Onlangs werden nieuwe cijfers van de Leefstijlmonitor gepresenteerd door het CBS en RIVM. Slechts een kwart van de Nederlandse bevolking haalt de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad. De gemiddelde inname van natuurproducten als groente, fruit en vis is schrikbarend laag te noemen. En dat terwijl er jaarlijks 9 miljoen aan subsidie naar het Voedingscentrum gaat voor voorlichtingscampagnes. Blijkbaar haalt dit veel te weinig uit.

Aan voorlichting geen gebrek
Heeft voorlichting wel zin? Is onze obesogene omgeving niet gewoon sterker dan wij? Door de geuren die we overal opsnuiven, de reclames van de levensmiddelengiganten die we overal zien en alle gepraat over eten worden we de hele dag verleid en op de proef gesteld. Blijkbaar zijn velen van ons hier niet goed tegen bestand. “Alles met mate” advies lijkt alleen te lukken voor groente, vis en fruit, en dat is nou juist de voeding waar we meer van zouden moeten eten.

De voorlichting over gezonde voeding die we krijgen komt van alle kanten:

1. Het Voedingscentrum heeft gekozen voor een sterk compromis in zijn uitspraken, omdat het spreekt voor heel Nederland. Er wordt eigenlijk geen onderscheid gemaakt in de verschillende niveaus van bewustheid op het gebied van gezondheid, maar eigenlijk wordt alles teruggebracht naar De Schijf van Vijf (die overigens binnenkort aangepast zal worden).

Eigenlijk weet iedereen wel dat het een goed idee is om bijvoorbeeld meer groente en fruit te eten. Toch doen we het niet.
2. De doelgroep die verder wil dan de Schijf van Vijf of het er niet mee eens is gaat zelf op zoektocht. Gezien het aantal bestsellers op het gebied van voeding en gezondheid blijkt dit een flinke doelgroep te zijn. Een interessant vraagstuk is echter of deze groep de richtlijnen van de Gezondheidsraad wel haalt. Wel zal het gemiddelde niveau van gezondheidsbewustzijn en de bereidheid de levensstijl te veranderen bij deze groep hoger zijn dan gemiddeld.

3. Een mooi voorbeeld van een project voor moeilijk te bereiken groepen is het project “Vullen of Voeden” van Wilfred en Lili Genee. De doelgroep bestaat uit kinderen en hun opvoeders. Het meest speciale is dat de promotie voor een groot deel plaatsvindt in het populaire televisieprogramma “Voetbal International”. Juist door Johan Derksen dit in het begin belachelijk te laten maken en hem langzaam aan het handje mee te nemen naar levensstijl verbetering komt de doelgroep toch in beweging.

4. Blogs zijn in deze tijd invloedrijke bronnen van voorlichting. Ook daarmee wordt een specifieke doelgroep bereikt. Zo zal Rens Kroes bijvoorbeeld vrouwen tussen de 20 en 40 aanspreken, en De Energieke Vrouwen Academie vrouwen in de overgangsleeftijd. Voor ieder is er wat wils dus.

5. En dan komt er nog een heleboel informatie op ons af via de media. Op dit punt ontstaat er echter veel verwarring, omdat de media juist kiezen voor polarisatie en het ene extreme standpunt tegenover het andere zet. Het komt daarbij zelden tot een consensus en tot een bruikbaar advies.

6. Mond-tot-mond is misschien nog wel de belangrijkste bron van informatie. De vraag is echter wat er nog van de originele voorlichting over is, als er zoveel verschillende en vaak tegenstrijdige informatie door de ontvanger moet worden gefilterd.

Aan voorlichting is geen gebrek. Eigenlijk weet iedereen wel dat het een goed idee is om bijvoorbeeld meer groente en fruit te eten. Toch doen we het niet. Wat mij betreft moet voorlichting dan ook verder gaan dan alleen zeggen wat gezond is. Voorlichters moeten mensen inspireren en in beweging zetten. Een suikervrije challenge op internet, bijvoorbeeld, doet meer dan alleen zeggen dat we minder suiker zouden moeten eten. Op dit punt is er naar mijn mening nog veel te winnen in Nederland. Gezond eten moet leuk en uitdagend zijn.

Toch pleit ik voor meer betutteling op alle niveaus als er zoveel mensen zijn die de verleidingen niet kunnen weerstaan.
Even eenvoudig als moeilijk
Maar zal dit genoeg zijn? Kan hierdoor ook de groep gestimuleerd worden die de Richtlijnen van de Gezondheidsraad nu niet halen. Of moeten we toch paal en perk gaan stellen aan de obesogene omgeving. Willen we in Nederland op iedere hoek van de straat verleid worden door fastfoodketens, willen we een supermarkt waar we verleid worden door zoete en vette impulsaankopen met misleidende etiketten en willen we wel geterroriseerd worden door reclames van suiker, zout en vet? Dat is de even eenvoudige als moeilijke kernvraag . De overheid wil niet ingrijpen omdat het daarmee wat normaal was opeens de nek om moet draaien. Het is begrijpelijk dat de getroffen bedrijven die opeens hun bestaansrecht en omzet zien verdwijnen zullen vragen: waarom nu opeens en niet 40 jaar geleden? De supermarkten doen alsof hun neus bloedt en de voedingsmiddelengiganten wuiven kritiek weg alsof de consumenten vanuit vrije wil zich vergrijpen aan en te lang dooreten van hun calorierijke onweerstaanbare knutsels.

En dan hebben we nog de consument.. Een paar maanden geleden was er een actie om snoepautomaten uit de ziekenhuizen te weren. De reactie van de consument verbaasde mij. Een groot deel sprak over betutteling en klaagde over een overdreven en onnodige actie. Daar sta je dan met je mooie initiatief. Is de consument niet gewoon bezig met zelfsabotage?

Ik ben zelf wel bestand tegen de obesogene omgeving. Toch pleit ik voor meer betutteling op alle niveaus als er zoveel mensen zijn die de verleidingen niet kunnen weerstaan. De politiek kan niet langer blijven wegkijken. Het wordt tijd voor daadkrachtig leiderschap voor een gezonder Nederland.

Fotocredits: Red Fruits, Martijn van Sabben
Dit artikel afdrukken