“We zullen het zelf moeten doen…”, verzucht een van de deelnemers aan het inspirerende symposium van de stichting Down2Earth* begin deze maand in Wageningen. Toch beluister ik geen berusting. Het klinkt eerder als een overtuiging: wij als consumenten zijn werkelijk in staat om een duurzame vorm van landbouw te realiseren, die bijdraagt aan een vruchtbare bodem. Het publiek weet zich daarbij gesterkt door de slotwoorden van Down2Earth-voorzitter Jan Diek van Mansvelt: “… iedere hap die we eten is een keuze voor of tegen een levende bodem!”

Wijffels: landbouw is de meest destructieve industrie van deze planeet
Vet: oude tweedeling verdwenen
Best irritant om zo rechtstreeks op ons eetgedrag te worden aangesproken. Toch blijken de ruim honderd aanwezigen hier steeds meer van doordrongen, naarmate de symposiumdag vordert. Het moet niet alleen anders, het kan ook anders: “Loskomen van het lineaire denken”, noemt inleider Herman Wijffels deze verandering, als hij pleit voor een circulaire economie. Daarbij pakt hij stevig uit door de landbouw te degraderen tot “de meest destructieve industrie van deze planeet”. Na afloop van het symposium oordeelt Wijffels milder: “… in Wageningen lijkt er toch iets verschoven te zijn, nu alle bodemdeskundigheid daar bij elkaar is gekomen.” Hij doelt op het Centrum voor Bodemecologie waarin de levende bodem centraal staat als onderzoeksgebied. Dagvoorzitter Louise Vet, zelf directeur van het NIOO-onderzoeksinstituut - heeft er deze dag vaak op gewezen. Volgens haar is er een nieuwe generatie landbouwwetenschappers ontstaan, “… voor wie de oude tweedeling tussen een industriële landbouw en een - destijds alternatief genoemde - biologische landbouw, niet meer bestaat.”

Visser: ontken de geschiedenis niet
Historicus Joost Visser relativeert dit: “We moeten de geschiedenis ook weer niet ontkennen. Het oude, lineaire denken werkt nog steeds door in de overheersende rol van industrie en overheid in de landbouw.” Hij pleit er dan ook voor om de boer en de bodem opnieuw centraal te stellen in de landbouw. In zijn voordracht laat hij zien hoe aan het begin van de vorige eeuw de opvattingen over plantenvoeding zijn veranderd. De toen aanwezige kennis over uitwisseling van complexe organische verbindingen tussen wortel en levende bodem, is ter zijde geschoven door het concept dat planten uitsluitend minerale voeding tot zich nemen: “De elementen zijn met name door de kunstmestindustrie tot nutriënten benoemd.”

Visser: kennis over uitwisseling van complexe organische verbindingen tussen wortel en levende bodem, is ter zijde geschoven door het concept dat planten uitsluitend minerale voeding tot zich nemen
De gevolgen van deze gewijzigde opvatting maakt landbouwwetenschapper Anton Nigten duidelijk door te wijzen op de inmiddels ontstane onbalans in onze voedingsgewassen. De door hem onthulde feiten onderstrepen waarom hij evenals Visser in het symposiumprogramma als klokkenluider is aangekondigd. Nigten wijst op een systematisch overschot in onze voeding van met name kalium en stikstof (in de vorm van ammoniak en nitraat). Verwerking in de voedingsmiddelenindustrie vergroot deze onbalans nog verder: “Met name raffinage en verhitting verarmen het voedsel in sterke mate. De ingrepen van de minerale landbouw en van de voedingsmiddelenindustrie hebben geleid tot een absoluut tekort aan magnesium en sporenelementen.”

Verontrustend ook is Nigtens kritiek op de Nederlandse Gezondheidsraad die er niet voor terugschrikt om de norm voor calcium naar boven toe bij te stellen: “Op dit moment is de norm voor volwassenen in Nederland tussen de 1000 en de 1200 mg calcium per dag (dit betreft de AI: de adequate inneming). De WHO-norm is 650 mg en uit onderzoek (Paterson) blijkt dat 400 – 600 mg calcium per dag al voldoende is. Sterker nog, volgens Paterson is er geen enkele relatie tussen extra calcium en het voorkomen van osteoporose.” Ook stelt Nigten vragen bij de uitzonderlijk hoge norm die de Gezondheidsraad hanteert en de belangen van de melkindustrie. Illustratief noemt hij het voorzitterschap van de calciumwerkgroep van deze raad door een functionaris van indertijd Campina Melkunie, de heer Schaafsma: “Deze calciumwerkgroep heeft in 2000 de normen voor calcium opnieuw vastgesteld.”

Nigten: illustratief is dat een functionaris van Campina Melkunie voorzitter kan zijn van de calciumwerkgroep van de Gezondheidsraad
Constructief
Tekenend voor de constructieve sfeer op deze dag is dat ook Nigten het niet laat bij harde kritiek, maar komt met praktische aanwijzingen, hoe wij de bodem kunnen verrijken met onder meer wormencompost en “koude” (vlakte)compostering. Het zijn dit soort praktijkvoorbeelden die de boventoon voeren in de pauzes en de workshops: een akkerbouwer laat weten hoe de kwaliteit van zijn aardappelen verbeterd is, na zijn overstap op organische bemesting. Hij biedt zijn bedrijf graag als pilot aan bij de aanwezige onderzoekers. Maar ook een gemeenteambtenaar laat zich horen. Hij heeft goede ervaringen met het composteren van plantsoenafval dat op die manier niet meer als afvalverwerking wordt gezien, maar als bodemverbetering.

Aan het eind van de dag zijn er nog veel praktische vragen: hoe breng je de mensen bij elkaar die iets willen veranderen en hoe maak je de consument ervan bewust dat het anders kan en moet. Ook daarop heeft Down2Earth het antwoord klaar: de actie “Help Humus!”. Eerder in dit “Jaar van de bodem” heeft de stichting een petitie ter ondertekening op haar website geplaatst**. Met de slogan “Eet de grond gezond!” spreekt de actie ons allemaal aan op ons dagelijks eetgedrag.

Dat is meteen ook het irritante, onontkoombare van deze actie. Het gaat hier om meer dan het ondertekenen van een petitie voor biologische vormen van landbouw; de deelnemers aan het symposium zijn daar als vanzelfsprekend toe bereid. Het gaat echter om het belang van een levende bodem en vooral om het inzicht dat u en ik daar - als consument - elke dag opnieuw aan kunnen bijdragen: wij maken met z’n allen die levende bodem.

* down2earth.nu
** helphumus.nu

Fotocredits: Herman Wijffels, midden, Foodlog Media
Dit artikel afdrukken