Levensmiddelen produceren kan ook anders
De levensmiddelenproductie vindt vooral in volledig geautomatiseerde fabrieken plaats. Dat is mogelijk door de enorme vooruitgang op het gebied van wetenschap en techniek. De middelen die ons ‘leven’ zouden moeten bezorgen, bestaan echter steeds vaker uit minderwaardig voedsel. Een oude wijsheid van de indianen is werkelijkheid geworden: “De witte man zal van volle borden verhongeren.”
Bovenstaande woorden zijn van Karl Ludwig Schweisfurth (1930), die in het Duitsland van de vorige eeuw zijn kleine familiebedrijf Herta laat uitgroeien tot de grootste worstfabrikant van Europa. De manier waarop hij met dieren omgaat en zijn bedrijf opbouwt, valt niet in goede aarde bij zijn drie kinderen. Zowel zijn dochter Anna als zijn beide zonen Karl en Georg weigeren het florerende bedrijf over te nemen. Vader Schweisfurth bekijkt op een dag de stallen van de dieren die zijn slachterijen krijgen aangeleverd. Wat hij ziet, bevalt hem niet. In 1984 komt de grote ommekeer en begint voor de Duitse worstkoning een nieuw leven. Hij verkoopt zijn bedrijf aan Nestlé en investeert al zijn geld in de Herrmannsdorfer Landwerkstätten (HL), een uniek ecologisch project op het Beierse platteland, 30 kilometer onder München.
Blije varkens
Een Duitse ‘Werkstatt’ is een atelier of een werkplaats. Een ‘Landwerkstatt’ is een eigen benaming om aan te duiden dat hier op ambachtelijke wijze landbouw wordt bedreven. Zoon Karl staat inmiddels aan het roer van het ecologische familiebedrijf met eigen bakkerij, kaasmakerij, brouwerij, boerderijwinkel, restaurant, café en een slachterij waar wekelijks 80 varkens worden geslacht in plaats van 25.000, destijds bij Herta. Zoon Georg richtte met andere ondernemers de biologische supermarktketen Basic op. De 80 varkens op de HL hebben op het moment dat ze worden geslacht een prettig bestaan achter de rug. Tijdens hun leven krijgen ze geregeld bezoek van nieuwsgierige mensen. Vóór de uitloophokken van de varkens hangt een bord waarop de varkens de bezoekers aanspreken:
Goedendag. Wij zijn de moedervarkens in Herrmannsdorf. Wij behoren tot het inmiddels beroemd geworden Schwäbisch-Hällisch ras. De nazi’s hebben ons bijna uitgeroeid. Misschien, omdat onze oer-oer-oer-oer-grootvaders uit China kwamen. Die bezorgden ons echter het mooie spek op onze destijds magere ribben. Wij worden gekoppeld aan Hermann, de beer hier direct om de hoek, die mooie, sterke jongen uit de Piétrain, een Belgisch varkensras.
Wij zijn geen mensen. We lijken veel op jullie, maar wij zijn varkens en daar zijn we trots op. Maar we zijn ook levende wezens, net als jullie. We hebben aanspraken op het leven, die anders zijn dan die van jullie. Als het goed met ons gaat zijn we altijd blij en we zijn verdrietig, als jullie ons slecht behandelen. Wij hebben geen badkamer nodig zoals jullie, geen televisie, geen mobiele telefoon en geen auto. Wij hebben ruimte nodig om te kunnen lopen, frisse lucht, een modderpoel om ons op te frissen en stro om op te slapen, veel hout en weinig beton en ijzer.
De varkens lopen tussen de kippen in de wei en vormen daarmee een goed voorbeeld van symbiotische landbouw. Karl Ludwig Schweisfurth: “De varkens beschermen de angstige kippen, waardoor de vos en de marter geen kans hebben de kippen te verslinden. De varkens woelen in de grond, de kippen halen er vervolgens levende diertjes uit die ze in de stallen niet eten kunnen. De kippen zorgen op hun beurt voor de lichaamsverzorging van de varkens, pikken vliegjes, ongedierte en parasieten uit de huid en zorgen voor de beste hygiëne. Dat is voor mij een klassiek voorbeeld van symbiose. Beiden dieren hebben hier baat bij.”
