Tijdens het tweedaagse congres onder de noemer Embracing Better Practices During Animal Transport and Slaughter - taking responsibility and showing respect and reciprocity towards animals, dat in mei jl plaatsvond in Zandvoort, werden better practices gedeeld en in het zonnetje gezet. Meer dan 20 bedrijven deelden hun innovaties op het gebied van vervoer en slacht van levende dieren. De ruim 100 deelnemers uit vijftien landen kozen de twee beste better practices.

Mark Willems van winnaar Slachterij Willems ontwierp zelf een drijfhok en verdoofbox. Aanleiding vormde de verhuizing naar Druten, in 2016. Willems greep die gelegenheid aan om verbeteringen door te voeren. Ergonomische verbeteringen voor het personeel, maar ook welzijnsverbetering voor de dieren. Verschillende factoren leidden samen tot het drijfhok en de verdoofbox zoals hij die nu gebruikt.

Lesley Moffat (Eyes on Animals) zegt dat een ontwikkeling als deze een van de redenen is waarom zij gelooft dat kleinere slachthuizen beter zijn voor het welzijn van dieren dan grote
Willems: "We zijn te klein voor een restrainer zoals grote slachterijen die hebben. Ik wilde het personeel op tafelhoogte kunnen laten steken en de tijd tussen bedwelming en steken zoveel mogelijk verkorten. Dus ik moest verzinnen hoe ik het varken rustig kon drijven en omhoog kreeg, op tafelhoogte. Door te knutselen met technisch lego kwam ik tot ideeën en die probeerde ik uit."

Uiteindelijk kwam hij tot een drijfhok dat lijkt op de budbox voor runderen. Met een draaideurtje en een schot wordt een varken van de rest gescheiden en naar de andere kant gedreven, waar het varken de verdoofbox ziet. Key bleek een goed verlicht glazen paneel aan de voorkant van de verdoofbox, waardoor het varken het idee heeft dat hij naar een uitgang loopt. Dat bleek de stress bij het dier aanzienlijk te verminderen.



Lesley Moffat, directeur van Eyes on Animals, zegt dat een ontwikkeling als deze een van de redenen is waarom zij gelooft dat kleinere slachthuizen beter zijn voor het welzijn van dieren dan grote. Moffat: "Doordat in kleine slachthuizen mensen meer met hun eigen lichaam werken dan in grote, weten ze ook precies hoe ze dingen kunnen veranderen. Ze kunnen makkelijker uitkomen op een praktijk die niet alleen voor henzelf, maar ook voor de dieren beter is. Ze zijn flexibeler dan grote slachters, die een heel slachtsysteem inkopen, waarbinnen meer onderdelen van het slachtproces geautomatiseerd zijn. Bovendien willen grote slachters met zo'n kostbaar systeem natuurlijk zo lang mogelijk werken."

Eyes on Animals publiceerde vorig jaar nog een overzicht van better practices die in de loop van de jaren zijn ontwikkeld en waarmee slachthuizen overal ter wereld hun voordeel kunnen doen.
Dit artikel afdrukken