De Correspondent publiceerde recent een artikel van de hand van Charles C. Mann met de titel Waarom de toekomst van de landbouw zomaar in het verleden kan liggen. Henk Breman formuleerde er eerder deze week een kritiek op. Vandaag zijn tweede deel: wat kun je met Mann’s oude principes wel bereiken als je ze goed afstoft en met moderne ogen opnieuw bekijkt?
Mann beschrijft oude productiesystemen en identificeert principes waarmee de belangrijkste problemen van de huidige landbouw aangepakt zouden kunnen worden: klimaatverandering, kunstmest en pesticiden.
Ik schreef eerder deze week een korte kritiek op Mann omdat hij vergat te rekenen aan de opbrengsten en een aantal storende agronomisch fouten maakte. Dat wil niet zeggen dat hij geen zinvolle zaken te melden had.
Mann vraagt aandacht voor het nut van rijke mengcultures van meerjarige zowel als eenjarige soorten, die de bodem zo goed en zo lang mogelijk bedekt laten. Erosie en waterverlies door verdamping worden zo binnen de perken gehouden, water en voedingsstoffen worden tot diep in de grond uit meerdere aardlagen opgenomen, stikstof en fosfaat komen beschikbaar dankzij rhizobia en mycorrhiza, en schadelijke organismen worden door nuttige in toom gehouden. Daarbij wordt veel koolstof vastgehouden.
Van onbeperkt en goedkoper …
De principes in kwestie zijn uit zicht geraakt door de noodzaak steeds meer mensen en vee te voeden door minder boeren. Mechanisatie vroeg om ordening, met kunstmest kwamen voedingsstoffen onbeperkt beschikbaar en pesticiden zorgden voor bescherming van gewas en vee. En dat maakte voedsel ook nog eens veel goedkoper.
… naar optimaal en geïntegreerd
Hoe zou de huidige landbouw er uit zien wanneer aan deze principes weer meer aandacht zou worden gegeven, de groeiende wereldbevolking toch gevoed kan worden en de klimaatsverandering binnen de perken wordt gehouden?
Dat valt in zeven nieuwe principes te beschrijven.
1. Voedsel wordt geproduceerd op de beste gronden met optimaal gebruik van kunstmest. "Optimaal" betekent in dit verband dat zo hoog mogelijke doses gebruikt worden bij vermijding van verminderde meeropbrengst. Zo worden kunstmestverliezen beperkt.1
2. Kunstmesttoepassing gebeurt in een context van geïntegreerd bodemvruchtbaarheid beheer: gewassen worden gevoed met voedingsstoffen, bodems worden verzorgd met compost en andere bodemverbeteraars.
3. Het overige land wordt zoveel mogelijk onder permanente natuurlijke goed beschermde vegetatie gehouden; liefst bos. Dat komt ook de biodiversiteit ten goede. "Hoe meer kunstmest, hoe meer natuur en olifanten".
4. De eiwitproductie voor menselijk gebruik wordt zoveel mogelijk plantaardig; veehouderij krijgt een beperkte en dienende rol.
5. Akkerbouw vindt plaats in de vorm van "intensieve agroforestry"; bomen op akkers dienen niet om kunstmestgebruik tot een minimum te beperken, maar om kunstmestgebruik te optimaliseren en de verliezen tot een minimum te beperken.
6. Daarbij worden de huidige roterende monoculturen vervangen door cultuur van diverse gewassen in banen van 1 m breed; machinale landbouw blijft mogelijk.
7. Om de seizoenen maximaal te benutten en de grond zo lang mogelijk bedekt te houden, wordt met om en om, van baan tot baan, met vroeg en laat afrijpende gewassen gewerkt. De rijen met laat afrijpende gewassen worden als mengcultuur ingezaaid: Tussen hoog opgroeiende gewassen als graan, worden kruipende gewassen als bonen gezaaid. Deze groeien uit over de banen na oogsten van de rijen waar vroeg afrijpende gewassen geteeld werden.
