Het zal moeten blijken of er bewegingsruimte zit in de normen, de doelen, het tijdpad en de maatregelen zoals die door de overheid naar buiten zijn gebracht. Wij pleiten voor een doelmatige aanpak die daadwerkelijk de stikstofoverschotten in natuurgebieden reduceert.
Wij willen in elk geval twee zaken onder de aandacht brengen die ons inziens relevant zijn voor de discussie: droogte en denitrificatie. Ook doen we handreikingen waarmee ons land uit de stikstofimpasse geholpen kan worden en waarmee de natuur kan herstellen.
De stikstofkringloop
Maar eerst: hoe zit het nou eigenlijk met ‘stikstof’? Meer dan drie kwart van de buitenlucht bestaat uit stikstofgas (N2); dit is een inerte vorm van stikstof, die niet bruikbaar is voor gewassen. Wel kunnen bacteriën in de wortelknolletjes van vlinderbloemigen N2 fixeren. In de bodem wordt ammonium (NH4+) door bacteriën omgezet in nitriet (NO2-) en nitraat (NO3-). Dit noemen we nitrificatie. Nitraat wordt door planten opgenomen of door bacteriën weer omgezet in stikstofgas (N2). Dit laatste proces heet denitrificatie. Figuur 1 laat de stikstofkringloop zien.

Figuur 1- De stikstofkringloop in lucht en bodem (bron: wikipedia)
Verhoging van de grondwaterstand is belangrijkDenitrificatie en grondwaterstand
In de natte natuur bedraagt de denitrificatie 25 tot 35 kg per hectare per jaar, dat is meer dan de berekende depositie. Maar ook in grasland en op akkerbouwpercelen treedt denitrificatie op. We komen daar straks op terug. In een droge bodem treedt meer oxidatie en minder denitrificatie op, met alle gevolgen van dien, met name voor de biodiversiteit in kwetsbare natuurgebieden. Verhoging van de grondwaterstand is belangrijk om bodemoxidatie te verminderen. Die oxidatie resulteert namelijk in verzuring en het vrijkomen van nutriënten die vooral de groei van grassen stimuleert. De biodiversiteit loopt daardoor terug.
Om ervoor te zorgen dat er veel N2 wordt gevormd en weinig nitriet en nitraat in bodems en grondwater ophoopt, is het belangrijk dat er weinig zuurstof in de bodem zit. In natte bodems is minder zuurstof. In droge bodems zal minder denitrificatie plaatsvinden. Dat verklaart deels waarom nitraat vooral ophoopt in droge zandgronden.
Dat betekent dat stikstofregels afgestemd moeten worden op de grondsoort en bodemgesteldheid.
Als we denitrificatie mee zouden nemen in de berekeningen waarmee stikstofoverschotten bepaald worden, dan blijkt dat de daadwerkelijke stikstofoverschotten in de bodem lager zijn dan de tot nu toe berekende overschottenIn de afgelopen decennia is de grondwaterstand in belangrijke delen van Nederland met 60 tot 85 centimeter gedaald. Verhoging van de grondwaterstand zal een gunstig effect hebben op de denitrificatie in de bodem en de ophoping van nitraat verminderen. Ook de onderzoekers van de Focusgroep Stikstof wijzen op het belang van denitrificatie. Denitrificatie is overigens moeilijk te meten en het proces wordt niet meegenomen in de Kringloopwijzer.
Nynke Hofstra (Wageningen UR) en Alexander Bouwman (Universiteit Utrecht) verzamelden 336 denitrificatieonderzoeken uit de literatuur. In Tabel 1 staan hun bevindingen samengevat. Uit de tabel blijkt: op slecht gedraineerde (natte) percelen is het stikstofverlies door denitrificatie hoger en een hogere stikstofbemesting leidt tot meer denitrificatie in de bodem. Ook zien we dat er meer denitrificatie optreedt in grasland dan in akkerland.
Als we denitrificatie mee zouden nemen in de berekeningen waarmee stikstofoverschotten bepaald worden, dan blijkt dat de daadwerkelijke stikstofoverschotten in de bodem lager zijn dan de tot nu toe berekende overschotten. Dat erkennen ook WUR en CBS. Als we rekening houden met denitrificatie in de bodem, dan zal dit veel invloed hebben op de kritische depositiewaardes (KDW). Wij pleiten er dan ook voor om de vorming van inert N2 door denitrificatie in bodems nader te onderzoeken, zodat de bodem-stikstofprocessen en de daadwerkelijke stikstofoverschotten beter gekwantificeerd kunnen worden.

