Amerikaanse onderzoekers hebben door middel van seismische proeven kunnen aantonen dat zich ca. 400 mijl onder het aardoppervlakte de ingrediënten bevinden waaruit water gevormd wordt. Het 'water' zou zich bevinden tussen de aardkorst en de aardkern in een laag rotsachtig gesteente dat ringwoodiet wordt genoemd.

De voorraad zou zelfs zo groot zijn dat ze de oceanen op aarde zo'n drie maal zouden kunnen vullen. Als het in de vorm van water naar buiten zou komen, zouden nog slechts enkele bergtoppen boven het water uitsteken. De nieuwe ontdekking betekent dat de waterkringloop niet alleen in de atmosfeer plaatsvindt, maar ook tussen de atmosfeer en de lagen onder het aardoppervlakte.

De ontdekking is tevens een plausibele verklaring voor het gelijk blijven van de hoeveelheid water aan de oppervlakte, een fenomeen dat onvoldoende kan worden verklaard vanuit de atmosferische kringloop van verdamping en neerslag in de vorm van regen en sneeuw. Belangrijker nog is de nu plausibeler geworden hypothese dat water, een belangrijke levensvoorwaarde, niet via inslagen - o.m. via ijzige meteorieten - op aarde is gekomen van buitenaf, maar dat het zich mogelijk in belangrijke mate van binnenuit de aarde heeft gevormd. Dat meldt Science Daily.
Dit artikel afdrukken