De Product van het Jaar-verkiezingen blijken inmiddels al in 35 landen te bestaan. Per land is er een website waarop het concept wordt uitgelegd. Dat blijkt simpel. Laat producenten hun nieuwe, vernieuwde en vernieuwende producten aanmelden. Vraag een 'comité van deskundigen' - het "Comité van Peterschap en Ethiek" - om de ingeschreven producten te 'valideren', ook al is niet helemaal duidelijk hoe dat gaat. Daarna 'wordt aan 6.000 Nederlanders hun oordeel over de producten gevraagd'.

Het FD, de krant van zakelijk Nederland dook er in. De krant wilde weten wat de rode stickers met in grote letters ‘Gekozen product van het jaar, door Nederlandse consumenten’ waard zijn.

€ 3.000 inschrijfgeld
Het blijkt dat de Producten van het Jaar niet aan onafhankelijke of objectieve criteria hoeven te voldoen. Hun fabrikanten hoeven alleen maar een inschrijfgeld van € 3.000 per product te betalen. Daarna is het oordeel aan de 6000 geënquêteerde consumenten (die zichzelf hebben aangemeld en door het marktonderzoeksbureau Dedicated Research worden bevraagd). Die vellen dat op basis van een productomschrijving en soms hun ervaringen met het product.

Zo kun je dus Product van het Jaar worden, al is je kostje voor die 3 mille nog niet gekocht. Als je het wordt, moet je voor het voeren van de sticker nog extra € 17.000 euro neertellen.

Unilever betwijfelt waarde
Voor grote bedrijven (en die zie je dan ook in de footer van de site voortdurend voorbij komen) is dat geen onoverkomelijke investering in naamsbekendheid of promotie. Ook is het niet ongebruikelijk dat er een bijdrage in de (organisatie)kosten van een vakprijs op tafel gelegd moet worden. Toch blijkt Unilever zich niet meer in te schrijven. Het bedrijf voelt zich ongemakkelijk bij de financiële koppeling met de eventuele prijs, die onafhankelijkheid in de weg staat. Andere bedrijven stappen daar overheen. Zij stellen zich wellicht een andere vraag: is het de kosten wel waard? Peijnenburg zegt in het FD dat de omzet van zijn Overheerlijk dit jaar met 85% is gestegen. Maar of dat door de Product van het Jaar-sticker komt, of door de tegelijk plaatshebbende 'winkelpromoties, de probeeractie met De Telegraaf en een speciale tv-commercial' is niet te achterhalen. Ook Douwe Egberts, dat dit jaar de prijs won voor L’Or koffiecups voor Nespresso-apparaten, zegt dat de deelname extra publiciteit genereerde maar kon het effect niet geïsoleerd meten.

Organisatie aan het werk
Laten consumenten zich door een rode sticker leiden? Dat is maar de vraag, zegt marketingman Max Kohnstamm in het FD. Bij aankopen van huishoudelijke apparaten of waar serieus geld mee gemoeid is, doen ze vooronderzoek doen op internet, lopen ze tests na en zoeken 'de beste koop'. In de supermarkt maakt een sticker meer of minder vermoedelijk niet meer uit. De meeste consumenten pakken gewoon de producten waar ze aan gewend zijn en willen zo snel mogelijk de winkel weer uit zijn. De Product van het jaar sticker zal weinig indruk maken, verwacht Kohnstamm.

De enige die echt blij wordt van Het Product van het Jaar-verkiezing, is waarschijnlijk de organiserende marketingorganisatie achter de schermen. Reken maar uit: 28 categorieën met 17.000 euro voor het voeren van de sticker is al een half miljoen euro. Stel 5 inschrijvingen à raison van 3.000 euro per categorie en je zit zo aan een miljoen inkomsten. Dat is gemakkelijk verdiend. Het Product van het Jaar houdt de organisatie aan het werk, zo lijkt het FD te hebben ontdekt.

NB: de site product van het jaar is na het FD-artikel vorige week opeens verdwenen. Daarom bevatten de links hierboven doorclicks naar de way-back-machine die ook verdwenen zaken zichtbaar houdt. Is er volgend jaar nog wel een Product van het Jaar nu zelfs de winnaars van dit jaar al van het web zijn gehaald?

Fotocredits: website Product van het Jaar
Dit artikel afdrukken