Drinkwaterwinning
Gegevens van waterschap de Dommel en Aa laten zien dat van al het opgepompte grondwater 70% wordt gebruikt voor drinkwater, 12-15% voor landbouw en circa 12% voor industrie. Zie ook het ontwerp waterbeheerprogramma 2022-2027 “Water als basis voor een toekomstbestendige leefomgeving”.
Drinkwater bevat 40 gram calcium per kuub en ook dit calcium wordt dus onttrokken aan het grondwater; het gaat daarbij om zo’n 5.000 kg calcium per hectare per jaar, geen wonder dat er dan verzuring optreedt in de natuurgebieden waar het drinkwater gewonnen wordtDe drinkwaterbedrijven Vitens en Brabantwater produceren naar eigen zeggen jaarlijks 585 miljoen kuub drinkwater, wat bijna allemaal afkomstig is uit grondwater. Dit grondwater wordt opgepompt in de 4.600 hectare waterwingebieden, natuurgebieden die beheerd worden door de drinkwaterbedrijven. Drinkwater bevat 40 gram calcium per kuub en ook dit calcium wordt dus onttrokken aan het grondwater; het gaat daarbij om zo’n 5.000 kg calcium per hectare per jaar, geen wonder dat er dan verzuring optreedt in de natuurgebieden waar het drinkwater gewonnen wordt. Daarom zien boswachters zich vaak genoodzaakt om kalk te strooien in natuurgebieden.
Informatiezuilen van Vitens in natuurgebieden, zoals bij De Bilt en op Vlieland vermelden zelf ook dat het grondwater 60 – 80 cm is gezakt als gevolg van grootschalige waterwinning vanaf de jaren ’70.
Kunstmest of dierlijke mest
In graslandbodems neemt het organische stof gehalte toe, in akkerland neemt het af, in natuurbodems blijft het gelijk, zoals blijkt uit een rapport van WUR onderzoeker Sjaak Conijn. De afnemende hoeveelheid organische stof in akkerland vormt een belangrijke bedreiging, overigens niet alleen in Nederland. De bodemvruchtbaarheid neemt af en bodems worden gevoeliger voor droogte. De oorzaak voor de afname is vooral eenzijdig bemesting met kunstmest en te weinig bemesting met organische (dierlijke) mest.
De EU-regels beperken het gebruik van stikstof uit dierlijke mest. Dat resulteert indirect in meer kunstmestgebruik. Als akkerbouwers worden verplicht om het organische stof gehalte in de bodem op peil te houden zal er mogelijk een tekort ontstaan aan dierlijke mest. Vervangen van kunstmest-N door urine-N zal bijdragen aan de gewenste kringloop. Dat kan alleen als mest en urine worden gescheiden. Gunstige bijkomstigheid: verlagen van kunstmest resulteert in een sterke daling van de koolstofvoetafdruk. Nu wordt 6 - 7% van alle aardgas in Nederland nog gebruikt om kunstmest-N te produceren. Minder kunstmest en meer dierlijke mest leidt dus ook tot een significante reductie van het aardgasgebruik. Via kunstmest wordt op veehouderijbedrijven vaak minstens zo veel stikstof aangevoerd als via het krachtvoer, zo blijkt uit de Kringloopwijzer. In de discussie zou de stikstofaanvoer via kunstmestgebruik veel meer aandacht moeten krijgen.
Als mensen uitgedroogd zijn, helpt een paracetamol tegen de hoofdpijn niet. De situatie vraagt vooral om extra water en mineralenMaar hoe zit het dan met de ammoniakemissie uit de veehouderij? Ten eerste is het aantal koeien in Nederland sinds 1960 niet toegenomen, we hebben nog steeds 1,6 miljoen koeien in ons land en ook het areaal gras- en maïsland (ruim 1 miljoen hectare) is nauwelijks veranderd. En dan nog iets: Dieren produceren geen ammoniak. NH3 ontstaat pas als bacteriën in de mest het urine-ureum omzetten in ammoniak. Door investeringen in stalsystemen waarbij mest en urine snel worden gescheiden zal de ammoniakuitstoot verregaand worden verlaagd. Uit de dierlijke urine kan dan een kunstmestvervanger geproduceerd worden die ingezet kan worden in de akkerbouw.
Oproep en aanbevelingen
Om uit de stikstofimpasse te geraken moeten we inzetten op doelmatige maatregelen die een grote kans op succes bieden.
