Naar aanleiding van het artikel in Time vroegen we onze lezers op Facebook en Twitter of, en zo ja welke, suikervervangers zij gebruiken. Daaruit kwam duidelijk naar voren dat het grootste deel van de respondenten er voor kiest minder suiker gebruiken (53%). Slechts een klein deel van de in totaal 91 lezers die reageerden, gaf aan te kiezen voor het toevoegen van een natuurlijke (18%) of kunstmatige (14%) zoetstof in plaats van suiker. Ook waren er bij die zich helemaal niet bezighielden met het gebruik van suiker in producten (15%).
Houdt suikergebruik je in het dagelijks leven wél bezig en ben je op zoek naar wat makkelijke, relatief gezonde en lekkere vervangers voor dat schepje suiker, lees dan deze 8 tips.
Tip 1: Minimaliseer suiker in gebak
Suiker is nodig voor structuur en smaak in gebak. Daarom kun je beter minder suiker gebruiken dan het helemaal weg te laten. Vaak kun je probleemloos een kwart tot een derde van de suiker uit een standaardrecept weglaten zonder dat het eindproduct erg verandert. Met een beetje minder suiker komt de smaak van de andere ingrediënten meer naar voren.
Tip 2: Vervang suiker door fruit
Je kunt de hoeveelheid suiker halveren als je (overrijpe) bananen of dadels in het beslag of deeg voor brood, koekjes, muffins en pannenkoeken verwerkt. Dadels hebben een intense honing-zoetheid die fantastisch smaakt in muffins en scones.
Tip 3: Gebruik fruit en groente voor de smaakbalans van sauzen en smoothies
Voeg geraspte wortelen, bietjes of zoete aardappelen toe aan (zure) tomatensaus om deze in balans te brengen. Smoothies zijn echte zoetbommen door de combinatie van bevroren fruit, yoghurt, melk en honing. Wil je je er toch aan wagen, combineer dan biet of wortel met een geraspte appel en je slaat meerdere vliegen in één klap: meer vitaminen, vezels, kleur en een betere zoetbalans.
Tip 4: Probeer ongezoete zuivelvrije melkdranken
Hoor je bij degenen die zweren bij alternatieve zuiveldranken? Kies eens de naturelversie in plaats van de zoete met vanille-extract. Probeer ongezoete amandelmelk in smoothies of sauzen en ongezoete sojamelk bij je muesli of in gebak. Je kunt deze ook gebruiken voor warme chocolademelk of chai drankje. Let wel op: chocolademelk blijft een suikerbom.
Met een beetje minder suiker komt de smaak van de andere ingrediënten meer naar vorenTip 5: Gebruik volvette yoghurt
Volvette yoghurt heeft van zichzelf geen suiker meer nodig om geur en textuur te versterken. Verwen jezelf met yoghurt als toetje of voor bij de gebakken aardappelen. Neem geen kant-en-klare dipsaus (die doorgaans vol suiker zit) maar maak met yoghurt en mayonaise een onweerstaanbare dip.
Tip 6: Kies voor kokosnoot
Gebruik ongezoete kokosvlokken, snippers of kokosmelk in koekjes, havermout of granola. Net als vanille ruikt kokosnoot van zichzelf al lekker. Voor perfect geroosterde vlokken, verspreid je die in een enkele laag op de bakplaat en bak je ze gedurende 7 minuten op 175 graden Celsius. Schep ze na 3 minuten om.
Tip 7: Geniet van vruchten die door- en afrijpen
Veel vruchten worden zoeter omdat ze nog even door- en afrijpen. Denk aan appels, abrikozen, bananen, mango’s, papaya’s, perziken, peren, pruimen enzovoorts. Wanneer een vrucht perfect rijp is, is deze heerlijk om een taart mee te versieren of door (bevroren) yoghurt te doen voor een toetje. Zelfs overrijpe vruchten zijn heerlijk zoet, denk bijvoorbeeld aan een banaan of een peer.
Tip 8: Karamelliseer uien
Haal de natuurlijke suikers uit uien naar boven door ze op laag vuur goudbruin te karamelliseren. Snij twee uien in ringen en verhit ondertussen olie in een pan. Voeg de uien en een theelepel zout toe en bak ze gedurende 8 minuten op laag vuur terwijl je ze voortdurend omroert. Verlaag de hitte en laat nog 30-35 minuten zachtjes bakken, roer regelmatig. Gebruik op een hamburger in plaats van saus of strooi de gekaramelliseerde uien op pizza’s of pasta’s.
Time vergeet nog een evidente suikerminderaar, waarschijnlijk omdat je er echt radicaal door stopt met suiker: vervang frisdrank door water. Als je plat water niet spannend genoeg vindt smaken, neem dan water met een bubbel.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dit vergat ik nog te zeggen: ik denk dat een autoriteit die de goeie vragen stelt, heel snel vertrouwen wint.
Het zou ook heel verhelderend zijn, want er worden bergen onzin rondgepompt zolang dat niet gebeurt.
Simone, ik ga toch proberen je aan het twijfelen te krijgen.
Een vokaal deel van het publiek accepteert beslissingen niet meer. Dat publiek wordt bovendien gevoed met inzichten die laten zien hoe complexen op basis van frames en politiek complexe conventies en belangen functioneren.
En het vervelende is dat die inzichten niet per definitie onjuist zijn. Onderzoeken horen bij gerezen vragen, maar nooit bij de vraag of die vragen/problemen wel de echte vragen/problemen zijn.
