De angst voor geitenstallen is bij Q-koortsslachtoffers en hun naasten groot. Dat komt omdat de door geiten verspreide ziekte tijdens de epidemie in 2007 minstens 4000 mensen ziek maakte en 74 mensen het leven kostte. En dat is volgens het RIVM nog een onderschatting. Maar betekent dat dat geitenstallen nog steeds een Q-koorts gevaar vormen? Bij het formuleren van een antwoord op die vraag zijn deskundigen het opvallend genoeg eens over de wetenschappelijke feiten, maar trekken andere eindconclusies. Voor ons dossier Lokaal Bestuur duiken we dieper in de feiten en cijfers over Q-koorts.

Van oudsher is Q-koorts een beroepsziekte van geiten- en schapenhouders, die in 1956 voor het eerst is waargenomen. Decennia lang zorgde de bacterie in Nederland niet voor grote problemen. Maar in 2007 brak de grootste Q-koorts epidemie ooit uit. Als eerder gezegd: de epidemie kostte aan veel mensen het leven en maakte vele mensen ziek. Door de uitbraak liep het vertrouwen in de overheid een grote deuk op. De Nationale Ombudsman concludeerde destijds dat er onvoldoende aandacht was voor voorlichting over het besmettingsgevaar en dat de gezondheidsklachten niet, of te laat werden erkend.

Achteraf werden een mutatie van de bacterie en de groei van het aantal grote geitenstallen aangewezen als oorzaken van het ontstaan van de epidemie. Tegenwoordig is het aantal Q-koorts patiënten flink gedaald terwijl we steeds meer geitenstallen bouwen. Is het risico op herhaling groot?

grafiek Q-koorts rivm


Verzet oud-GGD-regiodirecteur
Oud-GGD-regiodirecteur Jos van de Sande vindt de komst van steeds meer grote geitenstallen onbegrijpelijk. Namens Q-uestion, een stichting die opkomt voor Q-koorts slachtoffers, protesteerde hij in de gemeenteraad van Maasdriel tegen de plannen voor de een na grootste geitenstal van Nederland. Hij noemt de plannen een ‘klap in het gezicht van mensen met Q-koorts.’ Van de Sande, een op het oog betrouwbare en gedreven figuur die naar eigen zeggen geen geld kreeg voor zijn inspraak bij de gemeenteraad komt met drie argumenten.

1. De Q-koorts bacterie is niet verdwenen, want de verplichte vaccinatie van geiten werkt niet 100%. Een nieuwe uitbraak is dus mogelijk. Al voegt hij daar aan toe dat zonder veranderingen in de bacterie en bij blijvende vaccinaties van de geiten dat risico feitelijk zeer beperkt is.

2. De bacterie kan muteren en in een nieuwe vorm schade toebrengen.

3. Hoe meer geiten, hoe meer bacteriën, hoe meer kans op een schadelijke mutatie, hoe groter de risico’s.

‘Kans dramatisch verminderd’
Het RIVM, de rijksdienst die onlangs een groot onderzoek naar de gezondheidseffecten van de veehouderij voor omwonenden publiceerde, is veel voorzichtiger. Als we onderzoeker Kitty Maassen vragen of ze meegaat in de redenering dat we na de Q-koorts epidemie weten dat geitenboerderijen per definitie schadelijk zijn voor de omgeving, zegt ze: "Nee, totaal niet. Ik denk dat we op dit moment niet bang hoeven te zijn voor Q-koorts."

De belangrijkste maatregel tijdens de epidemie was dat geiten zijn gevaccineerd. Maassen en Van de Sande zeggen allebei dat er nog steeds bacteriën zijn, maar Maassen benadrukt dat dat er veel minder zijn dan eerst. Ze erkent dat er een kans op Q-koortsgevallen blijft, maar de kans is "dramatisch verminderd".

Niet meer ziek
We doen nader onderzoek naar het tweede argument van oud-GGD-regiodirecteur Van de Sande, namelijk het mutatiegevaar. Hij zei daarover het volgende: "Als je die bacterie nou echt bestreden zou hebben, dat hij echt weg is zoals bij het pokkenvirus, maar dat is niet het geval. Er hoeft maar een mutatie op te treden en het probleem wordt groter dan het ooit geweest is. Maar ik kan natuurlijk niet bewijzen dat dat nu direct een probleem is."

We bellen met een expert van de Q-koortsbacterie, Hendrik-Jan Roest, hoofd van de afdeling Bacteriologie & Epidemiologie van Central Veterinary Institute, onderdeel van Wageningen Universiteit en Research Centers. Hij ondersteunt de analyse van het RIVM. Hij ziet net als Maassen in de afname van het aantal Q-koorts patiënten een aanwijzing dat de circulatie van bacteriën een stuk minder is geworden.

"Dat wil niet zeggen dat de bacterie er niet meer is. Geen enkele vaccinatie is 100% effectief. Enige circulatie valt niet uit te sluiten. Maar het is dermate laag dat mensen er niet meer op grote schaal ziek van worden." Overigens is het volgens Roest niet reëel dat de bacterie uitgeroeid wordt.

