In onderstaand artikel wordt beweerd dat vlees van zichzelf bijna geen smaak heeft. Ik denk dat vlees niet erg 'hoog op smaak' is. Maar geen smaak, dat lijkt me onzin. Behalve dan voor de moderne smaak die vooral gewend is geraakt aan 'veel lawaai' met cajun, paprika en 'Japanse marinade'. Waarom is dat eigenlijk gebeurt?
Met andere woorden: een aardige, naakte analyse van Meat & Meal, maar het punt zit'm vooral in de vraag waarom we de bereidingen tegenwoordig zo graag schreeuwend hoog op smaak willen hebben.
In een wereld van saus en fastfood weten steeds minder mensen hoe vlees eigenlijke smaakt. Bijna alles wordt aangeboden met kruiden, marinade en saus. En als we 'naakt vlees' nodig hebben, is dit alleen omdat het op de verpakking van een maaltijdkit staat, om het daarna vlug te kruiden. Toch zijn er steeds meer initiatieven waarbij het vlees als kwaliteitsproduct - met een eigen smaak- gepresenteerd wordt.
Van zichzelf heeft vlees weinig tot geen smaak. Er kan wel sprake zijn van een typische geur die door vluchtige componenten tot stand komt en die door micro-organismen worden gegenereerd. Als deze micro-organismen te snel groeien, ontstaat een afwijking van geur en ontstaat de geur van 'rottend' vlees. Soms ook bevat vlees vluchtige componenten die afkomstig zijn uit het voer. Deze bestanddelen uit het voer kunnen zich gaan ophopen in vlees en vetweefsel. Dit kan dan een geurafwijking geven ten opzichte van normaal gevoederde dieren.
Verhitting
De eigenlijke smaak komt tijdens het verhitten pas tot ontwikkeling door de gevormde smaakcomponenten. Deze componenten kunnen ontstaan door ontleding van vetten of als reactieproducten van suikers met aminozuren. Na de verhitting zijn de 'smaakmakers' wateroplosbaar door deze omzetting. Ze gaan dus tijdens de verhitting van de vetfase over naar het magere vlees. Als mensen geen vet willen opeten, dan kan dat dus het beste verwijderd worden nadat het vlees is klaargemaakt.
Een aantal smaakstoffen in vlees wordt tijdens de rijping afgebroken. Daarnaast worden er tijdens de rijping door de afbraak van eiwitten en van andere bestanddelen, ook weer laagmoleculaire, in water oplosbare, stoffen gevormd. Hierdoor neemt de smaak weer toe, al is deze niet precies gelijk aan die van zeer vers vlees.
Tussen de verschillende diersoorten onderling zitten grote smaakverschillen. Dit komt omdat de aanwezige smaakcomponenten soort-specifiek zijn en de samenstelling van het vet ook per soort verschilt. Binnen de soort is er uiteraard ook nog een verschil in rassen waarbij de samenstelling van het vlees en vet verschillend kunnen zijn.
Bereidingswijze
Een veelgebruikte bewerking voor vers vlees is het verhitten in vet bij temperaturen boven 100 graden Celsius, zoals bij bakken en braden gebeurt. Bij deze temperaturen vinden er reacties plaats tussen de aanwezige eiwitten en koolhydraten (vooral reducerende suikers en daarvan afgeleide verbindingen). Dit worden Maillard-reacties genoemd. Hoe minder water aanwezig is, des te sneller verloopt deze reactie. Het gevolg is een donkerbruine kleur en de typische bak- en braadsmaak.
Ook bij frituren vindt iets dergelijks plaats, alleen is de temperatuur daarbij doorgaans veel hoger en de tijd veel korter. Dit heeft een duidelijk effect op het smaakpatroon. Bij deze hogere temperatuur vindt er ook meer uitwisseling plaats tussen het vet of de olie waarmee wordt gefrituurd, en het vleesvet in het vetweefsel.
Wanneer de kok bij de bereiding van vlees de smaakstoffen zo veel mogelijk wil behouden, moet het vlees snel worden verhit. Maar als de nadruk ligt op een krachtige bouillon, dan is het beter om het vlees langzaam te verhitten in water met 1 à 2% zout, zodat zoveel mogelijk smaakstoffen het vlees kunnen verlaten voordat de eiwitten coaguleren. De bouillon bevat dan weliswaar ook veel oplosbare eiwitten, die bij verhitting neerslaan, maar deze zijn gemakkelijk weer te verwijderen.
