Taalkundige en biologische diversiteit zijn nauw met elkaar verbondenOok al sterft de plant nog niet uit, als de taal verdwijnt, weet niemand meer wat er zo bijzonder aan is. Zo zijn taalkundige en biologische diversiteit nauw met elkaar verbonden. Aan het eind van deze eeuw zal naar schatting dertig procent van de 7.400 talen in de wereld niet meer gesproken worden. Dan gaat het vooral om talen waarvan maximaal zo’n tienduizend gebruikers zich bedienen.
Diensten
“Veel aandacht gaat uit naar het uitsterven van de biodiversiteit, maar er is nog een heel ander probleem, namelijk het verlies van culturele diversiteit,” zegt hoofdonderzoeker Rodrigo Cámara-Leret in The Guardian.
Inheemse talen bevatten veel kennis over de leefomgeving en het ecosysteem van de sprekers, aldus de onderzoekers. Daaronder ook de ervaring met het medicinale gebruik van planten, de “diensten” in ruimere zin die ze leveren.
De taal en de cultuur van een bevolking worden voor een deel gevormd en vernieuwd door de kennis die door ervaring opgedaan is van die diensten. De nieuwe woorden, begrippen en gebruiken die dat oplevert zijn specifiek voor die taal en cultuur en worden vaak niet gedeeld met andere talen en culturen en daardoor niet met andere volkeren.
Dit fenomeen staat haaks op het bekende verschijnsel dat door het leren van elkaars taal verschillende culturen elkaars kennis kunnen delen. De taalkundige barrière verdwijnt, waardoor de uitwisseling van informatie mogelijk wordt. Dat verschijnsel leidt tot ‘cross-cultural consensus’, het op dezelfde manier praten en denken over alle mogelijke zaken, waardoor (sterk) verschillende culturen door de gedeelde kennis toch op elkaar gaan lijken.
Erfgoed
In plaats van die te delen, behouden veel inheemse volkeren hun “unieke bioculturele erfgoed” voor zich, aldus de onderzoekers. “In gebieden met een grote taalkundige of biologische diversiteit en/of geografische barrières kan het evenwicht tussen delen en innoveren doorslaan naar het laatste,” zagen de onderzoekers.
Van alle 12.495 bekende “medicinale plantendiensten” is 75% 'taalkundig uniek': in slechts één taal bekendDat kan de culturele verschillen tussen volkeren, in dit geval aangaande medische kennis, zelfs versterken. Dat maakt het risico van ‘uitsterven’ van die specifieke kennis nog groter. De Zwitserse onderzoekers becijferden dat van alle 12.495 bekende “medicinale plantendiensten” 75% taalkundig uniek is, wat wil zeggen dat het bekend is in één taal.
De kennis van de farmacologische eigenschappen van planten, ook wel geheten ‘pharmacognosy’, is (verrassend genoeg) heel beperkt. Van alle plantensoorten is maar van zes procent de biologische activiteit bekend en van vijftien procent de chemische samenstelling. De chemodiversiteit in het plantenrijk lijkt oneindig groot, wat het fenomeen van de enorme diverse kennis door het traditionele gebruik van planten in de vele inheemse volkeren enigszins begrijpelijk maakt. En die volkeren hebben allemaal hun eigen taal om dat uit te drukken. Niet om op te schrijven, want de meeste kennis wordt mondeling overgeleverd.
Decennium van Inheemse Talen
De Zwitserse onderzoekers koppelden datasets van de inheemse bevolking uit drie ‘regio’s’ aan elkaar: een Noord-Amerikaanse, een uit het Amazonegebied en een uit Nieuw-Guinea. Gegevens over de talen werden gelegd naast botanische gegevens van de betreffende ecosystemen. Van “medicinale diensten” werden vermeldingen gevonden in 119 Noord-Amerikaanse, 37 Zuid-Amerikaanse en 80 Guinese talen.
“Onze studie laat zien dat elke inheemse taal unieke inzichten brengt die complementair kunnen zijn voor andere samenlevingen die op zoek zijn naar potentieel nuttige medicinale remedies,” schrijven de onderzoekers.