Daarom roepen wij politiek en wetenschap op om meer aandacht te besteden aan denitrificatie. Neem de omzetting naar N2 door denitrificatie mee in de beschouwingen voor zowel natuur als landbouw.
Als mensen uitgedroogd zijn, helpt een paracetamol tegen de hoofdpijn (zo interpreteren wij het huidige stikstofbeleid) niet. De situatie vraagt vooral om extra water en mineralen.
Het zou mooi zijn als boeren, waterschappen en natuurbeheerders samen aan de slag gaan met verhoging van het grondwaterpeil. Zonder aandacht voor droogte en calcium zal geen enkele stikstof-reducerende maatregel bijdragen aan herstel van kwetsbare gebieden.
Stimuleer investeringen in nieuwe stalsystemen om mest en urine te scheiden en de vorming van ammoniak tot een minimum te beperken. Sta de toepassing van kunstmestvervangers op basis van dierlijke urine ruimhartig toe. Verminder de productie en het gebruik van kunstmest-N op een effectieve manier.
Met voldoende aandacht voor de kwaliteit van bodems en grondwater, voor waterstanden, vervangen van kunstmest door urine-N en het optimaliseren van organische bemesting zal er ruimte ontstaan voor efficiënte veehouderij, waarbij de natuur zich kan herstellen.
Op 10 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#57 Jaap, Ken jij boek(en) van Duitse schrijver Peter Wohlleben (boswachter en schrijver).
Ik lees nu het (in Nederlands vertaalde) boek: De lange adem van bomen verschijningsjaar 2022.
Henk, Jeroen en anderen. Ik begrijp jullie zorgen / opmerkingen over verhoogde eiwit productie per hectare en vragen over eiwitrijk krachtvoer.
CLO data gaan denk ik over alle sectoren. Varkens en kippen gebruiken alleen krachtvoer, voor koeien is het een aanvulling. Kringloopwijzer geeft data voor melkvee : meer aanvoer van kunstmest -N dan veevoer-N.
De N-efficiëntie van het melkveebedrijf is fors verbeterd. De aanvoer van kunstmest-N daalde van 375 kg naar 175 kg /ha/jaar, terwijl de netto opbrengst aan ruwvoer toenam. Denk aan de volgende maatregelen. Beter mestmanagement = kleinere beetjes tijdens het groeiseizoen, injecteren en nu ook verdunnen met een sleepslang. Betere kuilmethodes zorgen voor minder verliezen van N bij inkuilen en uitkuilen. Ander beweidingsmanagement = s’nachts binnen en bijvoeren met snijmais / krachtvoer. Met alleen weidegang was melkureum voorheen 35-40 en nu 18-24.
De grasveredeling en combinatie met klaver geven ook betere benutting.
Krachtvoer geeft men vooral om de pens en de koe energie te geven. Dan kunnen bacteriën veel lysine en methionine aanmaken. De meest essentiële bouwstenen voor melkeiwit. Van lysine uit melk komt 80 % uit de pens. Door daarop te sturen is de eiwit efficiëntie in de koe hoger. Bacterie eiwit is beter dan welk planten eiwit. Gras heeft een lage kwaliteit en efficientie. Snijmais maakt de pens ook efficienter. De hoeveelheid en samenstelling van krachtvoer wordt veel beter afgestemd.
Al met al meer eiwit output en minder input per ha. Als we denitrificatie meetellen een berekend N verlies/ ha en geen overmaat.
De vraag over N bij varkens en kippen bewaar ik maar voor een volgende “draad”.
Vreemd want de percelen die hier goed zijn bemest met stikstof kunnen beter tegen de droogte dan de percelen waar niks of minder op komt......
De eiken langs de percelen die zorgen juist voor verdroging van het gras vlak naast deze bomen terwijl die eiken ook 'depositie' hebben gehad in de vorm van KAS.
Droge KAS welteverstaan en mogelijk de enige droge depositie die er bestaat........
#55 effecten droogte en stikstof versterken elkaar inderdaad. Verzuring kan leiden tot afsterven wortels; mobilisatie van aluminium speelt daarbij grote rol. Die verzwakking van wortelgestel leidt er toe dat droogte een extra groot effect heeft. Er is vast experimenteel onderzoek gedaan naar die verstrengeling, maar dat weten mensen als Wim de Vries beter.
Uit het artikel van het ANP.
" Toch zijn er ook enkele soorten uitgestorven. Welke dat zijn en hoeveel is niet bekend"
Is er iemand die weet wat de betekenis van dergelijke merkwaardig geformuleerde zinnen is?