Met de uitspraken van het Europese Hof van Justitie en meer recent de Raad van State staan de Nederlandse overheid en veehouderij voor een enorme uitdaging. In plaats van de afgesproken reductie van 10 kton ammoniakemissie laat de landbouw een stijging zien. Dat komt onder meer door de sterke groei van de melkveehouderij sinds 2013. Weliswaar heeft invoering van fosfaatrechten, gevolgd door korting op die rechten, die groei deels teniet gedaan, maar nog steeds mag van de melkveehouderij – de grootste bron van ammoniakemissie - een extra inspanning worden verwacht. Gelukkig liggen er nog enkele sterk onderbenutte reductiemogelijkheden.
Nog steeds mag van de melkveehouderij – de grootste bron van ammoniakemissie - een extra inspanning worden verwacht. Gelukkig liggen er nog enkele sterk onderbenutte reductiemogelijkhedenWeidegang
Melkveebedrijven die hun koeien weiden hebben een lagere emissie. Ammoniak ontstaat pas als mest en urine bij elkaar komen. Dat is het geval in de stal en dus ook in de mestopslag en bij het uitrijden van mest, maar nauwelijks bij weidegang. Wageningen UR schat elk uur weidegang bij een gemiddelde melkkoe op 3,3 gram minder ammoniakemissie.
Volgens het CBS krijgt de gemiddelde Nederlandse koe jaarlijks ruim 1.000 uur weidegang. Dat is 8,8% van het jaar. Eind vorige eeuw lag dat getal bijna drie keer zo hoog, maar sindsdien is het percentage bedrijven met weidegang, het aantal dagen weidegang per jaar en het aantal uren weidegang per dag sterk teruggelopen. Door een enorme inspanning van diverse partijen neemt recent het percentage bedrijven met weidegang weer enigszins toe. Maar gelet op de huidige PAS problematiek is het urgent om ook beide andere trends om te keren. Dus: meer dagen per jaar weiden en meer uren per dag.
Als de gemiddelde Nederlandse koe 1.200 uur zou weiden, neemt de ammoniakemissie jaarlijks met 1,2 kton af. Bij 1.500 uur loopt dit op naar 2,8 kton en bij 1.800 uur naar 4,4 kton per jaar. Dat kan uiteraard niet op alle bedrijven, maar er zijn ook bedrijven die juist nog meer willen en kunnen weiden. Complicatie: de huidige ammoniakemissie is onderschat. De emissie van de stalvloer dooft na weidegang geleidelijk uit, waardoor pas na enkele uren de maximale reductie wordt bereikt. Voor een maximaal effect is het belangrijk dat koeien veel uren achtereen weiden en dat de stalvloer schoon is.
De varkenshouderij levert via de sanering met ca. 10% een bijdrage aan de oplossing van het PAS-probleemEmissiearm mest uitrijden
Om mest emissiearm uit te rijden worden verschillende technieken toegepast. Recent is daaraan toegevoegd: verdunning van de mest met water. Die maatregel is niet alleen effectief bij bovengronds aanwenden met een sleepvoet, maar ook bij aanwending in of onder de zode. Daarbij neemt de ammoniakemissie af èn de benutting van stikstof toe.
De varkenshouderij levert via de sanering met ca. 10% een bijdrage aan de oplossing van het PAS-probleem. De melkveehouderij kan zonder krimp een grotere bijdrage leveren. Bij de start van het PAS in 2014 heeft de overheid een convenant gesloten met LTO, NZO en NMV. Voortbouwend op de daarin opgenomen afspraken over weidegang is nu een extra inspanning nodig.
Dat kan via de Duurzame Zuivelketen, met zijn relatief goed werkende, sectorbrede systeem van leveringsvoorwaarden, premies en controle. Als DZK genoemde generieke maatregelen daarin opneemt, helpt dat minister Schouten om een oplossing te vinden voor de vergunningplicht voor weidegang en bemesting nabij natuurgebieden.
Deze opinie van Frits van der Schans en Wouter van der Weijden van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) verscheen vandaag ook op Boerderij.
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Frans Aarts #18 ik was de afgelopen dagen niet in de gelegenheid op jouw post te reageren, maar dat verdien je wel. Daarom nu alsnog.