De Verenigde Naties hebben het tijdvak 2022 tot 2032 uitgeroepen tot het Internationale Decennium van Inheemse Talen. Met dat initiatief wordt de aandacht gevestigd op het belang van culturele diversiteit en de rechten van inheemse volkeren.
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Het is natuurlijk ook zaak om dit alles niet te veel te romantiseren. Tussen 1986 en 1990 heb ik 4 jaar intensief gewerkt met Baka pygmeeën in het Zuidoosten van Kameroen. We schreven trouwhartig rapporten over deze bewoners van het regenwoud die daar eeuwenlang rondgetrokken zouden hebben.Later bleek met de komst van zuster uit Centraal Afrika, dat de taal bijna volledig overeenkwam met die van Bantoe groepen uit Centre Afrique, Ngbaka, de voertaal van wijlen keizer Bokassa. De Baka hebben waarschijnlijk niet allen hun oorspronkelijke taal verloren, maar hebben net als zoveel andere volkeren gezworven door het regenwoud. Niemand die weet waar of hoe.
Ten tweede is er heel veel kennis over natuur, dieren en planten, tegelijk is de kennis beperkt in die zin dat er geen antwoorden zijn op de gezondheidsproblemen van het regenwoud: malaria, infecties en darmparasieten. Veel kinderen waren ondervoed, ziek en (kinder)sterfte was hoog.
#5 Harry, ik weet niet of dat zou kunnen. De kennis zit in die talen. Achter een taal zit ook een cultuur, zienswijze, leefwijze etc. Om die kennis te bevatten zou je je haast die taal eigen moeten maken, maar ook zo moeten leven én denken als die mensen daar, wil die kennis toegankelijk kunnen worden. Als je vertaalt krijg je dan hooguit een slap aftreksel van die kennis, maw wellicht zelfs dat niet. Jij leeft niet als een indiaan, je bent het ook niet......
Wat overblijft is de eenheidsworst van de economisch-technologische internettende mens, die van 'het andere' niks meer weet.
Ook in ons land verdwijnt de kennis over planten, vooral bij het grote publiek. De interesse om later dieper in de plantenmaterie te duiken zal dan ook wel minder zijn dan vroeger.
Op school leerden we tijdens de (verplichte) biologie lessen determineren met zo'n dik boek waarmee via een aantal kenmerken van stampers, meeldraden, stengel, kroonbladeren en meer, een plant kon worden gevonden. In groepsverband werden we op pad gestuurd om terug te keren met bermplantjes waarvan we dachten de naam te hebben gevonden.
Wanneer ik nu mijn kleinkinderen hondsdraf, klein hoefblad of boerenwormkruid aanwijs, dan vragen ze: hoe weet je dat? Sommige planten kennen ze weel wél zoals madeliefje, paardenbloem, brandnetel klaproos en zonnebloem, maar die kenden ze al vanaf hun kleuterperiode.
@3: Arnold van Woerkom: En daarom ben ik een heel groot voorstander, om al die medische kennis en ontwikkeling, OOK van nieuwe medicijnen, door een soort onafhankelijke staats ( EU, Westerse wereld) instantie te laten doen. Nu betalen we het ook, doch indirect en nogal wat meer.
Dus.. bundel al die kennis, die bij stammen in de Amazone, Afrika, Azië, enz ligt, en vertaal dat in het Engels. Steek er zelfs nogal wat onderzoekgeld in, om e.e.a. uit te werken.
Dus niet een Eur Medical Agency, die redelijk passief afwacht, wat voor medicijnen gepresenteerd worden, maar meer als de Britse Royal Society of London for Improving Natural Knowledge: vanaf 1660 al zelf studies in gang zette.
@2: Frank Eric van der Meer : en daarom hebben wij nog steeds de medische kennis van de Klassieke Grieken... overgezet in het Latijn, het Arabisch, en vanuit daar naar onze huidige talen.