Mutatiegevaar
Als we de expert vragen naar het mutatiegevaar maakt hij een vergelijking tussen virussen en bacteriën. "Virussen veranderen razendsnel en daarom kan er elk jaar weer een ander griepvirus circuleren. Bij bacteriën zijn we nog aan het ontdekken hoe snel dat gaat, maar het gaat sowieso veel minder snel. Er is niet één Q-koortsbacterie, maar de buitenkant is van alle varianten ongeveer hetzelfde. Daarom is een vaccinatie effectief tegen al die varianten, en daarmee worden ook mutaties ondervangen. De kans dat de verandering van de bacterie zo groot is dat het huidige vaccin niet werkt acht ik heel erg gering," aldus Roest.

Het bijzondere is dat Van de Sande dit ook wel erkent, maar daarna toch volhoudt dat áls het vaccin onvoldoende werkt, geiten "gigantische hoeveelheden’ bacteriën verspreiden, die over grote afstand kunnen worden verplaatst en gemakkelijk ook in het milieu overleven. Zo kunnen andere stallen en mensen eenvoudig besmet worden." Hij acht het risico dus minimaal, maar geeft wel een forse waarschuwing af.

Voor Roest draait alles om de effectiviteit van de genomen maatregelen. Vaccinatie werkt en de kans dat het vaccin niet meer werkt is volgens hem nihil. "Daarnaast bestaat een uitgebreid monitoringssysteem om het effect van de genomen maatregelen in de gaten te houden. Worden die minder effectief, dan weten we dat in een vroegtijdig stadium en kunnen we ingrijpen."

Meer geiten extra gevaarlijk?
Dan komen we bij de gevolgtrekking die Van de Sande als derde argument aanhaalt. "Hoe meer geiten, hoe meer bacteriën, hoe meer kans op een schadelijke mutatie, hoe groter de risico’s". Ook hier neemt Roest afstand van Van de Sande.

"De circulatie van Q-koortsbacteriën neemt al 6 jaar af. Een toename van het aantal geiten of meer geiten bij elkaar zal aan deze steeds verdere afname niets veranderen. In de Nederlandse situatie neemt het risico op een epidemie of mutatie dus niet toe met het toenemen van het aantal geiten."

Wanneer wordt waarschuwen angst aanjagen?
Op basis van bovenstaande reacties zou je kunnen zeggen dat oud-GGD-regiodirecteur Van de Sande wat op de sentimenten speelt. Hij deelt vrijwel alle analyses van de wetenschappers, maar kiest ondanks de kleine risico’s voor de ferme waarschuwing en een geen-geiten-beleid. Jaagt hij daarmee de angst voor Q-koorts onnodig aan? Zelf zegt hij dat hij van het gezonde verstand wil uitgaan: "wees verstandig en neem helemaal geen risico en verplaats de industrie naar bijvoorbeeld de Maasvlakte".

Vanuit het perspectief van een ondernemende boer is dat wel cru. Die probeert aan allerlei veiligheidsmaatregelen te voldoen en zou dan weg moeten vanwege een angst voor een volgens het RIVM niet dreigende Q-koorts epidemie?

Wanneer wordt relativeren gevaarlijk?
Voor bestuurders is dit een heikel dilemma. Zij kunnen wetenschappelijk bewijs goed gebruiken om keuzes te verantwoorden, en helaas, 100% risicoloos zal het nooit zijn. Meestal draait het in zo’n gemeente uit op een discussie over het soort stal en de afstand van omwonenden tot een stal. Maar ook die is niet eenduidig te bepalen, ook niet voor Van de Sande.

"Dan vragen ze aan mij of ik een grens vast kan stellen - wat is dan de maximale grootte van zo’n stal - maar dat kan ik natuurlijk niet. De bewijsvoering ligt geheel aan onze kant. Da’s toch absurd. Wij moeten bewijzen dat er een risico is. Nee, zij zouden juist moeten bewijzen dat dat er niet is."

Als we Van de Sande dit stuk ter controle laten lezen, schrijft hij dat het te veel is gezegd dat geitenstallen per definitie schadelijk zijn. "Maar is het verantwoord het aantal geiten in een stal onbeperkt te laten toenemen, het aantal bedrijven onbeperkt te laten uitbreiden en nieuwe bedrijven te vestigen in ons dicht bevolkte land en met name in Brabant waar de afstand tussen de geitenstallen nu al klein is? En dat alleen omdat een ondernemer in Nederland alle kansen moet krijgen ongeacht wat een meerderheid van de bevolking er intussen over denkt. Maar dat is een vraag die de politiek moet beantwoorden."

In de gemeentepolitiek is het alleen niet het RIVM, maar de GGD die adviseert. De mega-geitenstal in Maasdriel keurde de Gezondheidsdienst onder voorwaarden goed. Maar oud-GGD-directeur Van de Sande gelooft dat veel van zijn oud-collega’s het juist met hem eens zijn, en de onzekerheid te groot vinden.

"Bij GGD’s zijn veel mensen die mijn mening wel delen, maar het idee heerst dat je dit soort risico’s wetenschappelijk moet bewijzen. Bij GGD Nederland is er in ieder geval geen weerstand tegen mijn standpunt."

Oproep gezondheidsklachten
We horen graag de reacties van GGD’ers, wetenschappers, boeren en andere betrokken die hier wat van vinden. Missen we nog informatie of inzichten in dit verhaal? Heb je meer informatie over de gezondheid in de buurt van intensieve veehouderij of de Q-koorts? We horen daar graag meer. Mail ons op: demonitor@kro-ncrv.nl.

Dit artikel verscheen afgelopen week op de website van de Monitor.
Dit artikel afdrukken