Koop een kilo tomaten bij de Jumbo voor 1 euro en exact dezelfde tomaten bij een chique groentenboer voor 3 euro. Die laatste kilo is direct 3 keer zo duurzaam. Als dat zo is, moeten heel wat duurzaamheidsanalyses overboord worden gegooid.

Aan de TU Delft is het begrip 'Ecovalue' ontwikkeld. Het geeft een heel andere kijk op duurzaamheid dan we gewend zijn. In plaats van het huidige 'gewoon-doorgaan-met-consumeren-maar-dan-een-beetje-schoner', geeft het invulling aan consuminderen
Iedere consument, zegt de theorie achter het begrip, heeft een bepaalde hoeveelheid geld te besteden. Waar hij dat geld aan uitgeeft, bepaalt hoe ‘duurzaam’ hij leeft. Combineer je besteedbaar inkomen en duurzaamheid, dan krijg je een gemiddelde waarde voor de duurzaamheid per bestede consumenteneuro. Da's theorie. Nu de praktijk. Een consument die door de aanschaf van een grote plasma-tv - een ware energieslurper – weinig geld overhoudt om milieubelastend te brassen, is Is een duurzamer consument dan iemand die een zuinige lcd-tv in de aanbieding bij de Mediamarkt kocht en daardoor geld overhield voor een vliegvakantie naar Thailand.

Voor onze houding tegenover de prijs van ons eten in relatie tot duurzaamheid levert dat een aardig dilemma op. Het verlagen van de prijzen van biologisch eten met Leo Dijkgraaf’s 6% -actie, moet dan namelijk ook voor een 6% grotere markt zorgen om even duurzaam te blijven.
Het laat ook zien hoe onverwachts duurzaam de huidige markt voor biologisch eten is. Omdat … het duurder is en dus de consumptie remt door zijn hogere prijzen. Over milieubelasting, diervriendelijkheid en wat al niet meer hoeven we het dus niet eens meer te hebben. Duurder eten is per definitie ecologischer dan goedkoop. Nog een verrassing. Gratis eten uit eigen tuin blijkt ineens helemaal niet duurzaam meer, ondanks de minimale foodmiles en al dan niet milieuvriendelijke teelt. Minimalistische haute cuisine in een duur restaurant mag ook zomaar duurzaamheid claimen. Hoe lang zou dat duren?

Mag ik nou ook zeggen dat ik het geld in m’n kleine portemonnee beter kan uitgeven aan een duur schilderij (veel arbeid en weinig materiaal en energie) dan aan eten? Nee. De theorie is niet bedacht om voor te schrijven waar je het best je geld aan uit kunt geven, maar om inzichtelijk te maken welk effect onze eindige bestedingskeuzen hebben op milieu, dierwelzijn en andere zaken die we van maatschappelijk belang vinden.

Vooruit, nog een onverwachte consequentie van de theorie, die fantastisch uitpakt voor zowel de Unilevers als de ambachtsmannen van deze wereld. Alle zogenaamde ‘immateriële waarde’ die zij toevoegen – (al dan niet genepte) emotie, sfeer en receptuur- betaalt de consument duur en dus duurzaam. Less is niet meer more. Als je tevreden bent met de droom, minimaliseer je de impact en kun je toch genieten.
Gelukkig mag je kiezen. Genieten van Pringles die 2 cent kosten, terwijl je er 1,96 voor betaalt of jezelf verwennen met een exclusief stuk langzaam gerijpte ham of een dure fles wijn. In beide gevallen mag je zeggen dat je heerlijk ecologisch consumeert. De rest is een kwestie van smaak.

Dit artikel afdrukken