Noten
1"Agriculture durable: A la recherche d'une exploitation optimale des éléments nutritifs et de l'eau dans les systèmes agricoles et pastoraux des pays sahéliens." Breman, H. & S. van der Graaf, 1991. Info R3S. La lettre du R3S réseau de la CORAF et du CILSS No 3., 5-6.
2"Soil Fertility and Farmers’ Revenue: Keys to Desertification Control". Henk Breman, 2002. In: H. Shimizu, Ed., 2002. Integration and regional researches to combat desertification. Present state and future prospect. The 16th Global Environment Tsukuba. CGER/NIES, Tsukuba. P. 26 – 41).
"Fertilizer Use and the Environment in Africa: friends or foes?" Eric Smaling, Moctar Toure, 2Nico de Ridder, Nteranya Sanginga, Henk Breman, 2006. Background paper presented for the African Fertilizer Summit 9-13th June 2006, Abuja, Nigeria.
3 Breman, H., 2018. “Trees to avoid or trees to support the use of fertilizers on crops?”. Proceedings of the 4th European Agroforestry Conference Agroforestry as Sustainable Land Use. Published by the European Agroforestry Federation and the University of Santiago de
Compostela, Spain. p. 17 – 20.
4 "The struggle of the green against the yellow dragon. The Chinese approach to desertification control and its usefulness fort he Sahel". H. Breman, 1987. Centre for Agrobiological Research (CABO), Wageningen.
Dit artikel afdrukken
Ik schreef eerder deze week een korte kritiek op Mann omdat hij vergat te rekenen aan de opbrengsten en een aantal storende agronomisch fouten maakte. Dat wil niet zeggen dat hij geen zinvolle zaken te melden had.
Mann vraagt aandacht voor het nut van rijke mengcultures van meerjarige zowel als eenjarige soorten, die de bodem zo goed en zo lang mogelijk bedekt laten. Erosie en waterverlies door verdamping worden zo binnen de perken gehouden, water en voedingsstoffen worden tot diep in de grond uit meerdere aardlagen opgenomen, stikstof en fosfaat komen beschikbaar dankzij rhizobia en mycorrhiza, en schadelijke organismen worden door nuttige in toom gehouden. Daarbij wordt veel koolstof vastgehouden.
Van onbeperkt en goedkoper …
De principes in kwestie zijn uit zicht geraakt door de noodzaak steeds meer mensen en vee te voeden door minder boeren. Mechanisatie vroeg om ordening, met kunstmest kwamen voedingsstoffen onbeperkt beschikbaar en pesticiden zorgden voor bescherming van gewas en vee. En dat maakte voedsel ook nog eens veel goedkoper.
… naar optimaal en geïntegreerd
Hoe zou de huidige landbouw er uit zien wanneer aan deze principes weer meer aandacht zou worden gegeven, de groeiende wereldbevolking toch gevoed kan worden en de klimaatsverandering binnen de perken wordt gehouden?
Dat valt in zeven nieuwe principes te beschrijven.
1. Voedsel wordt geproduceerd op de beste gronden met optimaal gebruik van kunstmest. "Optimaal" betekent in dit verband dat zo hoog mogelijke doses gebruikt worden bij vermijding van verminderde meeropbrengst. Zo worden kunstmestverliezen beperkt.1
2. Kunstmesttoepassing gebeurt in een context van geïntegreerd bodemvruchtbaarheid beheer: gewassen worden gevoed met voedingsstoffen, bodems worden verzorgd met compost en andere bodemverbeteraars.
3. Het overige land wordt zoveel mogelijk onder permanente natuurlijke goed beschermde vegetatie gehouden; liefst bos. Dat komt ook de biodiversiteit ten goede. "Hoe meer kunstmest, hoe meer natuur en olifanten".
4. De eiwitproductie voor menselijk gebruik wordt zoveel mogelijk plantaardig; veehouderij krijgt een beperkte en dienende rol.
5. Akkerbouw vindt plaats in de vorm van "intensieve agroforestry"; bomen op akkers dienen niet om kunstmestgebruik tot een minimum te beperken, maar om kunstmestgebruik te optimaliseren en de verliezen tot een minimum te beperken.
6. Daarbij worden de huidige roterende monoculturen vervangen door cultuur van diverse gewassen in banen van 1 m breed; machinale landbouw blijft mogelijk.
