over mosselen bestaan zoals ‘er moet een r in de maand zitten’ en mosselen worden nog weinig gezien als een doordeweekse maaltijdoptie8. Wie van huis uit heeft meegekregen af en toe mosselen te eten/bereiden, of hier zelf al meer ervaring mee heeft, kiest vaker mosselen7. In de poll hieronder kun je aangeven hoe vaak er mosselen op tafel komen.
Hoe bewust kopen en eten van mosselen bij de consument te stimuleren?
Vanuit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat de volgende manieren helpen om vis in het algemeen (waaronder schelpdieren zoals mosselen) effectief te promoten: consumenten laten proeven, advies door winkelmedewerker en informatie over smaak en/of structuur is9. Verder blijkt dat communicatie over het land van herkomst tot meer aankoopbereidheid leidt dan gezondheidsclaims10. Dit geldt het sterkst voor ‘in eigen land geproduceerd’ doordat de kwaliteit bij de kwaliteit belangrijk is bij bederfbare en vaak verse producten (zoals vis) met het oog op gezondheid en voedselveiligheid. Europese consumenten verbinden in het algemeen 'vers' aan kwaliteit.
Een herkomstlabel is effectief omdat hoe minder transportkilometers er zijn, des te verser en van betere kwaliteit de vis is. Naast herkomstlabels, zijn eco-labels (zoals MSC en ASC) ook belangrijk voor een grote groep consumenten als garantie om te weten dat het visproduct op milieuvriendelijke wijze is geproduceerd. De mosselen, oesters en mesheften uit Nederland zijn MSC-gecertificeerd. Het is effectief in de promotie naar de consument van bestaande en nieuwe producten dit ook te benadrukken. Tegelijk is er wel de nuance dat consumenten het onderscheid tussen wild gevangen en gekweekte visproducten vaak niet kunnen maken.
Komende tijd publiceren Geert Hoekstra en de overige teamleden een reeks van vier artikelen waarin zij fabels en feiten over schelpdieren uitlichten.
Bronnen:
1. Boogaart, van den, L. (2021). Kunnen mosselen één keer per week ons biefstukje vervangen? https://edepot.wur.nl/549051
2. Smith, S., G. Hoekstra, & H. Jansen, (2021) De milieubelasting van schelpdierproductie. Een vergelijking met andere dierlijke voedingsmiddelen. https://edepot.wur.nl/545311
3. Yaghubi, E., et al., Farmed Mussels: A Nutritive Protein Source, Rich in Omega-3 Fatty Acids, with a Low Environmental Footprint. Nutrients, 2021. 13(4): p. 1124. https://doi.org/10.3390/nu13041124
4. Pyett, S., E. de Vet, L.M. Trindade, H. van Zanten, L.O. Fresco (2019). Chickpeas, crickets and chlorella: our future proteins. Wageningen University & Research. http://edepot.wur.nl/496402
5. Onwezen, M., M. Kunz, H. Dagevos, M. Verain (2020). Consumenten meer geneigd om ‘alternatieve’ eiwitten te eten dan in 2015. Wageningen Economic Research. https://edepot.wur.nl/535182
6. Voedingscentrum (z.d.). Eiwitten. Geraadpleegd op 23 november, 2020, via https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/eiwitten.aspx
7. MARE (2018). Een deep dive in de doelgroep 25-45 jaar. Resultaten kwalitatief onderzoek. Projectnummer 2018122. Presentatie: Amsterdam, 14 september 2018.
8. TOP mossel (2020), in prep. Verslag 20-02-2020 conceptontwikkeling.
9. Nijsen, E.J., Reinders, M.J., Banovic, M. (2020). Referent product information from a credible source: How Front Line Employees can stimulate acceptance of incrementally new food products. In prep.
10. Banovic, M., M.J. Reinders, A. Claret, L. Guerrero, A. Krystallis (2019b) A cross-cultural perspective on impact of health and nutrition claims, country-of-origin and eco-label on consumer choice of new aquaculture products. Food Research International, 123: 36-47.
11. Schelpdieren, duurzaam en gezond (2021). KoM20006, BO-65-004-001. Wageningen University & Research. https://www.wur.nl/nl/Onderzoek-Resultaten/Onderzoeksprojecten-LNV/Expertisegebieden/kennisonline/Schelpdieren-duurzaam-en-gezond.htm?f16599906=0
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Diederik #34, dat valt mee. De eerste verkenning laat zien dat er ruimte is voor tenminste 500.000 hectare zeewierteelt voordat de balans in de Noordzee wordt verstoord. Tenminste, hoogstwaarschijnlijk meer. Schelpdieren eten alg. Het lijkt mij een prima combinatie.
Mark #32, het artikel ging in eerste instantie over gezonde eiwitten in mosselen, en voor de vorming daarvan hebben die daar natuurlijk de bekende mineralen nodig.... Maar als je stelt dat die benodigde mineralen (ook) van ongewenste NPK vervuiling afkomstig zijn, kom je in moeilijk vaarwater, om die uitdrukking maar eens te gebruiken. Ik vrees dat mosselen als opruimers van landbouwchemie heel snel van de menukaarten zullen verdwijnen.
Carolien,
de recentste en grootste windturbines staan meer dan 800 meter uit elkaar. Dat kunnen die bedrijven toch niet voor zich alleen opeisen? (op dit ogenblik doen ze dat wel). Schepen moeten vooralsnog uit de buurt blijven.
Ook een fijn weetje is dat rond elke sokkel in een straal van 300 meter steen wordt gestort. De zeebodem is daarmee onherroepelijk van structuur veranderd met gevolgen voor de fauna en flora.
Carolien, de eigenaren van de windparken zullen wettelijk worden gehouden aan het toelaten van een tweede of zelfs derde benutting van de ruimte op zee. Dat is simpelweg geëist door onze overheid. Het betreft 25% van het Nederlands deel van de Noordzee in 2050, dus is er wel wat voor te zeggen. Zeewier- en schelpdierteelt ligt dan erg voor de hand. Bovendien kan men bij de aanleg in het ontwerp rekening houden met zowel bekabeling als vaarbewegingen.
Diederik #26, dan is de eerste vraag die beantwoord moet worden: wat is de nulsituatie? Als agrarische mens voegen we al vele decennia allerlei (plantaardige) meststoffen toe (N, K en P) die als vanzelfsprekend leiden tot overmatige plantengroei (micro- en macroalgen) en ophoping van die stoffen beneden de lichtinval. Als je het daar mee eens bent, kunnen we nog wel even voort in zeewier- en schelpdierteelt. En is dat sowieso de minst invasieve methode om de mensheid te voeden. In elk geval ten dele.
Nick, ook dan zullen er schepen rond en onder die windmolenparken moeten varen om die mosselen te oogsten, toch?