Ik worstel mij door de Nederlandstalige versie van het boek van Harvardprofessor Richard Wrangham heen: Koken, over de oorsprong van de mens. Een uitgebreide bespreking volgt later. Nu wil ik graag de foodlogfamilie vragen te reageren op het volgende citaat:
De regel dat huiselijk koken vrouwenwerk is, wordt verbazingwekkeknd algemeen ondersteund. De klassieke verklaring voor dit patroon is wederzijds gemak. Beide seksen hebben voordeel bij het delen van de inspanningen, zoals vele gelukkig getrouwde stellen kunnen bevestigen. Deze verklaring is echter oppervlakkig, omdat zij niet de fundamentele vraag beantwoordt waarom onze soort er überhaupt een huishouden op nahoudt, en evenmin iets zegt over de duistere kracht die er soms toe leidt dat echtgenoten hun vrouw daarbij uitbuiten.

Nog even afgezien van het feit dat Wrangham er geen moeite mee heeft om 19e-tot 21ste eeuwse nucleaire familiepatronen pakweg 2 miljoen jaar terug te projecteren op de samenleving van onze voorouders, het delen van de inspanningen vertaalt hij naar: mannen gaan buitenshuis werken/geldverdienen om het gezin te verrijken, vrouwen doen het (minderwaardige) werk in huis.
En? Wat vindt de foodlogcommunity hiervan? Uit welke kerk komt deze denktrant? Ik ben even het spoor bijster.
Dit artikel afdrukken