De Chinese president Xi Jinping heeft afgelopen weekend voedselzekerheid tot prioriteit bestempeld tijdens een bijeenkomst van het centrale comite van het Politburo. Hij zei dat het land het risico moet voorkomen dat het terugvalt op grootschalige honger.
Dit mag verrassend klinken, maar is het niet. Xi Jinping beseft dat het land z'n strategie moet afstemmen op het veiligstellen van de primaire productie van voedsel, naast andere primaire behoeften, zoals energie en andere grondstoffen.
Het land onderkent dat het de eigen bevolking niet kan voeden, terwijl bovendien een aanzienlijk deel van de Chinese landbouwgrond te vervuild is om voedselveilig gewassen op te verbouwen. Sindsdien heeft klimaatverandering ook in China oogsten doen mislukken. Corona en de interrupties van productie en verwerking hebben de situatie er niet beter op gemaakt.
Vooral rijst, soja en andere oliehoudende gewassen zou het land meer moeten produceren, volgens Xi Jinping. Want hoewel China de werkplaats van de wereld is, moet het land onder meer sojabonen en mais importeren. Xi Jinping ziet China bij voorkeur zelfvoorzienend worden, maar het land investeert ook al decennia - met een vooruitziende blik - in de landbouw in verschillende Afrikaanse landen.
Afrika heeft een groot onderbenut landbouwpotentieel dat Westerse landen te weinig hebben helpen ontwikkelen. China springt in dat gat. Daarnaast investeert China al jaren in de zogeheten nieuwe zijderoutes. Westerse landen zitten erbij en kijken ernaar. De EU lijkt zelfs in te zetten op een strategie die de eigen voedselzekerheid afhankelijk kan maken van andere wereldregio's volgens door groene denkers als conservatief beschouwde critici. Tot op heden levert de EU een bijdrage aan het opvullen van voedseltekorten elders in de wereld. Net als de VS en Zuid-Amerika doet de EU dat uit eigenbelang, maar speelt de Europese voedselproductie wel degelijk een rol in de wereldvoedselzekerheid zolang China zichzelf niet kan voeden en ook vele Afrikaanse landen afhankelijk zijn van voedselimporten.
Dit mag verrassend klinken, maar is het niet. Xi Jinping beseft dat het land z'n strategie moet afstemmen op het veiligstellen van de primaire productie van voedsel, naast andere primaire behoeften, zoals energie en andere grondstoffen.
Het land onderkent dat het de eigen bevolking niet kan voeden, terwijl bovendien een aanzienlijk deel van de Chinese landbouwgrond te vervuild is om voedselveilig gewassen op te verbouwen. Sindsdien heeft klimaatverandering ook in China oogsten doen mislukken. Corona en de interrupties van productie en verwerking hebben de situatie er niet beter op gemaakt.
Vooral rijst, soja en andere oliehoudende gewassen zou het land meer moeten produceren, volgens Xi Jinping. Want hoewel China de werkplaats van de wereld is, moet het land onder meer sojabonen en mais importeren. Xi Jinping ziet China bij voorkeur zelfvoorzienend worden, maar het land investeert ook al decennia - met een vooruitziende blik - in de landbouw in verschillende Afrikaanse landen.
Afrika heeft een groot onderbenut landbouwpotentieel dat Westerse landen te weinig hebben helpen ontwikkelen. China springt in dat gat. Daarnaast investeert China al jaren in de zogeheten nieuwe zijderoutes. Westerse landen zitten erbij en kijken ernaar. De EU lijkt zelfs in te zetten op een strategie die de eigen voedselzekerheid afhankelijk kan maken van andere wereldregio's volgens door groene denkers als conservatief beschouwde critici. Tot op heden levert de EU een bijdrage aan het opvullen van voedseltekorten elders in de wereld. Net als de VS en Zuid-Amerika doet de EU dat uit eigenbelang, maar speelt de Europese voedselproductie wel degelijk een rol in de wereldvoedselzekerheid zolang China zichzelf niet kan voeden en ook vele Afrikaanse landen afhankelijk zijn van voedselimporten.
Rob de Wijk van het HCSS pleit al jaren voor wederzijdse afhankelijkheid tussen de EU en andere supermachten, met name China. Maar wat heeft de EU aan China te bieden?
Volgens hem niet veel meer dan voedsel.
Ik begreep van Nederlandse diplomaten dat tegenwoordig alle Chinese diplomaten communicatieve personen zijn. Niet gehard partijkader meer. Tevens is de Chinese diaspora groot en wijdverbreid. Daarnaast liggen er nog grote gebieden om te ontwikkelen open op het gebied van handel: Indonesia, Pakistan, etc. Afrika heeft gewoon weinig agrarische commodities. Cambodja is voor China veel interessanter.
Piet, lees dit: “One of the great misconceptions about the China-Africa business relationship is that there’s some smoke-filled room in Beijing where all the [state-owned enterprises] sit around and divvy up the projects.”
Een tekst uit 2016.
Inmiddels zijn we verder en concludeert Foreign Policy: Beijing is scaling back its investments across the continent, but it still has greater economic influence than the United States. [...] Beijing cut its financing over the next three years from $60 billion at the previous summit to $40 billion. Experts saw this as a sign that China’s relationship with the continent is changing.
Er zijn enorme uitdagingen in de Chinese landbouw.
Veel gebieden zijn weinig vruchtbaar.
Het imago van de landbouw is slecht.
De verwerkende bedrijven zijn allemaal staatsbedrijven.
Intern transport in China is zeer prijzig.
En ze komen zelf niet uit die negatieve spiraal.
En dan willen ze het onderbenut potentieel in Afrika benutten? Hoe dan?