Schweisfurth pleit voor de terugkeer van een betere harmonie tussen mens en de natuur
Waarde en waardigheid
Na de grote ommekeer in 1984 roept de oprichter van Herta in 1985 de stichting Schweisfurth-Stiftung in het leven, een stichting die voor een breed publiek belangstelling wil wekken voor de waarde en de waardigheid van het platteland en de mensen die in een landelijke omgeving leven en werken. Schweisfurth pleit voor de terugkeer van een betere harmonie tussen mens en de natuur. Zijn project met de ecologische productie van levensmiddelen trekt niet alleen in de vakwereld maar ook bij de consumenten steeds meer aandacht. Schweisfurth: “Rond de eeuwwisseling, tijdens de BSE-crisis, begonnen meer mensen ons project eens beter te bekijken. Dat leverde ons veel aandacht op, net zoals de belangrijkste zin van de stichting luidt: Schweisfurth ondersteunt wegen die tot een holistisch en welbesteed leven leiden, waarin werk en techniek weer in betere harmonie met de natuur worden gebracht.”
Tegen de algemene trend in werkt de stichting juist niet met een agro-industrieel systeem voor ogen. Dat betekent dat er niet voor wordt gekozen door meer automatisering en minder mensen de productie te verhogen. Vooral de levensmiddelhandel ligt de stichting na aan het hart. Directeur prof., dr. Franz-Theo Gottwald: “We houden ons momenteel bezig met de actuele ontwikkeling van het handwerk in de levensmiddelenbranche, met het ontwikkelen van voorbeelden voor de branches bakkerij, vlees, brouwerij, kaasmakerij en melkerij om doelsystemen voor particuliere bedrijven te creëren. Die moeten ertoe bijdragen het handwerk binnen de Duitse levensmiddelenbranche economisch te stabiliseren, traditie en innovatie te verbinden en de markt beter in te richten dan tot nu toe voor particuliere bedrijven mogelijk was.”
In de afgelopen dertig jaar is de stichting goed geïntegreerd in de politiek, de wetenschap en de media. Directeur Gottwald is ervan overtuigd dat hun systeem in de toekomst meer en meer terrein zal winnen en uiteindelijk ook succes heeft. “Ik denk, het handwerk van de levensmiddelenbranche kan – als men ingaat op deze ontwikkelingen – stabiliseren. Het tot nu toe vast te stellen verval, het uitsterven van de particuliere bedrijven, zal stoppen en op een goed niveau, waarbij de levering is gewaarborgd, stabiel kunnen blijven,” aldus directeur Gottwald.
Ik wil dat er in deze doorgedraaide, volledig geïndustrialiseerde en geautomatiseerde wereld in de toekomst nog boeren zijn
Cultuur
Wereldwijd lijkt de ontevredenheid over de industriële levensmiddelenproductie toe te nemen. Mensen zoeken naar alternatieven om de natuur, de dieren en de aarde te ontzien. Karl Ludwig Schweisfurth reisde naar Rusland en Denemarken om zijn ervaring en kennis te delen met ondernemers die zijn visie delen. “Ik wil dat er in deze doorgedraaide, volledig geïndustrialiseerde en geautomatiseerde wereld in de toekomst nog boeren zijn, dat er in de toekomst nog vakmensen zijn die levensmiddelen produceren, dat is heel belangrijk voor mij. Ik wil de mensen laten zien dat het ook anders kan, het moet niet allemaal via supermarkten, het moet niet allemaal via fabrieken. In wezen is de natuur een cultureel gebeuren, geen industrieel gebeuren. Een akker bewerken heeft met cultuur te maken, net als fruit telen, dieren houden en levensmiddelen produceren. Dat is een cultureel gebeuren.”
Een akker bewerken heeft met cultuur te maken, net als fruit telen, dieren houden en levensmiddelen produceren
Schweisfurth neemt levensmiddelen serieus, zelfs de schrijfwijze. Heel bewust schrijft hij in zijn laatste boek ‘levens-middelen’, met koppelteken. “Het zijn middelen die ons leven bezorgen en als het goed gaat tot op hoge leeftijd, met goede vitaliteit. Dat leven in de levens-middelen is naar mijn mening meer dan alleen het stoffelijke deel wat je tellen, meten en wegen kan. Levensmiddelen zijn meer dan eiwitten, koolhydraten en vetten. Er zit ook leven in. Dat is een bijzondere energie. Dat zijn krachten, dat zijn werkingen die we met de huidige middelen van de natuurwetenschap nog niet kunnen meten. Als ik goed vlees heb van een dier dat goed geleefd heeft, dan zit dat vlees vol krachten en heb ik al die rommel die je vandaag de dag in worst en vlees zit helemaal niet nodig. En toch smaakt het vlees goed of zelfs beter.”
