Bacteriën uit de darm waarvan we vermoeden dat die gezond zijn voor ons lichaam noemen we probiotica. Je vindt ze in die kleine flesjes Activa, maar ook in de gezondheidszorg worden soortgelijke bacteriestammen toegepast.

Zodra we last krijgen van bacteriële infecties worden antibiotica ingezet om die bacterie te doden dan wel te verzwakken. Ook probiotica (dus gezonde bacteriën) worden ingezet om ziekmakende bacteriën (‘pathogenen’) te bestrijden. Het grootste onderzoek ooit naar deze genezende bacteriën, werd opgezet onder leiding van professor Stephen Allen en op 13 oktober 2013 gepubliceerd in The Lancet. Het is een methodologisch toponderzoek naar de werkzaamheid van een mengsel van lactobacilli en bifidobacteriën, bij patiënten van 65 jaar en ouder die werden behandeld met een of meer orale of parenterale antibiotica. Het is multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind en placebogecontroleerd. Daarmee voldoet het aan de modernste wetenschappelijke criteria. Er werd gekeken of het optreden van diarree door antibiotica en/of een infectie met de gevreesde Clostridium bacterie kon worden voorkomen.

Allen versus Amsterdam
In Allen’s onderzoek werden 17.420 patiënten gescreend. 1493 kregen de genoemde bacteriën terwijl 1488 werden (voor)behandeld met een placebo. De verschillen tussen de groepen waren wat uitkomsten betreft teleurstellend: bij 159 (10,8%) deelnemers die werden behandeld met de bacteriestammen trad diarree op, terwijl dat bij 153 (10,4%) deelnemers in de placebogroep het geval was. Er was dus geen verschil. Dat terwijl een prachtig onderzoek van Amsterdamse onderzoekers in de vooraanstaande NEJM de werkzaamheid van bacteriestammen aantoonde op clostridiuminfecties van de darm.
Om de verwarring nog groter te maken, meld ik u dat enkele jaren daarvoor onverwacht meerdere patiënten overleden na een behandeling met probiotica voor hun ernstige alvleesklierontsteking.

Alles-of-niets
Hoe zit dat nu met die heilzame darmbacteriën en probiotica?
Even een opfrissertje over probiotica, prebiotica, symbiotica en dysbiotica. Prebiotica zijn (plantaardige) voedingsvezels die gunstig zijn voor je darmbacteriën. En symbiotica is een optelsom van pre – en probiotica, dus zonder de antibiotica. Wat dysbiotica zijn weet ik niet, maar ze zijn erg geliefd bij zweverige alternatievelingen.
Pre- en probiotica zijn beslist geen onzin. Ondanks de hoeveelheid onderzoek is onze kennis om ze medisch gericht en bewezen succesvol te kunnen toepassen echter nog minimaal. Het wetenschappelijk onderzoek naar probiotica, meestal betaald door de producenten van deze bacteriën, leverde tot voor kort bescheiden positieve resultaten op, totdat de Amsterdamse onderzoekers bevestigden dat je er een ernstige darminfectie mee kon genezen. Dat is een prachtig voorbeeld van het zelfreinigende vermogen van poep. De infectie met de clostridumbacterie is nauwelijks te behandelen terwijl de patiënt met de juiste bacteriestammen uit de ontlasting van gezonde mensen geneest. Die heb je als je de hele boel transplanteert. Toch blijft dat een soort alles-of-niets benadering, die weliswaar gerechtvaardigd is maar nog niet duidt op specifieke kennis van de werking van specifieke bacteriën.

Obesitas een infectieziekte?
Darmbacteriën zijn niet alleen ingezet om infecties te beteugelen, maar ook om overgewicht te behandelen. Wanneer je de darminhoud (je mag het ook poep noemen) van een dikke muis inbrengt in een dunne muis (zogenaamde poeptransplantaties) dan wordt de slanke muis dikker.

In een andere experiment werd gekeken of de darminhoud van slanke mensen dikke mensen ook slanker kon maken of dat je daarmee misschien wel suikerziekte kon genezen. Er zijn namelijk aanwijzingen dat er een interactie bestaat tussen de darminhoud, de chronische ontsteking bij mensen met overgewicht en suikerziekte. Een andere bacteriële darminhoud zou gunstig zijn omdat er minder energie wordt gehaald uit voedsel, of omdat er een ander vetmetabolisme in zowel de vetcellen, lever en darmwand plaats vindt. Ook zijn er effecten beschreven op belangrijke honger- en verzadigingseiwitten die door de darm worden geproduceerd (PYY en GLP-1), evenals veranderingen van belangrijke receptoren in de darmwand en veranderingen van de doorlaatbaarheid van de darmwand. Er zijn dus al vele verklaringen waarom andere bacteriën in de darm mogelijk vergaande effecten hebben op cellen in ons lichaam.

De eerste onderzoeken met poeptransplantaties waren niet erg succesvol. Dikke mensen vielen er niet beter door af. Lichtpuntje was wel dat de ontstekingsverschijnselen in het bloed minder werden na deze behandeling. Dat is bepaald geen spectaculaire doorbraak in de behandeling van overgewicht, maar het is wel een nieuwe kijk op dit moeilijke probleem. Tot voor kort was slechts 30% van de darmbacteriën te bestuderen middels bacteriekweken, nu met nieuwe technieken zoals DNA- en RNA-analyses van erfelijk materiaal komt er snel meer kennis ter beschikking over de invloed van bepaalde bacteriën op het menselijk lichaam. Hoewel ik niet verwacht dat de oplossing van de obesitasepidemie wordt gevonden in de darmflora, zal de rol van bacteriën op onze spijsvertering en vele andere processen in het lichaam een belangrijk onderzoeksgebied gaan blijken.

EFSA & EMA
Het werk van Max Nieuwdorp in het AMC zorgt nu in ieder geval voor één volstrekt duidelijke medische indicatie voor het belang van een goede darmflora, ook al staan de indicaties en het type bacterie dat moet worden gebruikt nog ter discussie. ‘Beestjes in je buik’ zijn tenslotte een volstrekt nieuwe ontwikkeling in de geneeskunde. Ook de Europese voedsel en medicijn waakhonden (EFSA en EMA) weten niet goed hoe ze met deze innovatieve therapieën moeten omgaan.

Het zal lopen zoals het altijd gaat in de medische wetenschap, aanvankelijke successen worden opgevolgd door teleurstellingen en na vele jaren van ploeteren worden de patiëntenpopulaties die wel baat hebben bij een behandeling met probiotica nauwkeurig gedefinieerd en zullen artsen poeppillen voorschrijven.

Fotocredits: criança de domingo, uitsnede, João Perdigão
Dit artikel afdrukken