7. Om de seizoenen maximaal te benutten en de grond zo lang mogelijk bedekt te houden, wordt met om en om, van baan tot baan, met vroeg en laat afrijpende gewassen gewerkt. De rijen met laat afrijpende gewassen worden als mengcultuur ingezaaid: Tussen hoog opgroeiende gewassen als graan, worden kruipende gewassen als bonen gezaaid. Deze groeien uit over de banen na oogsten van de rijen waar vroeg afrijpende gewassen geteeld werden.
Noten
1"Agriculture durable: A la recherche d'une exploitation optimale des éléments nutritifs et de l'eau dans les systèmes agricoles et pastoraux des pays sahéliens." Breman, H. & S. van der Graaf, 1991. Info R3S. La lettre du R3S réseau de la CORAF et du CILSS No 3., 5-6.
2"Soil Fertility and Farmers’ Revenue: Keys to Desertification Control". Henk Breman, 2002. In: H. Shimizu, Ed., 2002. Integration and regional researches to combat desertification. Present state and future prospect. The 16th Global Environment Tsukuba. CGER/NIES, Tsukuba. P. 26 – 41).
"Fertilizer Use and the Environment in Africa: friends or foes?" Eric Smaling, Moctar Toure, 2Nico de Ridder, Nteranya Sanginga, Henk Breman, 2006. Background paper presented for the African Fertilizer Summit 9-13th June 2006, Abuja, Nigeria.
3 Breman, H., 2018. “Trees to avoid or trees to support the use of fertilizers on crops?”. Proceedings of the 4th European Agroforestry Conference Agroforestry as Sustainable Land Use. Published by the European Agroforestry Federation and the University of Santiago de
Compostela, Spain. p. 17 – 20.
4 "The struggle of the green against the yellow dragon. The Chinese approach to desertification control and its usefulness fort he Sahel". H. Breman, 1987. Centre for Agrobiological Research (CABO), Wageningen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Hardstikke bedankt voor de tip, Henk! Dat wist ik niet, van dat bodemkarteringsprojekt.
We hebben in Eswatini een redelijk goed systeem van bodemsoorten, bemonstering, analyse en bemestingsadviezen, ook voor kleine boeren. Het systeem is wat bejaard, gebaseerd op karterings- en classificatiewerk van een Engelse bodemkundige uit de 60er jaren, wat in de 80er en 90er jaren is herzien door een Nederlands/FAO projekt. Het overheidslaboratorium verkeert inderdaad in een volkomen aftandse staat, maar er is een goed lab van de suikerindustrie wat ook werk doet voor niet-suikerriet boeren. Een lokaal kunstmestbedrijf subsidieert de analysekosten voor wie het niet betalen kan, mits je natuurlijk je kunstmest van hun koopt. Iedereen blij.
Piet #52. Er zijn Afrikaanse landen waar (grote) boeren grondmonsters nemen en doen analyseren, maar in veel landen gebeurt het nog niet. Tijdens mijn werk in het Centraal Afrikaanse Grote Meren Gebied, stuurde ik grondmonsters van tests met en bij boeren naar een goed lab in Kenya. Bodemanalyses zijn trouwens ook nog niet zo nuttig, wanneer bemestingsproeven met allerlei gewassen op de diverse gronden nog niet gebruikt zijn voor het maken van een soort van ijkcurve per gewas en per grond. Daarbij zijn in veel landen de laboratoria nog niet goed genoeg en goed genoeg geëquipeerd om betrouwbare analyse uitkomsten te geven. En waarom zouden ze ook wanneer de (meeste) boeren die analyses toch niet kunnen betalen.
Goed nieuws, sinds een aantal jaren is een groot project aan de gang, gefinancierd door Gates, dat de Afrikaanse gronden in detail aan het karteren is. Zoek je naar informatie, google dan op Bernard Vanlauwe.
Beste Henk, wat ik mis in het geheel zijn analyses van grondmonsters. Worden er in Afrika ook grondmonsters genomen?
Op elk van de -vaak boeiende- reacties ingaan vraagt mij teveel tijd, sorry.
