Een internationaal team van landbouwwetenschappers onderzocht de biodiversiteit op biologische en gangbare landbouwbedrijven: bij veehouderijbedrijven met grasland in Zwitserland, akkerbouwbedrijven in Oostenrijk en Frankrijk, gemengde bedrijven in Duitsland en - de meest intensieve activiteit: de tuinbouw in Nederland. In tegenstelling tot de verwachting blijkt de soortenrijkdom op biologische bedrijven nauwelijks af te wijken van die op gangbare bedrijven. De meest effectieve maatregel om biodiversiteit te bevorderen blijkt het instellen van diverse typen habitat te zijn. Het onderzoek is gepubliceerd in Nature Communications.

Wageningen UR schrijft naar aanleiding van de publicatie: 'Er is dus meer nodig dan biologische bedrijven om de biodiversiteit in agrarische gebieden te behouden. De auteurs van deze studie bevelen aan om het aantal habitats op het bedrijf te verhogen. “Verrassend genoeg hebben we niet meer habitats gevonden op biologische bedrijven, gemiddeld genomen over de twaalf onderzochte regio’s. Het is duidelijk dat habitatdiversiteit de sleutel is tot soortendiversiteit,” zegt Rob Jongman. “Als deze habitats anders zijn dan de rest van het bedrijf, zoals heggen en kruidenstroken, hebben zij een enorme invloed op de soortrijkdom van een bedrijf".'

Ondanks de tegenwind die hij er steevast mee oproept, hield Aalt Dijkhuizen, voorzitter van de Alliantie Verduurzaming Voedsel en boegbeeld van de Topssector Agro Food, zich niet in om opnieuw op het belang van feiten te wijzen. Hij twitte:


Dit artikel afdrukken