De bezetting van een varkensbedrijf in Boxtel leidde tot veel afkeuring maar brengt ook een hernieuwde discussie over de varkensindustrie op gang. Tijd voor helderheid in een troebel debat, met antwoorden op 17 vragen.
Die woorden schrijft het Brabants Dagblad ter inleiding op een evenwichtige analyse, gelardeerd met de nodige cijfers, van de stand van de varkenshouderij in Nederland. Het artikel verklaart waarom varkensboeren slecht kunnen samenwerken om het historisch gegroeide bedrijfsmodel te veranderen. Dat is het gevolg van een 'cowboymentaliteit'. De krant beschrijft de situatie als volgt: "De Nederlandse varkenssector is van oudsher het terrein van soms wat cowboyachtige solisten. In tegenstelling tot andere veehouderijtakken was samenwerking er lang een vies woord. Gezamenlijk onderhandelen met de grote slachterijen en/of supermarkten gebeurt daardoor nog maar mondjesmaat."
Voor het eerst staat ook eens gewoon in de krant dat de 'andere varkenshouderij' die Nederlandse consumenten zouden willen, niet zomaar de verantwoordelijkheid van Nederlandse supermarkten kan worden gemaakt omdat de Nederlandse varkenshouderij voornamelijk een exportsector is. Dat noteert de krant zo: "Onze supermarkten adverteren - meer dan in de ons omringende landen - graag met vleesaanbiedingen en laagsteprijsgaranties, omdat ze weten dat veel consumenten daar gevoelig voor zijn. Daardoor blijft de cultuur dat vlees vooral niet te veel mag kosten grotendeels in stand. Geen enkele grote supermarkt voelt tot nu toe de aandrang die situatie te doorbreken, uit angst voor klantenverlies. Daardoor zijn we in een negatieve prijsspiraal beland: de waarde van varkensvlees stijgt niet mee met de inflatie, integendeel zelfs.
De actuele en spectaculaire prijsstijging door de varkenspest in China laat echter zien dat de wereldmarkt een minstens zo belangrijke factor is. Onze varkenssector is sterk op export gericht. Alleen al daarom is het niet eerlijk om de supermarkten volledig de schuld in de schoenen te schuiven voor de manier waarop wij als maatschappij met varkens omgaan. De supermarkt is dus niet de alles beslissende factor, maar wel een belangrijke schakel in het geheel."
Door de hoge prijzen van varkensvlees op wereldmarkt als gevolg van de Afrikaanse varkenspest in China, verdienen Nederlandse varkenshouders op dit moment een prima marge. De banken en overheid laten dat graag gebeuren om de ontstane tekorten in het verleden aan te vullen. Banken zijn echter niet bereid nu weer forse leningen voor de nieuwbouw van varkensstallen ter beschikking zal stellen. Dat komt omdat marktexperts verwachten dat de prijshausse tussen nu 1-2 jaar weer zal dalen. Wel zal het sluiten van stallen, zoals banken en overheid dat voorzagen, wat langer op zich laten wachten.
Lees het hele artikel in het Brabants Dagblad.
Brabants Dagblad - Karbonade onder vuur: 17 vragen en antwoorden over het systeem waarin wij varkens houden
Die woorden schrijft het Brabants Dagblad ter inleiding op een evenwichtige analyse, gelardeerd met de nodige cijfers, van de stand van de varkenshouderij in Nederland. Het artikel verklaart waarom varkensboeren slecht kunnen samenwerken om het historisch gegroeide bedrijfsmodel te veranderen. Dat is het gevolg van een 'cowboymentaliteit'. De krant beschrijft de situatie als volgt: "De Nederlandse varkenssector is van oudsher het terrein van soms wat cowboyachtige solisten. In tegenstelling tot andere veehouderijtakken was samenwerking er lang een vies woord. Gezamenlijk onderhandelen met de grote slachterijen en/of supermarkten gebeurt daardoor nog maar mondjesmaat."
