In Nieuw-Zeeland wordt de voedingswaarde van levensmiddelen gecommuniceerd op een manier die nauwelijks effect blijkt te hebben. Slechts 23% van de Nieuw-Zeelanders 'ziet' het etiket en de daarop vermelde informatie. Dat zou gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van de Nieuw-Zeelanders. Het land staat in de top-5 van de obesitas-wereldranglijst.

Onderzoekers van de University of Cantebury legden daarom bijna 600 proefpersonen vier verschillende vormen van voedingswaarde-informatie voor: het bestaande etiket, een plaatje dat een met de energiedichtheid oplopende sterrenkwalificatie liet zien, een stoplicht-label of een 'zo lang moet je hiervoor wandelen/hardlopen'-indicatie. Alle nieuwe etiketten deden het beter dan de bestaande. Stoplichten sloegen bij 70% van de proefpersonen aan maar de onbetwiste topper was het 'wandel'-etiket. Dat werd maar liefst door 93% gezien en ook meegenomen bij de afweging voor gezondere keuzes. Ook Coca-Cola gebruikt een indicatie om aan te geven hoelang je moet bewegen om geconsumeerde calorieën te verbranden als je ze niet in gewicht terug wilt zien.

De onderzoekers waren verrast door de uitkomst en het belang dat aan kleuren en plaatjes werd gehecht. “Informatie en cijfers werken niet om consumenten die niet zo geletterd zijn gezondere keuzes te laten maken. Plaatjes en kleuren zijn veel effectievere en begrijpelijkere communicatievormen", zegt onderzoeksleider Ekant Veer in AFN.
Dit artikel afdrukken