We hebben een mooie - voor mij beschamende - case bij de hand deze week. Britse onderzoekers zeggen harder dan hun onderzoeksresultaten toestaan dat er iets moet gebeuren aan childhood obesity omdat kinderen als volwassene last krijgen van hart- en vaatziekten (CVD). De metastudie geeft geen bewijs maar evidence dat predictors voor CVD versterkt worden door jeugdobesitas.
Waarom onderzoeken we dit eigenlijk en wat willen we ermee zeggen? En waarom creëren we er nog onzekerheid mee ook? Zorg gewoon dat een kind niet dik wordt. Hoeveel wetenschap is daar voor nodig? Waarom we het niet doen, is helder: het vergt een nogal ingrijpend ander aanbod en een ander idee van vrije keuze dan thans zakelijk is geïmplementeerd in onze samenleving.
Onderwijl ligt er een onderzoek dat een onderzoeker toch wel als redelijk conclusive wil verkopen omdat hij geëngageerd is, maar dat heel gemakkelijk onderuit te halen valt. Een Autoriteit krijgt de vraag er nog eens goed naar te kijken en een oordeel te vellen en komt dan met een wetenschappelijk correct antwoord. Uiteraard, ik twijfel daar niet aan. Zou het een zinvol antwoord zijn in dit geval? Ik durf - op zowel ethische als kentheoretische gronden - te zeggen: neen.
Enfin, lees de draad zelf als je hierdoor aan het denken wordt gezeten en kijk wat dat betekent voor het beslissende oordeel dat een Autoriteit moet geven over een heel smal gedefinieerde vraag.
Dat kan die autoriteit alleen als hij de vraag zeer uitgebreid in een context plaatst. Dat gebeurt nooit. Per definitie niet, want dat valt buiten haar competentie.
Dick en Dennis: EFSA heeft een taak. Die voeren ze naar beste weten en kunnen uit. Beter hebben we niet om veiligheid van iets vast te stellen. Daar hebben we trouwens een instituut voor nodig.
Maar de Europese Commissie gebruikt EFSA als één bron. Er zijn veel meer bronnen voor de Europese Commissie: Nationale landen, politiek, handelsbarrières, maatschappelijke onrust, 'scoren' met sociaal wenselijk gedrag, het Europese parlement, media, enzovoort.
Er moet dus m.i. helemaal niks gebeuren, behalve dat EFSA uiterst kritisch naar zichzelf moet blijven kijken. Dat doen ze misschien al, maar het kan altijd beter. EFSA is autoriteit op veiligheid. Ik ben daarvan overtuigd.
Als EFSA gaat koersen op onderbuikgevoelens, dan doen ze iets wat niet bij hun rol past. Bovendien kunnen we dan alleen nog maar ........ja, wat kunnen we dan nog eten.......?
Maar de EC moet open oog hebben en houden voor maatschappelijke stromingen en wetenschappers moeten accepteren dat er besluiten soms anders uitpakken dan wetenschappers juist vinden.
Voorbeeld: wetenschappers vinden doorstralen van voedsel veilig. Genetische modificatie ook. Datzelfde voor hormoontoepassing bij melkvee.
Maar de EC beslist anders. Zo moet het.
Wetenschappers moeten dus beter snappen wat ik hier in mijn arrogantie schrijf. Dat zou misschien moeten veranderen.
We hebben trouwens 28 lidstaten. Dat compliceert. Ik heb nog nooit gehoord dat ze zich in Griekenland zorgen maken over kunstmatige zoetstoffen. In Nederland verkoopt Optimel met kunstmatige zoetstof uitstekend!
(Ik ben trouwens een groot voorstander van de EU)
Dennis zegt - denk ik (hij zal me corrigeren als ik het fout zeg) - institutionalisering is juist het probleem. Door van nationaal naar internationaal te gaan, is het oordeel dus eerder minder dan meer geaccepteerd geraakt.
Simone, stel dat Dennis gelijk heeft (er zijn voldoende sociologische analyses die zijn hypothese ondersteunen, dus we doen even alsof), wat moet er dan gebeuren?
Dick, volgens mij is het antwoord op die vraag: in de samenleving.
Het gaat (bij bijvoorbeeld kunstmatige zoetstoffen) over zaken die geen eenduidig antwoord kennen. Er valt geen test te bedenken die eens en voor altijd het antwoord levert op een wijze zoals de soortelijk dichtheid van lood bijvoorbeeld eenduidig vastgesteld kan worden. Bovendien gaat het ook nog eens om een veelheid aan aspecten: acute giftigheid, invloed op ziekterisico, combinaties, verschillen in fenotype, etc. De lijst is lang.
Door de EFSA een autoriteit toe te dichten, lijkt het alsof andere wetenschappers (bijna per definitie) minder gelijk hebben. Maar dat kan niet, omdat er geen eenduidig antwoord bestaat. In deze gevallen bepaalt het denkkader het antwoord en het is onbewijsbaar welk denkkader beter is dan een ander. Het denkkader van de EFSA commissies kan beter of minder goed aansluiten bij de werkelijkheid, het kader van anderen dus eveneens.
Dat betekent nog iets, namelijk dat het antwoord van wetenschappers ook niet per definitie het juiste of het beste is. De wetenschappelijke aanpak hanteert immers ook enkele algemene vooronderstellingen. Het gevaar is daarmee dat het expert- of autoriteitsargument mensen die misschien een hele zinvolle kijk hebben en die bovendien de eindgebruikers zijn, monddood maakt.
Kortom, het oordeel kán niet komen van één instituut.