Een aantal elementen komen regelmatig terug, daar wil ik nog even op ingaan. Zijn er onder jullie die door willen bomen of een artikel/achtergrond informatie willen, laten we dan één op één doorpraten. Een mailtje via mijn website AgroBioAfrica (www.henkbreman.com) en we hebben contact.
1. "Meer Afrika dan Nederland" Mijn kennis over Afrikaanse productiesystemen is inderdaad groter en recenter dan over de NLse. Maar
a) ik heb van mijn 6e tot mijn 17e heel veel op de boerderij van opa/oom gewerkt (en heb tot het eind van hun leven intensief contact met oom en tante gehouden), en werkte 20 jaar op het CABO (Centrum AgroBiologisch Onderzoek) in Wageningen, waar ik het eerste hoofd van de Afdeling Productiesystemen was, en
b) mijn 2 stukjes in Foodlog waar we over praten gaan niet over de Nederlandse landbouw, maar over wat Charles M Mann schreef over de problemen gerelateerd aan de contemporaine landbouw in het algemeen.
2. "Principes versus praktijk" In het eerste stukje accentueerde ik dat "terug naar vroeger" niet werkt gezien de productiviteit van systemen zonder externe productiemiddelen. In het tweede onderstreepte ik dat de biologische processen aan de basis van de traditionele systemen van Mann, bij een goede aanwending van externe productiemiddelen, wel degelijk kunnen helpen problemen van de huidige landbouw aan te pakken. Ik noemde het "principes", ik hoop op vertaling naar de praktijk. Is het daarom "studeerkamer geleerdheid"? Die benaming weiger ik te accepteren. Daarvoor heb ik veel te veel veldwerk gedaan, honderden kilometers met nomadenkuddes meegelopen, met boeren gepraat, boerinnen geholpen zich te organiseren, enz.. Elk van de 7 principes heb ik in de praktijk wel ergens gezien of minstens in projectvorm getest. Jopie #46, mijn voorbeeld van "relay cropping" ken ik uit oases van de Gobi woestijn ('s winters - 40 °C, 's zomers + 40 °C). En wat de relatie tussen kunstmestgebruik en biodiversiteit/olifantendichtheid betreft, ik combineerde bijna 20 jaar geleden de cijfers van kunstmestgebruik per land in heel sub-Sahara Afrika (gekregen van deskundigen, collega's van het IFDC) met olifant dichtheid gegevens van het WWF-International, waar één van mijn zoons werkte. De olifant dichtheid in olifant habitat nam exponentieel toe met kunstmestgebruik op akkers. Zonder enige kunstmestgebruik was de olifant dichtheid minder dan 100/1000 km2, bij gebruik van 60 kg/ha NPK was het meer dan 10 maal zo veel! Daar waar sprake is van serieus kunstmestgebruik is braak niet nodig. Zonder kunstmest moet je rekenen op ongeveer 4 jaar braak per jaar akkerbouw. En daar is veel, veel te weinig akkerland voor. Dus kun je effectieve natuurbescherming wel vergeten. Ik koos de olifant als maat voor natuurbescherming; een goede gok.
3. "Wordt toch nooit overgenomen; te anders, te duur" Op zich een meer dan begrijpelijke reactie, maar mijn reactie in al die gevallen: "Weet je wat beters en goedkopers om honger (voorlopig) uit de wereld te helpen, de negatieve effecten van externe productiemiddelen te voorkomen of te verminderen, en minder of niet aan klimaatverandering bij te dragen?" Zo niet, help dan toch maar eens om de principes naar de praktijk te vertalen. En wat "te duur" betreft, voor niets gaat de zon op. Ja, voedsel zal duurder worden Dennis (#16 en verder). En dat zal de wereldbevolkingsgroei eerder vergroten dan verkleinen; hoe armer hoe lagere voedselzekerheid en hoe hoger het aantal geboortes per vrouw. Ja, Jan Peter #49 en anderen, we moeten onze levensstijl veranderen. Wie weet creëren we ons daarmee de tijd om technische oplossingen te vinden.
