Al sinds 2013 bestaat de Opslag Duurzame Energie- en Klimaattransitie (ODE). Dat is een heffing op elektriciteit en gas. Hoewel olie en kolen een grotere klimaatimpact hebben dan gas en worden gebruikt om elektra op te wekken, vallen die energiebronnen niet onder de opslagregeling.

De hoogte van de heffing is afhankelijk van het verbruik. De overheid heeft de ODE ingevoerd om bedrijven en consumenten te stimuleren zo zuinig mogelijk met energie om te gaan. Het geld dat de heffing opbrengt, wordt ingezet om de productie van duurzame energie te betalen.

'Onevenredig hoge bijdrage'
De levensmiddelenindustrie loopt volgens de FNLI voorop met het terugdringen van CO2-uitstoot en bovendien een koploper in de energietransitie. Maar de opslagregeling dreigt de verduurzaming van de sector te laten verzanden. Het stelsel van heffingen en subsidies maakt het voor voedingsmiddelenbedrijven juist moeilijker om hun duurzaamheidsambities waar te maken. Ze moeten namelijk een volgens de FNLI 'onevenredig hoge bijdrage' betalen aan de ODE. Maar voor de subsidie Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++), die met de ODE wordt gefinancierd, komen ze juist niet of nauwelijks in aanmerking.

Sinds vorig jaar zijn de tarieven van de ODE conform de afspraken van het Klimaatakkoord fors gestegen, met name voor grootgebruikers. Bedrijven dragen nu twee derde bij en huishoudens nog maar een derde. Eerder was de last gelijk verdeeld.

CE Delft rekende uit dat de gemiddelde ODE-heffing in de industrie sinds vorig jaar 140% bedraagt. Maar voor de bakkers, zuivelbedrijven, vlees- en visverwerking en drankensector - sectoren waar koeling en verwarming en dus een hoog energieverbruik een grote rol spelen - kan de ODE-heffing tot meer dan 400% hoger uitvallen. Zo kan het gebeuren dat een bakkersbedrijf met 110 medewerkers een ODE-heffing van €200.000 moet ophoesten, schetst de FNLI in de open brief in het Financieele Dagblad.

Tegen de heffing op zich heeft de FNLI geen bezwaar. Integendeel zelfs, zegt directeur Cees-Jan Adema ons desgevraagd. "Wij zijn bereid een faire bijdrage te leveren via de ODE. Onze bedrijven hebben hoge verduurzamingsdoelstellingen; steeds meer bedrijven hebben de ambitie volledig CO2-neutraal te worden. Maar dan moeten we daar wel de middelen voor hebben, of krijgen."

Geen geld uit de SDE++-pot
En daar zit 'm de kneep: de FNLI-leden mogen wel dokken, maar kunnen nauwelijks aanspraak maken op de verduurzamingssubsidies uit de SDE++-pot. De overheid gaat bij het toekennen van de SDE++-subsidies uit van 'grote stappen, snel thuis'. Grootschalige projecten krijgen de grootste subsidies, omdat daarmee het snelst effect te bereiken is. Dat is een extra domper voor de FNLI-leden. Van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat kregen ze eind februari in een Kamerbrief ook al te horen dat ze niet mee kunnen doen aan verduurzamingsprojecten op het gebied van plastic-recycling.

Wat rest de FNLI dan nog? "We hopen de boodschap aan de onderhandelaars en de informateur voor een nieuw kabinet mee te geven dat de weeffout hersteld moet worden," zegt Adema. "Dat kan aan beide kanten: neem ook kleinschaligere verduurzamingsprojecten mee én kom tot een faire verdeling van de bijdragen die met de heffingen worden gefinancierd." De komende tijd wil de FNLI meer casussen en praktijkgevallen in de publiciteit brengen om zo "in gesprek te gaan over de concrete voorstellen en oplossingsrichtingen die de levensmiddelenindustrie aandraagt."



Al eerder trok tuinder Rob Baan hard aan de bel om de ODE-regeling aan de kaak te stellen. In een vakblad schold hij de overheid letterlijk hard uit: Ik ben tot in mijn ziel belazerd en geschoffeerd door de overheid.

In het Algemeen Dagblad legde hij de case als volgt uit: "Je hebt in dit ODE-verhaal vier schalen”, legt Baan uit. "In de eerste twee zitten voornamelijk consumenten en winkeliers, de derde zijn de kleine en grote mkb-bedrijven en in de vierde schaal zitten de grote bedrijven. De eerste twee schalen gaan minder betalen, de derde krijgt een enorme verhoging en de vierde wordt compleet ontzien. Je raadt het al, wij zitten in die derde.”

Maar waarom hoeven die grote bedrijven dan niks te betalen? Baan: "Die hebben een veel betere lobby bij de overheid. Als Shell of Hoogovens kom je daar wel binnen. Ze betalen volgens mij al geen belasting in Nederland, maar pakken wel duurzame subsidies terwijl ze daar geen reet aan doen. De regering is erin geluisd door de grote bedrijven en de wetgeving voor die ODE is volgens mij bedacht na de vrijdagmiddagborrel. De mensen die het snappen hebben het niet voor het zeggen en de mensen die het wél voor het zeggen hebben, die snappen het niet.”

Dit artikel afdrukken