Boeken & films
Karl Ludwig Schweisfurth is weliswaar niet meer actief binnen zijn bedrijf, hij doet er wel alles aan zijn visie naar buiten te brengen. In de film Eerbied voor het leven …laten we over het doden praten zien we hoe op de Herrmannsdorfer Landwerkstätten een varken wordt geslacht. Schweisfurth toont de ingewanden en nodigt de bezoekers uit het nog warme hart even in de hand te nemen. Hij wil laten zien dat zijn dieren een rijk leven hebben gehad voordat ze op humane wijze worden geslacht. Al het goede wat de dieren uit de aarde hebben opgenomen, komt uiteindelijk in het vlees van zeer goede kwaliteit terug. Daarom luidt de paradoxale lijfspreuk van Karl Ludwig Schweisfurth: “De slager is een goede slager, die van dieren houdt.” De film was in 2011 op het Berlinale filmfestival te zien.
Slacht-feest? Eerbied voor het leven. De dieren hun waarde teruggeven.
Dit boek beschrijft de huidige vleesindustrie waarbij machines dieren doden, omdat de mensen hun handen niet vuil willen maken. Deze industriële vorm van massadoding ziet de voormalige worstkoning als een zwaarwegend vergrijp tegen de eerbied voor het leven.
Ik hou van ambachtelijk werk. De wereld begrijpen met hand, hart en hoofd
In dit boekje (48 p.) pleit de eco-pionier voor echt handwerk en de kundigheid van de meester. Het is ook een waarschuwing voor het dreigende verlies van kennis en cultuur door het sluipende verdwijnen van een traditioneel beroep.
De slager die geen vlees meer eet….
Dit boek verscheen vorig jaar. Op de achterkant gaat de titel echter verder: ..als hij niet precies weet, waar het vandaan komt en hoe het dier heeft geleefd. Het is de biografie van zijn leven als succesvolle worstfabrikant tot aan zijn beslissing ‘vegetariër buitenshuis’ te worden. Hij eet dus wel worst uit zijn eigen slagerij, maar buitenshuis raakt hij geen vlees meer aan.
Ik krijg vaak te horen ‘ja, Schweisfurth, jij kon dat makkelijk doen met al je geld’Geld
Midden jaren tachtig verhuist Karl Ludwig Schweisfurth vanuit het Ruhrgebied (Herten) naar München. Hij heeft voldoende geld om het landgoed voor de toekomstige Herrmannsdorfer Landwerkstätten te kopen. Soms duikt het hebben van veel geld als verwijt op. “Ik krijg vaak te horen ‘ja, Schweisfurth, jij kon dat makkelijk doen met al je geld’. Dan zeg ik, ja, daarvoor ben ik dan ook zeer dankbaar en gelukkig, want anders hadden de HL nooit bestaan. Ik heb alles, werkelijk alles geïnvesteerd in dat nieuwe idee, ook met het bewustzijn dat ik had kunnen falen. Dan had ik alles verloren, dan had ik vandaag een uitkering.”
Zijn mensen met weinig geld nu gedwongen goedkoop en kwalitatief slecht vlees te kopen?Zijn vlees is duurder dan in de gemiddelde supermarkt. Zijn mensen met weinig geld nu gedwongen goedkoop en kwalitatief slecht vlees te kopen? Schweisfurth kent het argument. “Ik vind het een dooddoener. Natuurlijk weet ik dat er arme mensen zijn. Maar de meeste mensen zijn niet arm. Kijk maar eens in de winkelwagentjes wat daar allemaal in ligt. Kijk maar eens goed. Allemaal spullen die we helemaal niet nodig hebben. Het is een kwestie van waardering voor de producten. Iedereen kan zich wel goede levensmiddelen veroorloven, maar moet goed uitkijken waar hij of zij het geld voor uitgeeft en veel troep gewoon niet meer kopen.” Daarnaast vertelt de ecologische pionier in menig interview dat we veel te veel vlees eten en moeten minderen. Als je één of twee keer per week vlees eet, dan kun je er volgens hem van genieten en ook kwalitatief goed vlees kopen dat niet uit de fabrieken afkomstig is.
