Op verzoek van de minister bogen Wageningen University & Research (WUR) en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) zich over het rapport 'Een onderzoek naar mogelijke relaties tussen de afname van weidevogels en de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen op veehouderijbedrijven' van Jelmer Buijs en Margriet Samwel-Manting.

In dat rapport, dat in februari op Foodlog een voorpublicatie beleefde en op 19 april officieel naar buiten kwam, stellen de auteurs dat er een causale relatie is tussen chemische stoffen in mest en de afname van weidevogels. Die chemische stoffen zijn afkomstig van gewasbeschermingsmiddelen, biociden en diergeneesmiddelen.

Het rapport kreeg kritiek omdat er tekortkomingen zouden zijn in de wetenschappelijke onderbouwing en de causale relatie onvoldoende overtuigend aangetoond zou zijn. Buijs weerlegde de kritiek in een vervolgartikel.

Schouten liet in april per Kamerbrief weten dat zij geen reden zag om direct in te grijpen maar dat zij de expertise van toxicologen van de WUR en het Ctgb zou inschakelen om vast te stellen of de gevonden waardes risico's kunnen opleveren en dus aanleiding zijn om bestaande toelatingen wel in te perken.

Dat onderzoek is nu afgerond. “De door de auteurs veronderstelde relatie tussen insecticiden, kevers en weidevogels is – volgens het Ctgb – op basis van dit rapport niet aangetoond”, aldus het Ctgb.

De minister schrijft: "Het Ctgb concludeert dat er op dit moment geen reden of grond is tot ingrijpen in bestaande toelatingen omdat voor zowel gewasbeschermingsmiddelen als biociden geen overschrijdingen van toegestane concentraties in de bodem zijn gevonden. Hoewel de causale relatie tussen het voorkomen van deze stoffen en de afname van weidevogels niet goed is onderbouwd, geven zowel WUR als Ctgb aan dat het onderzoek wel een signaal afgeeft dat mogelijk nader onderzoek wenselijk is. Ik zal daarom hierover met WUR en Ctgb in gesprek gaan."

Dit artikel afdrukken