Het onderzoek naar urineplekken waarover je schrijft, is midden ‘90-er jaren gedaan. Een tijd waarin melkkoeien nog meer dan 18% ruw eiwit in het rantsoen kregen, meer dan 30 mg ureum in de melk hadden en de stikstofbemesting van grasland veel hoger was. Ja, dan gaat er wel wat stikstof verloren, zeker op droge zandgrond en zeker in het tweede deel van het weideseizoen.
Je hebt het over “Boeren met een hoge veebezetting die intensief weiden komen meststof te kort: een groot deel van wat ze wettelijk aan dierlijke mest mogen gebruiken komt als onwerkbare weidemest op het grasland.”. Allereerst is weidemest natuurlijk niet ‘onwerkbaar’, hooguit minder goed benutbaar. De (zeer) intensieve boeren komen soms mest tekort die zij moeten afvoeren, maar die al op het land ligt. Maar een zéér intensieve melkveehouder met (veel) mestafvoer en (kracht)voeraanvoer is nu eenmaal geen kringloopboer. Dat is een bedrijfsstrategie die in het vorig decennium is ontwikkeld, tussen 2010-2015 is ‘uitgerold’ en waarvan we nu de consequenties kennen.
Goed weiden doe je met (hooguit) een stuk of vijf melkkoeien per ha goed bereikbare en beweidbare huiskavel. Dan zijn de door jou geschetste problemen met fosfaat uit mestflatten nauwelijks aan de orde. Maar als je met een stuk of 8 tot 10 melkkoeien (of soms zelfs nog meer) per ha huiskavel gaat weiden, dan vraag je om problemen. Dat komt niet door het weiden, maar door de intensiteit. Het lijkt erop dat je die twee dingen telkens door elkaar haalt.
Verderop in je reacties noem je ook nog dierenwelzijn en weidegang. Troost je, ik ga niet pleiten voor weidegang vanwege dierenwelzijn. Wel is het weiden een natuurlijke gedraging van een koe. Wil je weiden met (veel) meer dan 10.000 kg melk per koe per jaar, dan plaats je die koe vaak in een onmogelijke situatie. Zij kan haar warmte op zomerse dagen vaak niet kwijt buiten in de wei. Maar ook op stal heeft zij steeds vaker problemen, getuige het feit dat steeds meer stallen moeten worden uitgevoerd met enorme ventilatoren (en soms zelfs luchtbevochtiging). De vraag is of binnen kringloop-melkveebedrijven met eigen mest op eigen land én eigen voer van eigen land (indicatief minder dan 18.000 kg per ha) een productie van veel meer dan 10.000 kg per koe optimaal is.
Je hebt gelijk dat weidegang problemen kent bij melkveebedrijven met (zeer) hoge intensiteiten en (zeer) hoge melkproductie per koe. Jij stelt daarop weidegang ter discussie en benoemt de negatieve kanten. Ik durf -zeker in het huidige tijdsgewricht met hernieuwde en grote waardering voor (regionale) kringlopen, biodiversiteit, landschap en aandacht voor het energiegebruik- de hoge intensiteit van melkveebedrijven en de hoge melkproductie per koe ter discussie te stellen. Durf je dat ook, dan blijkt weidegang meer voor- dan nadelen te kennen.
De komende dagen ben ik weinig in de gelegenheid te reageren op eventuele posts. Dat is dus geen desinteresse!
Carola wordt verscheurd door dit kabinet. Ze blijft in woorden trouw aan het rentmeesterschap dat haar partij predikt, maar in haar daden voert ze de wensen van het CDA en VVD uit. En dat haar dit zwaar valt is duidelijk te zien.
Jammer, heel jammer, want als kamerlid mocht ik haar graag.
Mee eens, maar minder dieren lost niet alles op. Je kunt weliswaar verder komen met het "sluiten" van kringlopen, maar er blijft spanning tussen kringlopen en efficiëntie vs biodiversiteit en landschap. Ik vrees ook dat we het dan nog steeds niet eens zijn over weidegang.
De kool en de geit sparen kan niet, en dat weet ze natuurlijk ook wel. Landbouw met verbrede doelstelling kan niet zonder minder dieren. En dat mag niet gezegd worden, is afgesproken in het regeeraccoord. Misleiding gezaaid, verwarring geteeld, oogst mislukt.
Ik vermoed dat ze kool en geit wil sparen, dus wil voorkomen dat het "sluiten" van kringlopen ten koste gaat van biodiversiteit en dierenwelzijn. Daar ben ik het mee eens, maar conceptueel gezien is het inderdaad verwarrend.