In een artikel over van alles wat er nu bij Jumbo speelt in MT/Sprout komen Paul Moers en Bart Fischer aan het woord. Moers is degene die zo nu en dan in de media over Jumbo vertelt als was hij de grote vertrouweling van de Veghelse directie (in het praatprogramma met Eva Jinek had hij het zelfs een keer de hele tijd over ‘wij’ – alsof hij bij wijze van spreken op de zondagochtend na de kerk aan de keukentafel in Veghel tussen Kitty van Eerd en Ton van Veen is aangeschoven), maar in dit stuk kijkt hij weer veel meer van veraf, als buitenstaander. En Fischer kennen wij uiteraard als ‘onze eigen bijdrageleveraar’ van de technologierubriek van FoodPersonality.

Moers is apert: eruit, dat La Place. La Place moet een ‘groeiversnelling maken’ en daar heeft Jumbo nu geen tijd voor, want het moet zich vooral richten op ‘Jumbo zoals Jumbo bedoeld is’. En bovendien, op dat hoofdkantoor kan er met gemak 15% van de banen of mensen uit, Moers vindt het hoofdkantoor in Veghel ‘een waterhoofd’, door al die overnames van de afgelopen jaren. Je zal hem maar eens aan je keukentafel hebben op zondag. Maar Fischer kijkt ook naar de rol van La Place binnen de Jumbo-formule zelf: “Jumbo zet sterk in op foodservice. Eten dat echt vers is, voor directe consumptie. Unieke producten.” Hij wijst erop dat Jumbo veel aan La Place gehad heeft, zeker ook aan het assortiment ervan.

Want ‘Jumbo zoals Jumbo bedoeld is’; het kan nooit de bedoeling zijn dat je je formulebeeld terugschroeft naar, zeg, 2006. Het feestelijke, het verleidelijke en het verwenaspect van Jumbo zat wel jarenlang – ook – in die La Place-elementen
En dat laatste is inderdaad best zwaarwegend. De familie Van Eerd was zelf laaiend enthousiast toen ze deze keten in 2016 in de V&D-boedel konden kopen. La Place was toen het enige in die boedel dat winst maakte. En in de jaren daarna werd La Place een belangrijk onderdeel van juist die Jumbo-formule. Niet alleen het assortiment (maaltijden, sandwiches, soepen, pizza’s, sappen etc., maar zelfs het brood was voor een deel brood van La Place), maar meer nog dan dat: de keukens van La Place werden het visuele paradepaardje. Dat was vrij snel duidelijk toen een jaartje of wat later in Groningen ‘Foodmarkt City by Jumbo’ werd geopend, dat gaandeweg na meer openingen werd omgedoopt in Jumbo City.

Die eersteling was bijna een La Place, maar dan voor onderweg en voor thuisverbruik, met een Jumbo-geel randje eromheen. Nadien werden ook de Foodmarkten behoorlijk La Place-achtig. Niet die eerste in Breda en die tweede in Amsterdam, maar wel wat daarna volgde, zoals Leidsche Rijn/Utrecht of Leidschendam, met een enorme ‘straat’ van La Place-keukens. Ook het visuele paradepaardje van Jumbo Foodmarkt. En gaandeweg kreeg dit ook vorm bij Jumbo zelf, zij het dan op minder meters. Als Jumbo dat allemaal eruit moet slopen vanwege onderlinge rechten en plichten tussen de Jumbo- en de La Place-formule, dan hebben de mensen van de afdeling formulemanagement nog wel even een stevige klus te klaren.

Het kan natuurlijk ook zo zijn dat Jumbo La Place kan verkopen, maar toch die groene uitstraling en dat assortiment kan behouden – gesteld dat het dat zou willen. Als je bedenkt dat je Jan Linders heet en dan toch als AH-franchiser door het leven kan gaan: dat illustreert dat er veel kan, als je maar buiten de begane paden denkt.

Voor de formule-uitstraling is het te hopen dat Jumbo niet La Place helemaal eruit boort en er niks aantrekkelijks voor in de plaats stelt. Want ‘Jumbo zoals Jumbo bedoeld is’; het kan nooit de bedoeling zijn dat je je formulebeeld terugschroeft naar, zeg, 2006.De gedachte is vaak dat Jumbo als bedrijf niet zoveel gehad heeft aan La Place, een kleine omzettoevoeging en vervolgens vooral kopzorgen, toen de coronapandemie drie jaar de horecasector lamlegde. Maar het feestelijke, het verleidelijke en het verwenaspect van Jumbo zat wel jarenlang – ook – in die La Place-elementen.

En daarbij blijft dit een vraag: hoe kan het toch dat bedrijven die supermarkt en horeca willen samensmelten, daar altijd problemen mee krijgen? Waarom kan Ahold wel naast Albert Heijn Gall & Gall en Etos in de lucht houden, slijterij en drogisterij? En waarom kon Sligro Food Group naast de horecapoot niet supermarktpoot Emté in de lucht houden? En waarom is het voor Jumbo nu opeens onaantrekkelijk om La Place ernaast te hebben? Oké, dit snappen we: het assortiment van La Place zal Jumbo niet kunnen inkopen bij Epic en Everest, begrijpelijk. En je wil weer terug naar ‘prijskampioen’ zijn, ook begrijpelijk. Maar bij al dat, hoe is het mogelijk dat supermarkten wel een formule voor wijn en een voor cosmetica naast zich kunnen dulden, terwijl de dichtstbijzijnde sector vanuit de supermarktsector bekeken – horeca dus – niet past? Terwijl die er qua assortiment en beleving juist het beste bij past.

Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en FoodPersonality.
Dit artikel afdrukken