Voor het eerst staat ook eens gewoon in de krant dat de 'andere varkenshouderij' die Nederlandse consumenten zouden willen, niet zomaar de verantwoordelijkheid van Nederlandse supermarkten kan worden gemaakt omdat de Nederlandse varkenshouderij voornamelijk een exportsector is. Dat noteert de krant zo: "Onze supermarkten adverteren - meer dan in de ons omringende landen - graag met vleesaanbiedingen en laagsteprijsgaranties, omdat ze weten dat veel consumenten daar gevoelig voor zijn. Daardoor blijft de cultuur dat vlees vooral niet te veel mag kosten grotendeels in stand. Geen enkele grote supermarkt voelt tot nu toe de aandrang die situatie te doorbreken, uit angst voor klantenverlies. Daardoor zijn we in een negatieve prijsspiraal beland: de waarde van varkensvlees stijgt niet mee met de inflatie, integendeel zelfs.
De actuele en spectaculaire prijsstijging door de varkenspest in China laat echter zien dat de wereldmarkt een minstens zo belangrijke factor is. Onze varkenssector is sterk op export gericht. Alleen al daarom is het niet eerlijk om de supermarkten volledig de schuld in de schoenen te schuiven voor de manier waarop wij als maatschappij met varkens omgaan. De supermarkt is dus niet de alles beslissende factor, maar wel een belangrijke schakel in het geheel."
Door de hoge prijzen van varkensvlees op wereldmarkt als gevolg van de Afrikaanse varkenspest in China, verdienen Nederlandse varkenshouders op dit moment een prima marge. De banken en overheid laten dat graag gebeuren om de ontstane tekorten in het verleden aan te vullen. Banken zijn echter niet bereid nu weer forse leningen voor de nieuwbouw van varkensstallen ter beschikking zal stellen. Dat komt omdat marktexperts verwachten dat de prijshausse tussen nu 1-2 jaar weer zal dalen. Wel zal het sluiten van stallen, zoals banken en overheid dat voorzagen, wat langer op zich laten wachten.
Lees het hele artikel in het Brabants Dagblad.
Aparte analyse.. de conclusie is toch gewoon dat er niet 1 gemiddeld varkensbedrijf is. Bedrijven verschillende strategieën volgen om bestaansrecht te houden.
Waar concepten nu moeite hebben om bij te benen plukke de kostprijsridders nu de vruchten. In tijden van een overschot is het precies andersom.
Ieder zijn keus toch?
John, als ik varkensboer was zou ik nu onder de marktprijs in een concept een lang contract willen sluiten met een afnemer en mijn stinkende best doen om die met dat concept onderscheidend te laten blijven.
Als deze crisis weer voorbij is, zal er nl. weer een semi-permanent overaanbod kunnen ontstaan, zolang de voorraad betaalbaar voer strekt.
Vind je dat een onlogische strategie?
Bijzondere conclusie in 't begin van 't stuk.
"De Nederlandse varkenssector is van oudsher het terrein van soms wat cowboyachtige solisten. In tegenstelling tot andere veehouderijtakken was samenwerking er lang een vies woord."
Alsof 't in andere sectoren zoveel beter gaat, de meest georganiseerde sector, de melkveehouderij, is de meest failliete sector van alle, blijft voornamelijk overeind door het hebben van veel onderpand, lees grond.
Ik vind de conclusie dus flauwekul, het komen tot fatsoenlijke, langlopende contracten is zeker een oplossing, maar de macht die de nog maar enkele inkopers hebben is extreem groot.
Alleen in landen met een hoge mate van chauvinisme zie je dat als de productie van een sector minder is dan 't verbruik, de boeren enigzins een boterham kunnen verdienen. Bijna overal is 't zelden de boer die fatsoenlijk verdient, altijd schakels er boven, dit zie je zelfs in de laatste nieuwe concepten in NL ontstaan, ze noemen zich boer, maar zijn een bedrijf dat een boer een soort franchise constructie aanbied en die mag dan misschien net iets meer dan de buurman verdienen als hij maar netjes in de pas loopt. Overigens met een contract voor max 5 jaar, vaak nog korter, iets wat zelden toereikend is om de meer kosten mee af te betalen.
Dick Veerman
contract of geen contract, concept of geen concept.. De schakels na ons moeten dan de klappen gaan vangen. Nederland blijft een handelsland dus heb er weinig vertrouwen in dat dat gaat lukken met bedrijven in Nederlandse productiekolom.
#2 Hoeveel is een contract waard. In 2003 met de vogelgriep werden de eieren behoorlijk duur en de pakstations waren maar wat gretig om de eieren voor de volgende ronde voor forse prijzen vast te leggen maar toen de markt al vrij snel weer inklapte zijn er maar weinig "contracten" nagekomen.