4. "Intensieve agroforestry" blijkt absoluut niet begrepen. Ik reageerde al op Frank #10. Wie maar wil kan via mijn website (zie boven) mijn recentste publicatie aanvragen: “Trees to avoid or trees to support the use of fertilizers on crops?” Breman, H., 2018. Proceedings of the 4th European Agroforestry Conference Agroforestry as Sustainable Land Use. Published by the European Agroforestry Federation and the University of Santiago de Compostela, Spain. p. 17 – 20.
Bij de 7 basisprincipes is er eigenlijk steeds sprake van positieve en negatieve aspecten. Theo #42, je hebt gelijk: "Hoe krachtiger het bodemleven des te beter de plant produceert". Maar het gaat om een productietoename die snel minder wordt bij toenemende bodemverbetering. Neem de werking van rhizobia (stikstoffixatie) en mycorrhiza (fosfaat mobilisatie). Hun succes maakt de plant snel "lui"; bij verhoging van het stikstof en/of fosfaatgehalte van de bodem neemt het gewas vrije voedingsstoffen op. Dan hoeven die microben ook niet door de plant "betaald" te worden (via andere voedingsmiddelen).
Bomen verbeteren de bodem; ze verhogen het organischestof gehalte en de er mee samenhangende hoger voedingsstoffen beschikbaarheid. Maar dat doen ze niet voor de gewassen maar voor zichzelf. En omdat ze groter zijn dan de gewassen, vangen ze meer licht op en hebben zo meer energie voor de absorptie van water en voedingsstoffen. Bomen zijn geduchte concurrenten (Jopie #46). Hoewel ik voorbeelden uit de praktijk ken waar de aanwezigheid van bomen op akkers tot productieverhoging van het gewas leidt, geldt toch in het algemeen dat die aanwezigheid de gewasproductie gemiddeld met 25 - 30% doet dalen. Toch zijn er veel NGOs die "bomen promoten om kunstmestgebruik te voorkomen"; een typisch voorbeeld van boeren via goede bedoelingen arm maken.
Wil je van een biologisch principe profiteren, dan zal je de positieve aspecten moeten proberen te versterken en de negatieve verzwakken. In geval van intensieve agroforestry doe je dat door a) soorten te kiezen die dankzij langzaam verterend blad het bodemorganischestof gehalte op te krikken, en daarmee b) de verliezen van water en voedingsstoffen uit de teeltlaag sterk te verminderen; c) diepwortelende boomsoorten te kiezen en d) de oppervlakkige wortels minstens jaarlijks rond de stam af te steken; e) te zorgen voor weinig schaduw door e) niet meer dan 25% van de akker door boomkronen te doen beschaduwen, en f) er voor te zorgen dat de kroon diameter van een boom de helft of minder is dan de stamhoogte. In dat geval wordt de opbrengst van het goed bemeste gewas niet minder, en worden alle voedingsstoffen die anders via afstroming en drainage verloren gaan gebruikt voor groei van de bomen. Ja Jopie #46, het is als theorie begonnen; ik vind mijn agroforestry boek zondermeer mijn beste boek. Maar ik testte de theorieën ook in de praktijk. In het tiende jaar van een niet optimale test in Togo, leverde de controle, zonder bemesting en zonder bomen ruim 1 t/ha maïs korrel en 2 t/ha stro; met bemesting en zonder bomen ruim 4 t/ha maïs en ruim 6 t/ha stro; met bomen en met bemesting (intensieve agroforestry) daarnaast nog bijna 10 t/ha boomblad plus 15 t/ha aan hout, alles uitgedrukt in drogestof. Een hectare kan je zo dus 3 t graan plus stro leveren, of bijna 35 t graan, stro, blad en hout.
Leuke punten maar wel heel erg op Afrikaanse leest geschreven, hoe zie je het in Nederland voor je welke houtsoorten komen er dan in aanmerking passen er dan ook noten in die zijn niet hoog met een kleine kroon maar laten wel wat meer licht door aan begin en eind van het seizoen en je kunt er al wat eerder van oogsten. Als het op houtoogst aankomt wordt het toch al gauw een soort erfenis voor de volgende generatie.