Documentaire
Op 19 juni 2015 zendt de Duitse omroep WDR de documentaire Karl Ludwig Schweisfurth: Vom Wurstkönig zum Bio-Pionier van Matthias Schmidt uit. Deze filmmaker, die meermaals prijzen met zijn werken in de wacht sleepte, zegt over de totstandkoming van de film het volgende: “Het fascinerende aan de levensweg van Karl Ludwig Schweisfurth is dat deze uit zoveel motieven bestaat en daardoor quasi een schoolvoorbeeld is van hoe het is om een mens te zijn. Een mens die verandert, die ontevreden is, die op de tekens van de tijd let, die naar anderen luistert, nieuwe invloeden absorbeert, die bij weerstanden toch doorzet, die in zichzelf gelooft en eigen fouten toegeeft. Schweisfurth is een klassieke pionier, omdat hij zich altijd weer nieuwe doelen stelt. Dat hij zich dit kan permitteren, dat maakt het er niet gemakkelijker op. Velen zouden zich dit kunnen permitteren, maar doen het niet.”
Website van Karl Ludwig Schweisfurth: www.tierisch-gut-leben.info.
WDR documentaire,
Vrijdag 19 juni, 20:15 uur
“Karl Ludwig Schweisfurth: Vom Wurstkönig zum Bio-Pionier“
Fotocredits: www.tierisch-gut-leben.info
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Deze man heeft uiteindelijk het licht gezien. Andersom komt helaas ook voor, pioniers van de jaren zeventig die hun bio-groothandel aan een multinational hebben verkocht en nu in een milieu verpestende PC-Hoofttruck de straten onveilig maken. Geen wereldverbeteraar meer.
Ik ben benieuwd #25 welke bank of investeerder daar in stapt.
Te veel mensen is een hopeloos mislukt concept. Kijk maar naar de Oostvaardersplassen. Hoe vaak hoor je niet te veel beesten. Onmiddellijk kom je dan in hopeloze discussies terecht. Je moet gaan schieten en helpt dan het hele systeem van natuurlijke selectie om zeep. Of je maakt er een grote boerderij van, effect idem dito. Te veel mensen is dus een oninteressant concept. Interessanter is het om te kijken wat effect al die mensen op allerlei systemen hebben, op ons voedsel hebben. Iedere keer heeft de mens tot nu toe het ecologisch plafond kunnen doorbreken. Sarah Wiener is, die ik goed ken, is steeds op zoek naar voedsel situaties die nog aan het begin van deze problematiek staan of er nog niet door zijn geraakt. Interessant, ook een onderdeel van mijn zoektocht, maar uitzichtloos voor de moderne mens.
Hendrik #23 Het probleem van te veel mensen op de planeet en de technieken om te veel 'voeding' te produceren onderken ik niet. Die zijn er volgens mij ook zeker.
Toevallig vertaalde ik vandaag het Voorwoord van de biografie van Schweisfurth, dat is geschreven door een in Duitsland bekende Oostenrijkse kokkin (Sarah Wiener). "Met Karl Ludwig Schweisfurth gedachten uit te wisselen over de toekomst van het landbouwbedrijf en de levensmiddelenproductie is een bron van inspiratie", schrijft ze onder andere. Ik denk dat dat het belangrijkste is, dat hij mensen inspireert. Dat Voorwoord heb ik vertaald, omdat ik op zoek ga naar een uitgever die interesse heeft in een Nederlandse uitgave. Neemt die zoektocht concrete vormen aan, dan hebben we wellicht meer discussiemateriaal voorhanden.
jan peter van doorn #24 Hij wil in mijn ogen duidelijk meer dan alleen goed vlees maken. Dat hij een zakenman is gebleven, dat steekt hij ook niet onder stoelen of banken. Ik zou ook reclame maken voor mijn producten. De Hermanndorfer boerderij produceert niet alleen vlees op ambachtelijke wijze, maar ook kaas, bier en brood. Dat boerderijmodel wil hij als ervaringsdeskundige voorstellen bij andere ondernemers op de wereld.
Als ie nou gewoon zei dat hij eindelijk eens goed vlees wilde maken na al die Herta zooi dan stond er tenminste wat. Maar in bovenstaande reclamefolder wordt een enorm punt gemaakt van het feit dat de varkens niet met 7 maar met 10 maanden geslacht worden.