Dat zegt professor Ann Brown van de Swansea University in haar nieuwe boek Why Starting Solids Matters. Ze baseert haar bevindingen onder meer op een studie die ze een aantal jaar geleden deed, waarin ze het eetgedrag van 300 kinderen en baby’s onderzocht.

“Kinderen van 6 maanden of ouder moeten niet met een lepel gevoerd worden. Zij zijn toe aan vaste voeding”, vertelt Brown in haar boek. “Als kinderen zelf mogen bepalen hoeveel ze eten, zijn ze beter in staat om te stoppen wanneer ze vol zitten. Hierdoor eten ze niet meer dan ze nodig hebben.”

Laat ze zo weinig eten als ze willen, ze hongeren zichzelf echt niet uit
Meer overgewicht
Brown bekeek in haar onderzoek hoe baby’s tussen 6 en 12 maanden leerden eten. Toen de baby’s 18-24 maanden oud waren, analyseerde ze het eetgedrag van de kinderen nogmaals en vergeleek de kinderen qua gewicht. Van de kinderen die gevoerd werden door de ouders had 20% overgewicht. Bij de kinderen die zelf bepaalden hoeveel ze aten was dit 8%. Deze verschillen waren niet afhankelijk van geboortegewicht, achtergrond van de moeder, het krijgen van borstvoeding of andere factoren.

Volgens Brown komt dat vooral omdat de ouders bij het voeren bepalen hoeveel een kind nodig heeft en signalen negeren dat het kind vol zit. “Laat ze zo weinig eten als ze willen, ze hongeren zichzelf echt niet uit,” zegt Brown daarover. “Als je toch wil voeren en ze probeert te verleiden met ‘daar komt een vliegtuig aangevlogen’ en ze klemmen hun lippen stevig op elkaar, stop dan.”

Avontuurlijke eters
Een bijkomend voordeel was dat de kinderen die zelf met de handen mochten eten avontuurlijker waren dan hun leeftijdsgenootjes. Ze durfden meer verschillende dingen te proberen, waardoor ze een gevarieerder eetpatroon hadden en gezonder aten.

Dit artikel afdrukken