Roken
Een belangrijk smaak- en geurgevend proces bij vlees- en vleeswarenbereiding is het rookproces. Hierbij gaan in water oplosbare bestanddelen uit de rook over naar het product. Door het roken van vet spek kan men selectief vetoplosbare bestanddelen uit de rook laten opnemen. Bij toevoeging van dit spek aan vleeswaren krijgt men ook een rooksmaak, maar van een ander type: meer een palingsmaak. Vloeibare rook bevat voornamelijk wateroplosbare rookbestanddelen en is daardoor meer geschikt voor vlees.
bron: Meat&Meal met dank aan foodholland
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lomme,
er bestaan beter gevleesde billen dan deze.
Ik kijk goed, en het staat er echt: "Vlees heeft (bijna) geen smaak"
Jullie weten toch zeker, dat je niet per ongeluk een tofu-vega-burger uit de vriezer heb gehaald ! Ongelooflijk ! Ik zou bijna zeggen: kom eens proeven...
Overigens roept het plaatje bij mij geen medelijden op met het eten van vlees van dieren, maar een haast onbedwingbare behoefte om ook in die billen eens stevig mijn tanden te zetten.
"Het eten van de elite is altijd gedreven door relatieve smakeloosheid
Interessante stelling, al klopt hij niet helemaal , want men at ook wild en truffel en dronk zware wijnen. Waar zou die gedrevenheid vandaan komen? Verfijning?
Naar mij gebleken is, wordt Meat & Meal geproduceerd door mensen die weinig of geen affiniteit hebben met het product waar ze over schrijven(zoals het geval is met veel "vakbladen"). De enige waarheid in het verhaaltje is de bewering dat rauw vlees van zichzelf eigenlijk weinig smaak heeft, maar wie eet dat nu nog, want in onze contreien toch niet geheel en al ontbloot van enig risico.
Hoewel het eigenlijk niet kan (te complex), heel in 't kort enkele elementen die de smaak van vlees bepalen:
1)de al of niet aanwezigheid van intermusculair vet en de kwaliteit hiervan
2)de kwaliteit, maar vooral de afwisseling en veelzijdigheid van het voer, daarbij respecterend dat herbivoren nooit carnivoren zullen worden(d.w.z. niet binnen 16 maanden)...
3)leeftijd en bewegingsvrijheid van het slachtdier
4)rijpingstijd van het vlees (in de been) en uiteindelijk
5)de bereiding
Bijvoobeeld: kalfsvlees werd vroeger geproduceerd met koemelk. Tegenwoordig krijgen die beesten een soort melkpoeder waar alle voor de goede vleessmaak waardevolle elementen zijn uitgehaald (want elders beter te verwaarden)en zijn vervangen door plantaardige bestanddelen, aangevuld met sijnmaïs en preventieve medicijnen.
Stieren (rundvlees dus)worden gevoerd met afvallen uit de agro industrie, aangevuld met snijmaïs en brok (je wilt niet weten wat voor meuk daarin zit). De dieren worden gepushed om in 16 maanden op gewicht te komen, terwijl de selectie ervoor heeft gezorgd voor weinig vetaanzet en veel vleesaanzet op strategische plaatsen(marge) De Belse "bont & blauwe" is daarvan sprekend voorbeeld. Het stierenvlees is dermate "zwak" dat 14 dagen afhangen zou leiden naar de destructieton...
Het eten van de elite is altijd gedreven door relatieve smakeloosheid:
bleekselder heeft minder smaak dan groene selder: gebleekte groenten zijn chiquer.
hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld witloof vs. cichorei, slahart vs. snijsla.
Voor dierlijk voedsel gaat hetzelfde op. Jong vlees is slap van smaak (laf, zeggen de Surinamers) vegl. met vlees van oudere dieren. Wie eet er nog schapenvlees?. Kalsfsvlees, relatief smakeloos, was vroeger chic. Maar door de huidige landbouweconomie is smakelijker (ouder) vlees nu net duurder geworden. Wie kan zich nog donkerrood rundsvlees, dat veertien dagen gehangen heeft, veroorloven.
Het jonge stierenvlees dat hier in de winkels ligt, is vaak niet lekker, vandaar die mode van marinades (maskerades?)